Bij de invoering van het dualisme, de scheiding tussen de taken van Provinciale – en Gedeputeerde Staten, is één verandering achterwege gelaten. Namelijk om de Commissaris van de Koningin niet langer voorzitter te laten zijn van beide organen. Datzelfde geldt trouwens ook voor de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad en het college van B&W. In een aantal gemeenten zijn inmiddels raadsvoorzitters uit eigen gelederen gekozen, in Noord-Holland hebben we twee vice-voorzitters uit de Staten gekozen. Maar de Commissaris zit nog steeds 90 tot 95% van de vergadering voor. Omdat het in de Grondwet staat is het ook lastig te veranderen:
Artikel 125
3. De commissaris van de Koning en de burgemeester zijn voorzitter van de vergaderingen van provinciale staten onderscheidenlijk de gemeenteraad.
Vandaag pas kwam ik erachter dat de Tweede Kamer een paar weken geleden unaniem heeft besloten dit artikel van de Grondwet te laten vervallen. Het voorzitterschap zal per gewone wet worden geregeld. Na de volgende verkiezingen zal er nog een keer over gestemd moeten worden en dan is een 2/3 meerderheid nodig, maar dat zal vermoedelijk geen probleem opleveren.
Eerlijk gezegd geen halszaak, maar wel goed dat het alsnog geregeld wordt (had natuurlijk al bij de invoering van het dualisme zo moeten zijn). Geeft mij nog ruim de tijd me voor te bereiden op de voorzitterscampagne…