Zomaar twee voorbeelden vandaag. Maxime Verhagen kreeg er in Buitenhof (terecht) flink van langs van Herman Wijffels voor de weinig ontziende manier waarop hij afstevent op Knetterrechts-I. Een andere 'mastodont', Johan Cruijff, haalde (bijna helemaal ten onrechte) in zijn column in de grootste krant van Nederland, stevig uit naar het huidige Ajax, dat slechter zou zijn dan het bijna gedegradeerde elftal van 1965.
Het gaat mij niet om de inhoud van de kritiek, maar vooral om de reactie van degenen die zich aangesproken mochten voelen. Zowel Verhagen als Ajax meldden 'zich niet in de kritiek te herkennen'. Of nog preciezer: Verhagen herkende zich niet in het door Wijffels geschetste beeld. Overigens precies dezelfde uitdrukking die Balkenende gebruikte bij het rapport van de commissie-Davids.
Retorisch een interessante keuze: 'zich niet herkennen' houdt eigenlijk in dat je inhoudelijk niet hoeft in te gaan op de geleverde kritiek. Immers, het beeld dat de ander heeft, is niet per se fout of onjuist, maar lijkt te gaan over een ander persoon of een andere situatie. Alsof Wijffels zich opwindt over een andere Maxime Verhagen en een ander CDA. Alsof Cruijff het heeft over een andere club die toevallig ook Ajax heet. Geen van beiden zegt rechtstreeks dat het onzin is, dat de ander ongelijk heeft.
Wie een ander beeld heeft, stelt er een andere duiding van dezelfde gebeurtenis tegenover. De discussie gaat niet meer over de gebeurtenis, over de 'feiten' zelf, maar over het beeld dat verschillende partijen ervan hebben en wordt zo geneutraliseerd: Verhagen noch Ajax hoeft niet uit te leggen waarom Wijffels respectievelijk Cruijff het bij het verkeerde eind heeft. Het ontslaat de ontvanger van de kritiek (althans, dat hoopt hij) ook van de noodzaak om verantwoording af te leggen.
Dus stelt Verhagen dat het onder grote druk zetten van dissidente Kamerleden, het lozen van Klink en het negeren van CDA-prominenten zijn manier is om een fatsoenlijke bijdrage aan het landsbestuur te leveren. Ajax wijst ondanks een afgang tegen Real Madrid en een bloedeloze overwinning op Feyenoord op het grote aantal behaalde punten, de toegenomen attractiviteit van de thuiswedstrijden en de grote steun van het publiek.
Of de kritiek daarmee verstomd is, valt echter met reden te betwijfelen.
Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven