Week van de waarheid

Af en toe mopper ik wel eens dat er wel erg veel tijd in GroenLinks en politiek gaat zitten, tegelijk haal ik er ook veel voldoening uit. Afgelopen week was het raak: het begon zaterdag met de Amsterdamse ledenvergadering waar de lijst voor de gemeenteraad werd vastgesteld. Overigens was mijn bijdrage toen beperkt tot (heel vaak) stemmen en pleiten voor de uiteindelijk op plek zeven gekozen Fjodor Molenaar. De dag werd in stijl afgesloten met een erg gezellig etentje, iets te laat en iets te veel rode wijn…

Maandag had ik een beduidend grotere verantwoordelijkheid: als voorzitter van de Alkmaarse kandidatencommissie mocht ik de voordracht verdedigen. Naast complimenten voor de evenwichtig samengestelde lijst, kregen we ook kritiek van twee kandidaten die zich niet konden vinden in de plek die we hen hadden toebedeeld. Eén van de leden stelde voor om de commissie te bedanken voor het gedane werk door de lijst integraal over te nemen, maar daar wilde de rest van de vergadering aan. Met een paar spannende stemmingen bleek het resultaat uiteindelijk toch te zijn dat de kandidaten precies in de volgorde van onze voordracht werden gekozen. Met lijsttrekker Wim van Veen en alle anderen op de lijst kan GroenLinks de Alkmaarse verkiezingen met veel vertrouwen tegemoet zien.

Op dinsdag, woensdag en donderdag volgden verschillende provinciale vergaderingen, al dan niet op locatie, terwijl ik vrijdag in Haarlem was voor overleg met partijgenoten uit de regio (Haarlem, Velsen, Zandvoort). Gisteren was ik op het landelijke congres waar Femke nog eens bevestigde dat we klaar zijn om te regeren en dat zij daar zelf graag nog bij wil zijn. Aan het applaus te horen zal zij zonder moeite van het congres die vierde termijn krijgen. Na afloop nog geborreld en de nieuw verkozen bestuursleden gefeliciteerd. Ook deze keer afgesloten met een etentje, waar onder meer Europeaan Bas Eickhout bij was.

Vanmiddag stelden we in het fraaie KunstENhuis de lijst vast voor de deelraadsverkiezingen van Amsterdam West. De commissie had met zowel veel nieuw en jong talent als een ruim aanbod van ervaren raadsleden een jaloersmakend luxeprobleem. Voor mijzelf is er een bescheiden 27e plek weggelegd, als één van de lijstduwers die op de achtergrond een steentje bij kunnen dragen. De ledenvergadering koos Rutger Groot Wassink als lijsttrekker, terwijl Selma Janssen (uit Bos en Lommer, sprak de chauvinist) als hoogste nieuwe binnenkomer, op twee blanco stemmen na, unanieme steun kreeg op nummer twee. Bij gebrek aan tegenkandidaten kon ik mijn vurige pleidooi voor Selma dus achterwege laten. De rest van de lijst zal ik niet in detail hier melden, behalve dan nog de welverdiende elfde plek voor Aaron Moscoviter. Ik kijk met veel plezier terug op deze vergadering en ook de vorige, toen we het programma vaststelden. In korte tijd zijn de vier oude stadsdelen tot een mooie nieuwe eenheid gegroeid, dat belooft veel voor de komende jaren.

Amsterdam heeft nieuw verkiezingsprogramma

Gistermiddag werd in Akantes de ledenvergadering gehouden waarop het GroenLinks programma voor de Amsterdamse raadsverkiezingen werd vastgesteld. Het document zelf telde al 42 pagina’s en met dank aan ijverig amenderende leden werden dat er zeker niet minder. Overigens waren veel van die amendementen kleine (tekstuele) wijzigingen waar niet over gestemd hoefde te worden, maar die zo overgenomen konden worden. Over andere voorstellen werd wel gestemd, maar zonder verdere discussie. De leden moesten het doen met het preadvies van de programmacommissie. Alleen stemmen neemt ook al aardig wat tijd in beslag, maar middagvoorzitter Tony Beerling had het prima onder controle.

Wat overbleef – de zgn. categorie 1 amendementen – waren de onderwerpen waar we eens goed voor gingen zitten. Zo was er een verwarrende discussie over het bouwen van nieuwe studentenwoningen en het permanent maken van noodwoningen voor studenten. Er werden twee amendementen aangenomen die al dan niet strijdig zijn, zodat de programmacommissie nog een nieuwe integrerende tekst mag gaan maken. Een voor mij (en Statencollega Klaas) belangrijk amendement ging over de IJmeerlijn tussen Amsterdam en Almere. Vanuit de provincie hebben we altijd bepleit dat eerst de bestaande verbindingen verbeterd en opgewaardeerd moeten worden. Zou het Rijk alsnog besluiten tot een verbinding door het IJmeer, dan is die alleen acceptabel in de vorm van een tunnel. Althans, dat was de tekst van het mede door mij gesteunde en ter plekke bepleite amendement, terwijl het programma meldde dat de tunnelverbinding er sowieso moet komen. Paar stappen te snel en strategisch niet handig; gelukkig vond de meerderheid van de vergadering dat ook.

De ledenvergadering wilde niet zover gaan om vervolgens het IJmeer/Markermeer vrij te waren van bebouwing, zoals in een amendement van Arend Hamstra e.a. stond. Daarmee is de mogelijkheid dat Almere buitendijks gaat bouwen dus opengelaten. De enige geruststelling is dat dit op korte termijn nog niet haalbaar lijkt. Al met al is het een weliswaar te lang, maar sterk en aansprekend programma geworden. Op naar de 10 zetels!

De Toekomst

Sinds gisteravond is GroenLinks een netwerk rijker. Een netwerk met jonge en frisse ideeën, een netwerk voor een groep in onze partij die tot nu nog geen echt onderdak had. Samen met Paul, Jos en Jaap heb ik een paar maanden geleden het initiatief genomen voor de oprichting van De Toekomst, voor actieve jonge GroenLinksers tot 35 jaar.

Nu was het dan zover: in het Utrechtse Trianon werd het officieel bezegeld. Als ‘voorzitter’ (ik heb mij al laten uitleggen dat een netwerk eigenlijk geen voorzitter kan hebben) heb ik daarbij de volgende inleidende woorden gesproken:

Gewaardeerde aanwezigen,

Wat hebben de volgende personen met elkaar gemeen? Mark Rutte, Geert Wilders,
Arie Slob, Femke Halsema en Agnes Kant? Het intelligente
deel van ons gezelschap weet dat dit allemaal fractievoorzitters zijn in de
Tweede Kamer.
Maar daar gaat het mij niet om. Ik zou ook nog de namen van Wouter Bos en André Rouvoet kunnen
toevoegen, of uit onze eigen partij Kees Vendrik, Jolande Sap en Mariko Peters.

Zij zijn
allemaal kinderen van de jaren ’60. Nou ja, bij sommigen vraag ik me dat af,
maar in elk geval
geboren in de jaren ’60. Voor wie het nog niet door had: de
veertigers zijn aan de macht in dit land. Officieel hebben we nog wel een
premier uit de jaren ’50 om hieraan leiding te geven, maar de afgelopen dagen
heb ik begrepen dat het kabinet eigenlijk niet meer bestaat. JP de MP gaf toe dat
het niet zijn beste wedstrijd was, hij was niet helemaal in vorm, maar de
competitie is nog aan de gang.

Dit is geen opmaat naar een klagerig verhaal over een generatie voor ons die alle mooie
plekken bezet houdt. Wij zijn niet boos, niet gefrustreerd. Wij rammelen aan de
poort, maar beschaafd en met geduld. Onze kans komt nog wel.

Bovendien: op heel veel plekken doen wij al mee. Of het nou in Haagse kringen is, lokaal of
provinciaal, of op andere ondefinieerbare plekken; deze generatie, die
gemeen heeft dat we de verloren WK finale van 1974
niet hebben meegemaakt, is vrijwel overal actief.

Dat was voor
Paul, Jos, Jaap en mijzelf ook de reden onze eigen verantwoordelijkheid te nemen, de koppen bij elkaar te steken, de teugels en de broekriem aan te halen, de
krachten te bundelen en samen de schouders eronder te zetten. U merkt dat ik
mij, gezien mijn senioriteit, als de Balkenende van het gezelschap heb
opgeworpen.

We hebben uit
onze persoonlijke netwerken en via-via een grote groep jonge GroenLinksers (met
de arbitraire grens van 35 jaar) bij elkaar gezocht en uitgenodigd om hier
vandaag te zijn. Om de oprichting mee te maken van De Toekomst. We zijn blij
dat zovelen aan deze oproep gehoor hebben gegeven en blijkbaar het nut en de
lol inzien van een dergelijk netwerk.

Over de lol
komen we later wel te spreken, aan mij de taak iets te zeggen over het nut van
de Toekomst. We hebben allereerst gezegd wat we niet zijn: we zijn geen Dwars
voor die GroenLinksers die daar iets te oud voor zijn (of die dat zelf niet
vinden, maar van anderen te horen hebben gekregen dat ze daar iets te oud voor
zijn). We sluiten ons ook niet aan in de lange rij van werkgroepen die onze
partij rijk is.

We spreken bewust van een netwerk, daarmee het losse en
informele karakter aangevend. Overigens hebben we straks wel een paar
voorstellen om de Toekomst een klein beetje te formaliseren en te structureren.

We zien de
Toekomst als dé plek om elkaar te ontmoeten, ervaringen uit te wisselen,
successen te delen en samen te treuren over miskleunen. Ik zoek nog iemand om
bij uit te huilen over het vertrek van mijn commissaris Harry Borghouts.
Alhoewel… anderen hebben mij ook al gefeliciteerd met dit voortijdig afscheid en drinken er nog een biertje op;
weer een probleem minder.

Is het inderdaad
zo fijn om coalitiepartij te zijn, of geniet je juist van de oppositie? Is de
PvdA structureel onbetrouwbaar, of kun je het met de rode vrienden goed vinden?
Hoe verwerf je steun voor een motie, waarmee ben je als fractie zichtbaar? We
hopen dat de Toekomst een plek kan zijn om over dit soort inhoudelijke en
praktische zaken te discussiëren en van elkaar te leren.

Het denken staat
in GroenLinks niet stil. Hoewel we af en toe ook in onze partij de denktanks,
werkgroepen en commissies hebben, die uitgebreide teksten produceren, waarom het kabinet nu zo bekritiseerd wordt,
zijn er nog genoeg thema’s waar bij wijze van spreken wekelijks een debat over
georganiseerd kan worden. We willen dat debat in de partij aanwakkeren en in
alle zelfverzekerdheid en bescheidenheid denken we dat onze generatie nieuwe, frisse en
onconventionele ideeën heeft waar GroenLinks écht iets aan heeft.

Denken kan niet
zonder drank, inhoud niet zonder innemen en creativiteit niet zonder contact.
Wat ik maar wil zeggen met deze allitererende tegelwijsheid is dat het vooral
ook leuk en gezellig moet zijn. Daarmee heb ik meteen een ander belangrijk doel
van de Toekomst te pakken.
Wij hebben er zin in… toch?

Misschien zit, staat en hangt
hier over tien of vijftien jaar een nieuwe groep jonge actieve GroenLinksers
die constateert dat de generatie van eind jaren ’70, begin jaren ’80 de nieuwe
politieke elite vormt. Het is aan jullie om te beoordelen of dat een
schrikbeeld of een droombeeld is.

Voor nu feliciteer ik onszelf met de officiële oprichting van De Toekomst.

Mooie meisjes

The time is right your perfume fills my head……
The stars get red and oh the nights so blue……
And then I go and spoil it all by saying
Something stupid like I love you

Sommige meisjes zijn mooi, lief en leuk, maar weten dat niet van zichzelf. Zij zien vooral dat hun neus een beetje scheef staat of denken steeds dat iedereen naar dat hele kleine pukkeltje zit te staren. Zij staan verlegen in een hoekje en merken niet op dat anderen hen juist heel aantrekkelijk vinden, onder de indruk zijn en contact met hen zoeken. GroenLinks doet mij soms aan zo’n meisje denken.

Toen ik afgelopen weekend bij Dwars was om te praten over groen regeren, heb ik het vooral ook gehad over die valse bescheidenheid. Juist omdat wij zo druk zijn met alle (fictieve) beren op de weg, zien we niet dat anderen ons, vanwege de goede ideeën, vanwege de betrouwbaarheid en de (v)aardige mensen er graag bij willen hebben. Achteraf zijn we dan verbaasd: "oh, maar ik dacht dat je me helemaal niet leuk vond?!"

Ik vind dat GroenLinks sowieso klaar moet zijn om te regeren. Daar bedoel ik dan mee: je zegt niet nog een keer nee tegen een uitnodiging. De vraag of we willen regeren is volgens mij met een duidelijk ja van het congres beantwoord. Heel veel GroenLinksers hebben in den lande ervaren dat je dan meer bereikt dan vanuit de oppositie. Heel veel GroenLinksers hebben ook al ervaren dat je dan compromissen moet sluiten die soms lastig uit te leggen zijn.

Het betoog van Arnoud gaat dan ook niet over de principiële vraag of we voor of tegen regeren zijn. Hij maakt zich vooral zorgen over de inhoud en de mensen en roept op tot actie, want mei 2011 komt steeds dichterbij. Op zich een verstandige oproep, maar ik denk dat hij onderschat hoeveel er al in Utrecht en Den Haag aan voorbereidingen plaatsvindt. Daar heeft Henk Nijhof op het Dwars kamp ook het nodige over gezegd. Het is logisch dat dat niet allemaal in de openheid gebeurt.

De mensen. Tsja, ik heb ook geen lijstje klaarliggen met onze toekomstige ministers en staatssecretarissen. Alle (ex)wethouders, (ex)Kamerleden en (ex)ambtenaren kan ik wel verzinnen en van niet iedereen word ik even enthousiast. Maar mijn ervaring is dat je op heel veel interessante plekken, bij heel veel interessante organisaties, GroenLinksers tegenkomt. Misschien is het naïef of onderschat ik het, maar ik maak mij hier helemaal geen zorgen over.

De inhoud. Schijnbaar heeft GroenLinks meer dan andere partijen nogal wat gevoelige onderwerpen. Nog los van het feit dat mijn ervaring heel anders is, vind ik het ook een merkwaardig argument. In onze beginselen en straks in het verkiezingsprogramma staat hoe het ideale Nederland volgens GroenLinks eruit ziet. Vervolgens gaan we een gesprek aan met mogelijke regeringspartners en doen we op een aantal punten water bij de wijn. Ik vertrouw erop dat onze onderhandelaars zich uitstekend bewust zijn van de pijnpunten en ook kunnen inschatten hoever ze kunnen gaan. Zo niet, dan stappen zij eruit of worden zij geconfronteerd met een congres dat het onderhandelingsresultaat afkeurt.

Het is per definitie onmogelijk om vantevoren collectief te gaan vaststellen welke compromissen wel en niet aanvaardbaar zijn. Bovendien: als de ChristenUnie niet meedoet, krijg je een heel ander gesprek over abortus, idem over integratie/immigratie als de VVD niet meedoet. Dus je kunt ook niet vooraf weten wat de pijnpunten zullen zijn. Bovendien: als je ze te nadrukkelijk benoemt, geeft dat andere partijen des te meer gelegenheid je eruit te gooien. Zo werd GroenLinks in Noord-Holland bij de onderhandelingen in 1999 opzij gezet vanwege Schiphol, terwijl de provincie daar nauwelijks over gaat. Wat ik maar wil zeggen is: we hebben nu nog geen flauw idee welk regeerakkoord eruit komt en welke weerstand dat gaat oproepen. The proof of the pudding…

We zijn een lekker wijf en dat mogen ze weten ook!

Regeren? Maar dat doen we toch al!

GroenLinks is klaar om te regeren. Dat was zaterdagmiddag – nog maar aan het begin van het zomerkamp van DWARS – de algemene conclusie. We hebben de inhoud én de mensen. Bovendien, we doen het al in tientallen gemeenten en in twee provincies. Omdat Noord-Holland een van die provincies is en ik onderhandeld heb over de vorming van het college in 2007, was ik uitgenodigd daar een verhaal over te vertellen.

Overigens vond ik het grappig dat juist DWARS als voormalig radicale jongerenorganisatie een heel weekend besteedt aan groen regeren. Er waren tijden dat binnen DWARS en GroenLinks nog stevig werd gediscussieerd of we dat eigenlijk wel moesten willen, regeren. Maar zoals ook Henk Nijhof na mij constateerde, die keuze is nu duidelijk gemaakt. Of het ervan komt, zal uiteraard van het concrete onderhandelingsresultaat afhangen, maar er is nauwelijks tot geen principiële weerstand meer tegen regeren.

In de meestal zonnige buitenlucht hielden we een boeiend kringgesprek, waarbij ik de volgende voorzet in drie punten heb meegegeven:

1. Er zijn geen natuurlijke bondgenoten of vijanden

De mislukte strategie van de linkse lente, met het streven naar zoveel mogelijk colleges met PvdA en SP, geeft wel aan dat het niet zo zinvol is maar op één paard te wedden. Niet praktisch, omdat het maar in heel weinig gemeenten (of provincies, of landelijk) voorkomt dat de drie linkse partijen samen een meerderheid halen. Niet strategisch, omdat je de ruimte om met andere partijen tot zaken te komen, onnodig een stuk kleiner maakt. Niet wenselijk, omdat vaak met CDA en VVD  betere afspraken te maken zijn – jij jouw stokpaardjes, ik de mijne – dan met de PvdA. In Noord-Holland was het nota bene de VVD, in de persoon van Ton Hooijmaijers, die per se GroenLinks in het nieuwe college wilde.

2. Personen zijn minstens zo belangrijk als de inhoud

GroenLinksers zijn goed in de inhoud, we weten waar we het over hebben en dat is prettig voor andere partijen die daar wat minder sterk in zijn. Maar af en toe weegt de inhoud wat te zwaar en vergeten we ook te letten op persoonlijke verhoudingen. Dat GroenLinks in 2006 niet mee ging regeren, had ook te maken met het verwaarlozen van de contacten met het CDA – waardoor pas toen het al te laat was duidelijk werd dat het CDA een voorkeur had voor GroenLinks als regeringspartner. Dat GroenLinks in Noord-Holland opnieuw in het college kwam, had ook te maken met de prima onderlinge contacten en het vertrouwen dat in vier jaar samen besturen was opgebouwd.

3. Geen valse bescheidenheid meer

Als je bij de verkiezingen een beetje verloren hebt, of niet de grootste bent geworden – het is ons allebei  in de afgelopen jaren zeer regelmatig overkomen  – betekent dat niet dat je stil in een hoekje moet gaan zitten tot je misschien gevraagd wordt. GroenLinksers onderschatten nog wel eens hoeveel waardering we hebben bij andere partijen en dat ze ons er als betrouwbare en degelijke partner graag bij hebben. Dan kun je ook wel eens wat meer vragen (én krijgen) dan je op basis van de zetelverhoudingen toe zou komen. Zie ook punt 2, want dit heeft vaak ook alles met personen te maken.

Ophef om heel weinig…

Op dit soort momenten ben ik blij met de nuchterheid en nuance van GroenLinksers:

Bijna tweederde (64 procent) van de Nederlanders
vindt het niet terecht dat minister Wouter Bos (Financiën) zijn
zonnebril declareerde, nadat hij die bij een EU-vergadering in Brussel
was kwijtgeraakt. Dat blijkt uit een peiling van Maurice de Hond.


Diegenen die het declaratiegedrag van Bos afwijzen, bevinden zich
vooral onder de PVV-stemmers (87 procent) en bij de SP (83 procent).
Alleen bij de PvdA en bij GroenLinks is een meerderheid het eens met de
declaratie.

Uit
de peiling van De Hond blijkt dat Nederlanders tamelijk wantrouwend
staan tegenover hun politici waar het gaat om declaratiegedrag. Een
meerderheid van 56 procent denkt dat ministers, burgemeesters en
wethouders zich in het algemeen niet houden aan de regels. Het meeste
wantrouwen zit bij PVV’ers, de SP en de VVD. Het meeste vertrouwen is
er bij de GroenLinks-achterban en bij de ChristenUnie.

Stemmen!

In tegenstelling tot wat veel Nederlanders schijnen te doen, zap ik straks juist naar een programma over Europa. Door allerlei vergaderingen en andere verplichtingen nog weinig tijd gehad om de campagne te volgen, dus die schade kan ik vanavond inhalen. Hoe dan ook heb ik veel respect voor de lijsttrekkers, die tegen de stroom en karige belangstelling in, onvermoeibaar hun boodschap blijven brengen. Het heeft mij tegelijk weer bevestigd in de overtuiging dat een politieke loopbaan in Europa mij niet erg kan bekoren (welke ambitie ik wel heb zal ik op een geschikt moment aan dit weblog toevertrouwen). Ik zou ongeschikt zijn voor een positie in een kleine fractie, namens een klein land, in zo’n massaal parlement, waarbij je ook nog eens niet rechtstreeks een regering of bestuur kan controleren.

Zin in Europa!

Het zal geen verrassing zijn op welke partij ik morgen ga stemmen: uiteraard wordt het GroenLinks. Ook de bevlogen woorden van Boris van der Ham die ik vanmiddag in Utrecht hoorde bij een debat van de Utrechtse studievereniging Perikles zullen daarin geen verandering brengen.

Wel zit ik met het traditionele dilemma dat ik als politiek-correcte jongeman wel vaker tegenkom: stem ik volgens gewoonte op de eerste vrouw, Judith Sargentini of toch op mijn persoonlijke favoriet en nummer twee Bas Eickhout? Ik heb nog tot morgenochtend 8.00 om mijn keuze te maken. U begrijpt: advies (graag onderbouwd) van harte welkom!