Vroeger was links een mierennest met kleine partijtjes, afsplitsingen, pragmatic en dogmatici. Hoe te kiezen uit PvdA, EVP, PPR, SP, PSP en CPN, om nog maar te zwijgen van alle Morgenrood variaties die eromheen krioelden? Inmiddels is dat blok keurig verdeeld en beconcurreren de drie linkse partijen elkaar vooral voor de vorm.
De echte strijd vindt echter nu op rechts plaats en het is lastig alle verwikkelingen bij te houden. Eerst meldde Van As zich bij de eenzame Nawijn en we kwamen te weten dat zij met de Partij voor Nederland (geen website?) aan de verkiezingen mee willen doen. Vandaag werd de in een prijsvraag bedachte nieuwe naam van de partij van Pastors en Eerdmans onthuld: Eén NL.
Maar het hoogtepunt is toch wel dat Noord-Holland volop in het nieuws is nu ‘ons’ Statenlid Fleur Agema het geschopt heeft tot nummer twee op de lijst van Geert Wilders. Een lijst die volgens goed democratisch gebruik door de partijleider zelf wordt samengesteld. In Netwerk konden we Fleur op de voet volgen in haar strijd tegen de subsidieverspilling, die zij met nog meer enthousiasme gaat voortzetten in het Haagse. Want 5 tot 10 zetels dat moest zeker lukken. Lastig toch, want Pastors gaat er ook al 15 halen en Nawijn rekent toch ook op minstens 5 zetels.
Allemaal willen ze minder belastingen, minder bureaucratie, minder buitenlanders en meer democratie. Ik zou haast medelijden krijgen met de rechtse kiezers in dit land…
In bovenstaand stukje suggereert u dat er geen kleine linkse prutspartijtjes meer zijn. Er zijn er nog genoeg! Bijvoorbeeld de Partij voor de dieren en de Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit (“make love with children, not war”), en niet te vergeten die partij die zich voor dierenseks inzet, al weet ik nog niet zeker of dit geen flauwe studentengrap betreft.
Dat de lijst van Wilders door hemzelf is samengesteld, vind ik bij een beginnende politieke partij kunnen. De mensen hebben namelijk niet op een partij, maar op een persoon gestemd. Het vertrouwen in Wilders en diens partij kunnen zij opzeggen door niet op hem te stemmen.
Agema heeft met haar strijd tegen de subsidieverspilling een punt, vind ik. Daarbij vind ik Agema geen arrogante kwal, zoals de meeste politici.
Overigens kan ik verklaren waarom veel politici maatschappijblinde arrogante kwallen zijn. Mijn verklaring: het is aangeboren. Ik zie nu al op de universiteit wat de politici van de toekomst worden. Zij zijn doorgaans student-assistent of zitten in een slijmcommissie die zij “partij” noemen, en zij denken dat ze God zijn. Zij kruipen in de kont van docenten, en hopen op een promotieplek. Zij zijn zoveel bezig met studeren en kalverpolitiek, dat zij geen tijd hebben om plezier te maken of om een vriend(in) te zoeken. Meestal zijn het dan ook vrijgezellen, maar als ze een partner vinden, dan is het meestal iemand van hezelfde huichelnetwerk. De feeststudent, het type waar de kalverpoliticus heeft meest op neerkijkt, haalt doorgaans even hoge cijfers, alleen hoeft de feeststudent minder te studeren dan de onzekere, maar zich arrogant gedragende kalverpoliticus.
De buitenwereld blijft voor deze kalverpolitici afgesloten, met het gevolg dat zij na hun studie, als ze echte politicus willen worden, geen idee hebben hoe de wereld eruit ziet.
Ex-politicus Paul Rosenmöller en zowat de hele VVD vind ik schoolvoorbeelden van dit type mens. In de kleine rechtse partijtjes heb ik geen fiducie. Ik ben bang dat ik maar moet stemmen op het CDA, een partij die eigenlijk ook niet bij mij past. 🙁
Partij voor de Dieren en de andere genoemde partijen zou ik niet direct links willen noemen. Andere splinterpartijen aan de linkerkant geloven zelf ook niet dat ze zetels halen maar doen alleen mee uit verstokt dogmatisme. De verdeeldheid op rechts is echt vele malen groter.
Voor de rest geloof ik dat ik mijn eigen korte carrière hierboven aardig samengevat zie. Alhoewel ik heus genoeg tijd had om plezier te maken en een vriendin te zoeken 🙂