Gisterenavond met Camilla naar de Nacht van de Nacht geweest, vanuit de Zandwaaier in Overveen. Deze Nacht werd in het hele land georganiseerd door Natuur en Milieu en de provinciale milieufederaties om aandacht te vragen voor het belang van het donker. De campagne heet dan ook toepasselijk Laat het donker donker. Al dat licht dat overal maar blijft branden is behalve zonde van de energie namelijk ook een fikse verstoring van het ritme van heel veel dieren.
De Milieufederatie presenteerde de Noord-Hollandse duisterniskaart – ze zijn er nog, de (bijna) duistere plekken, maar alleen nog hier en daar in het noorden van de provincie. Met name in het zuiden van de provincie (Amsterdam, maar ook het licht van Almere komt deze kant op en Schiphol) is het eigenlijk nooit meer donker. Daarna was het de beurt aan nog een heuse prijsuitreiking. Leo Cornelissen – als vervanger van Patrick Poelmann – reikte de Zilveren Maanprijs uit voor een organisatie die zich actief voor milieu en natuur inzet. Deze keer viel de eer te beurt aan de Stichting Noordzeekanaalgebied Sterk, Schoon en Slim. De lezers van dit weblog kennen mijn sympathie voor deze Stichting, die al jaren de grootse plannen van het Masterplan Noordzeekanaalgebied kritisch volgt. Een mooie erkenning van hun werk, in het bijzonder ook voor boegbeeld Nel Dombrowski.
Na het officiële deel was het tijd onder leiding van een gids de duinen van Zuid-Kennemerland in te gaan, bij hoge uitzondering nu ook ’s nachts toegankelijk. Spannend om zo het gebied te verkennen. Met de detector waren vleermuizen – op ‘hun’ frequentie – wel te horen, maar niet te zien. Sowieso was het alleen aan het bijzonder mooie weer te danken dat zo laat in oktober nog vleermuizen gespot konden worden. Ook de bosuilen maakten de nodige luidruchtige avances veel lawaai, maar hielden zich goed verborgen. Opmerkelijk was dat zelfs in het bijna donker midden in het gebied toch nog de lichtgloed van Haarlem te zien was. Echt duister werd het niet meer.
Ter afsluiting een gedicht van Rutger Kopland, voor deze campagne geschreven, dat fraai het wonder van de nacht illustreert:
Toen het licht in de nacht
nog zwart was
het zwarte licht van de nacht
ons onzichtbaar maakte
en wij alleen nog stemmen waren
op de bank in de tuin
de zwarte nacht ons omgaf en meenam
in de duistere vragen
waar en wanneer en wie
toen de nacht nog een geheim was
zwart als de nacht zelf
Rutger Kopland
Overigens is de Duisterniskaart – voor zover ik weet – gebaseerd op klachten van burgers over lichtoverlast. Dat plaatst de uitkomsten in een wat ander licht (haha).
Hmmm…een beetje te enthousiast op de enter-knop gedrukt. Zo ziet het er wel een beetje suf uit. Dit illustreert overigens wel mooi het manco van de Duisterniskaart: als bovenstaande berichtjes klachten waren geweest… etc.
Gerben, je bent ietwat oververtegenwoordigd in de reactiehoek, haha! 🙂
Overigens was de presentatie van de Duisterniskaart – gezien vanuit mijn communicatiekant (…) – vrij matig. Jammer, want volgens mij was dat onderzoek best interessant (als je tenminste alles vertelt en niet de schijn ophoudt dat het een erg verantwoord en wetenschappelijk gebeuren is). En als de presentator Almere verwart met Almelo…. 😕
Gerben,
Dank voor je reacties, ik ga alleen wel even de dubbele posts verwijderen 😉
Het ging overigens niet zozeer om klachten dacht ik maar om rapportages van lokale milieu en natuurverenigingen over waar het nog wel donker is en waar eigenlijk 24 uur het licht schijnt.