Een paar dagen geleden wist Binnenlands Bestuur te melden dat maar liefst één op de vijf rekenkamers politieke druk ervaart. Als lid van de rekenkamercommissies van Kaag en Braassem en Soest werd ik getriggerd door dit bericht. Bovendien wilde de onderzoeker in mij weten wat de onderliggende gegevens zijn waarop het alarmerende bericht is gebaseerd.
Het artikel in Binnenlands Bestuur bood niet meer dan één nogal onduidelijke figuur. De vraagstelling liet ook wel wat te wensen over:
“Ervoer/ervaart de rekenkamer(commissie) wel eens politieke druk of tegenwerking vanuit het college of de raad omdat het onderwerp of de onderzoeksuitkomst politiek gezien niet uitkomt?”
Kortom, de vraag biedt al een mogelijkheid of acht om ‘ja’ te antwoorden: nu of in het verleden, druk of tegenwerking en het college of de raad. Wat dat betreft is het opmerkelijk dat maar 15,4% dit antwoord gaf, terwijl 73,1% nee antwoordde. Er is ook een onduidelijke categorie overig 5,1%, die in het persbericht voor het gemak maar wordt opgeteld bij de nee-stemmers.
Helemaal aan het eind van het artikel is te lezen dat 80 van de 292 benaderde rekenkamers mee hebben gedaan aan het onderzoek. Op zich is 27% geen geweldige respons, maar als het een redelijke afspiegeling is, zou je enigszins kunnen generaliseren. Helaas is in het artikel hier verder niks over te vinden: wie hebben er meegedaan? Het komt bij dit soort enquêtes wel voor dat vooral degenen die ontevreden zijn, meer neiging hebben mee te doen. Ook dat maakt het opmerkelijk dat bijna driekwart geen politieke druk lijkt te ervaren. Bovendien suggereren de percentages dat niet 80 maar 78 rekenkamers deze vraag hebben beantwoord: de 15,4% staat dan voor 12 rekenkamers. Een nogal wankele basis om uitspraken te doen over de schaal waarop rekenkamers onder druk worden gezet.
Je kunt je ook afvragen hoe erg het is dat een rekenkamer enige politieke druk ervaart. Een rekenkamer die relevant onderzoek doet, zal altijd in een zekere spanning met het college en de ambtelijke organisatie terechtkomen. Je haalt immers af en toe iets naar boven dat men liever had willen vergeten of tilt een steen op waar iets anders onder vandaan komt dan het gepolijste verhaal van het college. Met de raad mag je ook een zekere spanning verwachten: raadsleden willen bepaalde thema’s naar voren schuiven voor de onderzoeksagenda van de rekenkamer, terwijl de rekenkamer onafhankelijk de eigen thema’s wil bepalen.
Dat maakte mij dus benieuwd naar de onderzoekers en het onderzoeksrapport. In Binnenlands Bestuur was te lezen dat onderzoekscollectief Spit het onderzoek heeft uitgevoerd. Twee van de auteurs van het nieuwsbericht zijn ook verbonden aan Spit. Op de website kon ik geen rapport vinden, dus heb ik via twitter en via de mail inmiddels gevraagd of ik het rapport kan krijgen. Wellicht krijg ik dat binnenkort nog, wat aanleiding kan zijn voor een update. Tot die tijd constateer ik: slimme journalistiek, maar matig onderzoek.