Met de aanbieding van ons boek G1000. Ervaringen met burgertoppen aan minister Plasterk kwam er een (voorlopig) einde aan het onderzoek. De G1000-karavaan trekt intussen verder, maar zonder dat wij er met onze Amsterdamse, Leidse en Utrechtse nieuwsgierige neuzen bovenop zitten. Wat zijn we intussen te weten gekomen?
De G1000 is in drie opzichten anders dan zowel de vertegenwoordigende democratie (gemeenteraad, college) als de klassieke vormen van burgerbetrokkenheid (hoorzittingen, inspraak, wijkavonden). Ten eerste vanwege de loting van deelnemers, waardoor iedereen een gelijke kans heeft om mee te doen. Ten tweede door de open agenda, wat betekent dat de deelnemers ter plekke bepalen waar het die dag over zal gaan. Ten derde door de dialoog, waarbij gezocht wordt naar verbinding en wat je gemeenschappelijk hebt met de andere deelnemers.
In ons onderzoek constateren we dat het beoogde doel van loting, namelijk meer diversiteit, tot nu toe niet is gerealiseerd. Dat is geen reden om het hele idee overboord te zetten, maar er zijn aanvullende maatregelen nodig om een diverser gezelschap te krijgen. Het resultaat van de open agenda is dat de thema’s die uiteindelijk worden gekozen (top-10) doorgaans wat abstract zijn en bovendien, niet los te zien van het gebrek aan diversiteit, dat er een zekere bias zit in die thema’s. Wel: ontmoeting, samen doen, sociale cohesie, duurzame energie, maar niet: economie, werkgelegenheid, onderwijs, integratie en thema’s als veiligheid en zorg maar in beperkte mate. Het meest geslaagde element is de dialoog: we zien dat de deelnemers zich vrij voelen om te zeggen wat ze willen en ook de bijdragen van anderen waarderen.
In zijn reactie bij de aanbieding van het boek ging Plasterk ook op dit laatste element in. En ik ben het erg met hem eens dat de dialoog het meest waardevolle aspect is van de G1000. Dit heeft de meeste potentie om het debat dat kenmerkend is voor de vertegenwoordigende democratie aan te vullen of te vervangen. Bovendien is dialoog cruciaal, of de G1000 zich nu in de richting van een burgertop (de samenleving in actie) of van een burgerraad (opdracht aan de politiek) gaat ontwikkelen.
Het was een boeiende ervaring om ruim een jaar onderzoek te doen naar de G1000. Het vroeg om het nodige omgevingsbewustzijn, omdat er bij de G1000 veel gelovigen en veel sceptici zijn, met weinig tussensmaken. Ik troost me maar met de gedachte dat ik zowel voor optimist als pessimist en zowel voor naïef als verzuurd ben uitgemaakt. Dan heb je het waarschijnlijk niet verkeerd gedaan.