Lof en kritiek was er voor partijleiders Kaag en Klaver die hun gemeenteraadsleden opriepen niet in een college te stappen met PVV of FvD. Ja, het was goed om een grens te trekken en partijen die radicaliseren, racistisch zijn en de rechtsstaat ondermijnen bij voorbaat al de deur te wijzen. Nee, je ontneemt hiermee lokale politici de kans hun eigen afwegingen te maken en bovendien is uitsluiten niet democratisch.
Met een oproep aan raadsleden is in principe weinig mis. Zo kan ik me goed voorstellen dat GroenLinks de lokale fracties ook oproept niet te pleiten voor kernenergie, geen onredelijk zware tegenprestatie te eisen voor een bijstandsuitkering, bij stages niet te discrimineren en niet te bezuinigen op de jeugdzorg. Zo’n oproep is vooral ook bedoeld om te laten zien dat een partij landelijk en lokaal vergelijkbare en herkenbare standpunten inneemt. Het bevestigt bij kiezers een paar weken voor de verkiezingen de associaties met het “merk” GroenLinks of D66.
Het ongemakkelijke is echter wel dat hier een Haagse discussie wordt gevoerd ten koste van raadsleden die graag lokale thema’s onder de aandacht willen brengen. Bovendien is de kans heel klein dat D66’ers of GroenLinksers daadwerkelijk in de situatie komen dat zij moeten besluiten over collegesamenwerking met PVV of FvD. De PVV doet immers al jaren mee aan gemeenteraadsverkiezingen, maar slechts in een klein aantal gemeenten, en heeft al die tijd consequent elke vorm van bestuursverantwoordelijkheid ontlopen. Forum heeft zelf al na de enorme zege bij de Statenverkiezingen in 2019 laten zien vrijwel nergens tot besturen in staat te zijn en alle Statenfracties zijn gedecimeerd na een reeks scheuringen en afsplitsingen. Net als de PVV doet FvD maar aan een beperkt aantal verkiezingen mee en als we de peilingen mogen geloven, zal die partij nergens zo groot worden dat je er niet omheen kunt voor het vormen van een college. Daar komt nog bij dat voor PVV en FvD de oppositie een veel fijnere plek is om ongenuanceerd te roepen wat je wilt.
Dan hebben we het nog niet eens gehad over de inhoudelijke verschillen. Hoewel die in de praktijk soms minder groot zijn dan ze in ronkende verkiezingsprogramma’s worden gepresenteerd, zie ik nog niet echt voor me hoe je een coalitieakkoord kunt bedenken waar D66 en/of GroenLinks en PVV en/of Forum een handtekening onder zou willen zetten. Kortom, wat in de Haagse binnenwereld, met PVV als de derde partij van het land en Forum als ontregelaar van parlementaire mores, een begrijpelijke oproep is, maakt op gemeentelijk niveau een vergezochte indruk. Het tweederangskarakter van gemeenteraadsverkiezingen, als peiling over het zittende kabinet, wordt ermee versterkt en dat is precies waar raadsleden niet op zitten te wachten. Mag het weer eens over de inhoud gaan?
Wat me wel verbaasde, is dat in veel kritieken de oproep om niet samen te werken als ondemocratisch werd gekarakteriseerd. Ik zou eigenlijk denken: precies het tegenovergestelde. PvdA en GroenLinks kregen maandenlang de worst voorgehouden dat zij misschien wel aan het nieuwe kabinet-Rutte mee mochten gaan doen en moesten uiteindelijk constateren dat dat er nooit echt in had gezeten. Hoe veel duidelijker was het geweest wanneer VVD en met name CDA voor de verkiezingen of bij de start van de verkenningen hadden gezegd dat zij niet met twee linkse partijen in een kabinet wilden. Wilders had het na de oproep van Kaag en Klaver meteen over meer dan een miljoen PVV-kiezers die in het “foute kamp” werden gezet, maar ik hoorde hem een paar maanden eerder niet over de meer dan een miljoen stemmers van PvdA en GroenLinks die werden uitgesloten toen Rutte met dezelfde partijen als in 2017 een doorstart maakte.
Kenmerk van verkiezingen is dat er winnaars en verliezers zijn en dat er na de coalitieonderhandelingen wederom winnaars en verliezers zijn. Ook dat is democratie: de zetel van de ene partij gaat niet naar de andere partij en hetzelfde geldt voor de stoelen aan tafel in de ministerraad. Ondemocratisch zou zijn om te zeggen dat een partij niet mee mag doen, dat de stemmen op die partij niet geteld mogen worden, of dat die partij geen plek in de Kamer of de raad mag innemen. Maar ik zie niet in hoe vooraf aan de kiezers duidelijk maken met wie je niet wilt samenwerken (en bij voorkeur ook met wie je wél wilt samenwerken) ondemocratisch zou zijn. Denk maar eens terug aan alle VVD- en PvdA-kiezers die in 2012 vooral op Rutte respectievelijk Samson hadden gestemd om te zorgen dat de ander niet zou gaan meeregeren. Het lijkt mij eerder democratische winst om die duidelijkheid te krijgen in een openbaar debat tussen lijsttrekkers in plaats van in de beslotenheid van de onderhandelingen.