Vanaf september ben ik de nieuwe voorzitter van de Utrechtse Universiteitsraad. Om alvast eens te kijken met welke twaalf studenten en twaalf personeelsleden ik dan te maken ga krijgen, was ik vrijdag bij de bekendmaking van de uitslag van de verkiezingen. Net als in de landelijke politiek is ook de medezeggenschap meer gefragmenteerd geraakt: in totaal zeven partijen gaan hun opwachting maken.
Vanwege het mooie weer was het evenement verplaatst van een zaaltje binnen naar de tuin van het Academiegebouw. Die blijkt de Descarteshof te heten, een mooi weetje voor de vrijdagmiddag. Van verschillende kanten hoorde ik al speculaties over de uitslag en lichte teleurstelling over de lage opkomst (bij de studenten 23,9%, personeel 32,8%). Net als in de ‘echte’ politiek had het niet gelegen aan de “prima campagne” maar werd het eerder gezocht in de onhandige planning van de verkiezingen (tentamenstress) en dat de studenten van University College vakantie hadden.
Vooral voor nieuwkomer UUinactie was het spannend of het zou zijn gelukt zetels te bemachtigen. Deze partij deed zowel bij studenten als personeel mee. Ik bleek vlak achter de studentendelegatie van UUinactie te staan, die de uitslag gearmd afwachtte zoals voetballers bij een penaltyreeks of team-Duncan bij het songfestival. Groot was dan ook de feestvreugde toen inderdaad een zetel behaald bleek. Even verderop was er blijdschap bij de Vrije Student die van één naar twee zetels ging. De twee gevestigde partijen VUUR en Partij voor de Utrechtse Student leken content met hun vijf en drie zetels, hoewel dit voor beiden verlies betekende.
De personeelsleden reageerden wat onderkoelder op de uitslag. Ook hier de entree van UUinactie met één zetel, verder bleven de verhoudingen intact tussen de grootste partij, VLAM, en de Utrechtse PromovendiPartij. Omdat bovendien veel van de zittende raadsleden terugkeren, zijn de veranderingen beperkt.
Net als bij de in dezelfde week gehouden Europese verkiezingen, is ook hier geen sprake van de vorming van een coalitie. Het College van Bestuur blijft immers op zijn plek en gaat kennismaken en samenwerken met een nieuwe Universiteitsraad. Het wordt wel interessant te zien hoe de dynamiek gaat zijn met de nieuwe partijen erbij, die zich graag zullen willen profileren. Dat geldt net zo goed voor de zittende partijen, die met alle relativering van uitslag en opkomst toch het gevoel zullen hebben iets goed te moeten maken.
Als voorzitter straks aan mij de schone taak om al die verschillende geluiden een plek te geven. Wie weet wordt daarmee medezeggenschap ook aantrekkelijker en herkenbaarder buiten de muren van het bestuursgebouw. Tegelijk wil ik ervoor zorgen dat de medezeggenschap als geheel ook stevig weerwoord geeft aan het College van Bestuur, daar wordt de universiteit alleen maar beter van.