Dankzij een berichtje van Christian over het spervuur aan schriftelijke vragen dat de Partij voor de Vrijheid op diverse ministers richt, moest ik denken aan een opmerkelijk stukje in de Vrij Nederland deze week:
Voor Vrij Nederland kwam het bericht in de Telegraaf ("AIVD had Wilders in het vizier") niet als een verrassing. Half maart ontving ik een brief van een oud-topambtenaar van het ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Met grote ergernis volg ik de strapatsen van de Heer Wilders van de antimoslimpartij (pardon: Partij voor de Vrijheid) en o.m. het verband dat hij legt tussen paspoorten en loyaliteit. Het wordt tijd dat hij eens op zijn nummer wordt gezet voor zijn eigen loyaliteiten.’
En de briefschrijver vervolgt met de mededeling dat de internationale veiligheidsdirectie van Buitenlandse Zaken ‘ongeveer een formatieplaats nodig had voor het beantwoorden van (soms zeer gedetailleerde) vragen van Wilders over met name het Midden-Oosten. Hoewel we dat niet echt konden bewijzen was het duidelijk dat hij veel vragen toegespeeld kreeg van de Israëlische ambassade.’