De tweede zeesluis moet er komen. Althans, dat was de boodschap die alle bedrijven die we donderdag aandeden tijdens het werkbezoek aan de Amsterdamse havens voor ons hadden. Of het nou de Passenger Terminal, Oiltanking, de CERES terminal of de toekomstige Rietlanden kolenoverslag (wat doet die dame daar trouwens.. Hello gorgeous?!) was, de groei was enorm, niet te houden en met de huidige capacititeit houden we het nog even vol, maar daarna blijven de klanten weg als we niks doen en ze klagen nu al flink. Laat ik ook wat positiefs melden: het was erg informatief, ik blijf gefascineerd door havens en die CERES kranen zijn indrukwekkend.
’s Avonds spraken we met vier commissies over het Jaarplan en de Monitoring van het projectbureau en kregen we nog meer cijfers en plaatjes die moesten aantonen dat de grote sluis echt niet langer kan wachten. De cruciale vraag of zo’n sluis niet alleen van Amsterdams, maar ook van nationaal belang is en hoe met deze groei de kosten en baten uitvallen werd echter niet beantwoord. Juist daarop is het CPB en ook minister Peijs altijd kritisch geweest.
De dag erna was er in Almere een symposium over de Superbus, het prestigeproject van ex-ruimtevaarder Wubbo Ockels (inderdaad, die had vroeger ook een snor…). Deze bijeenkomst was georganiseerd door de fracties van de ChristenUnie in Utrecht, Flevoland, Zuid- en Noord-Holland. Erg informatief, al is negen sprekers misschien iets teveel van het goede. Ook een mooie balans tussen enthousiaste en kritische geluiden. Het viel me wel op dat Ockels niet echt op de kritiek inging en eea vooral ook benadert vanuit wat technisch mogelijk is. Daarmee dreigt het een leuk speeltje te worden en dus geïsoleerd van ontwikkelingen in de rest van het openbaar vervoer. Vragen over wie hier op zit te wachten en of zoiets rendabel kan zijn, werden wat al te gemakkelijk opzij geschoven. Wacht maar af, wij weten wat wij doen. Ook de vraag hoe de superbanen (vrije infrastructuur voor de bus) landschappelijk ingepast worden, werd niet beantwoord. Voor mij vooralsnog geen reden om hier enthousiast achteraan te rennen.
Als afsluiting (ja ik was best moe vrijdagavond) het jaarlijkse Provincieconcert, dit keer in de Philharmonie in Haarlem. Prachtig opgeknapt, zowel de entree als de zaal. De laatste keer dat ik daar was (voor de verbouwing) stond ik zelf op het podium – met nog heel wat anderen, namelijk een uitvoering van de Carmina Burana met het VU-koor. Op het programma het 1e pianoconcert van Mendelssohn (waarvan ik alleen het slotdeel kende, ontdekte ik) met Christina Concours winnares Kate Sebring en de Enigma variaties van Elgar. Mooi! Gezellig nagepraat en zoals het hoort gebleven tot de bar sloot.