Terwijl de platenspeler onverkort zijn werk bleef doen, had inmiddels ook de CD-speler zijn intrede in huize Binnema gedaan.
Om het sfeerbeeld compleet te maken: kort daarvoor was ook de zwart-wit televisie eindelijk door een kleurenexemplaar vervangen. Nog wel een waarbij je om van zender te wisselen naar de tv moest lopen om op een andere knop te drukken.
De komst van de CD-speler gaf een welkome uitbreiding van de mogelijke cadeaus op mijn verjaarslijstje. Eén van de eerste CD’s die ik vervolgens kreeg was die met de ‘Grootste Hits’ van Boudewijn de Groot. Het duurde niet lang voor ik ze alle twaalf woordelijk kon meezingen. Tot de favorieten behoorden ‘Een meisje van zestien’, ‘Het land van Maas en Waal’ en zeker ‘Verdronken Vlinder’:
Maar ik heb niet langer hinder van jaloersheid op een vlinder
Als zelfs vlinders moeten sterven laat ik niet mijn vreugd bederven
Ik kan zonder vliegen leven
Wat zou ik nog langer geven
Om een vlinder die verdronken is in mij
Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn.
Vandaag gaat het echter uiteraard over de bekende protestsong ‘Welterusten, mijnheer de president’ waarmee Boudewijn de Groot midden jaren ’60 bij het grote publiek bekend werd. Ook nu valt me weer op hoe beschaafd Hoog-Haarlems deze kritiek op de Vietnam oorlog en LBJ bezongen wordt:
Boudewijn had de beste tekstdichter die Nederland gekend heeft: Lennaert Nijgh.
Absoluut, Nijgh heeft fantastische teksten geschreven!