Nadat ik vorig jaar verstek had moeten laten gaan, kon ik vandaag weer bij de provinciale kerstborrel zijn. Overigens wegens werkverplichtingen wel te laat om de toespraak van de provinciesecretaris, Haro Oppenhuis, te kunnen horen. De kerstborrel is in eerste instantie bedoeld voor de ambtenaren, maar ik vind dat ook Statenleden daar hun gezicht zouden moeten laten zien en het viel me ook dit keer weer op dat wij erg mager vertegenwoordigd waren. Toch jammer!
Na de borrel kon ik met lichte spoed door naar Amsterdam, waar een bijeenkomst was belegd voor alle afdelingen die GroenLinks hier rijk is. De avond had als thema toekomstbestendige afdelingen, maar stond toch voornamelijk al in het teken van de verkiezingen van 2010. Hoe kunnen we, met behoud van lokale stadsdeeleigenheid, zo goed mogelijk samenwerken en als één partij ons naar buiten zichtbaar maken?
In elk geval gaat een aantal mensen aan de slag met een rompprogramma, dat verder per stadsdeel ingekleurd kan worden en doen we ons best met professioneel en uniform campagnemateriaal te komen. Dat laatste is voor GroenLinks nog best een opgave! Voor Bos en Lommer ook niet onbelangrijk is dat er wederom een gezamenlijke kandidatencommissie komt. Da’s efficiënt en het voorkomt een al te hoog ons-kent-ons gehalte. Het warmlopen kan nu echt gaan beginnen.
Ik zou werkelijk niet weten wat ik als statenlid te zoeken heb bij zo’n verhaaltje van een provinciesecretaris. Ik kan mijn tijd wel nuttiger gebruiken!