Duurzame oma

"Maar ik ben hier vooral omdat ik ook op deze school heb gezeten. 26 jaar geleden begon ik in groep 1, bij juf Marijke." Bewondering voor zo’n prehistorische voorganger en instemmend geknik: juf Marijke, die kennen ze wel. "Daarna nog bij meester Rob, in groep 3, toen ben ik verhuisd naar Friesland." Weer gaan een paar vingers de lucht in: "ik heb ook meester Rob gehad én juf Marijke!"

Vanochtend was ik op mijn oude lagere school, de Theo Thijssenschool in de Jordaan. Om u gerust te stellen: niet om zieltjes te winnen voor GroenLinks. Bovendien weet ik dat we aan ouders die op mijn partij stemmen in die buurt bepaald geen gebrek hebben. Nee, ik was er in het kader van de Dag van de Duurzaamheid (9.9.9) en mocht het verhaal ‘Duurzame oma’ van Sjoerd Kuyper voorlezen, net als vele anderen in Noord-Holland. Dat maar liefst vijf keer, voor verschillende klassen en verschillende leeftijden. Een knap geschreven verhaal, met moeilijke onderwerpen als hergebruik en energiebesparing op een toegankelijke en speelse manier verwerkt. Ik ben altijd blij wanneer verhalen over duurzaamheid niet moraliserend zijn, maar gewoon leuk zijn om (voor) te lezen.

‘We gaan oma helemaal hergebruiken’, zegt hij. ‘De haren uit haar kam geven we aan de vogels, om nestjes mee te maken, van haar snot gaan we poppetjes kleien, riddertjes, en van oma’s afgeknipte nagels maken we de harnassen. En alles wat ze tegen ons zegt, moet jij opschrijven, en van die woorden gaan we dan later gedichten maken.’
Louise legt haar arm om Bennies schouders en geeft hem een zoen op zijn hoofd. Bennie schrikt ervan.
‘Is het een stom plan?’ vraagt hij.
‘Het is een prachtig plan,’ zegt Louise. ‘Maar oma leeft er geen dag langer door.’

Het verhaal van Sjoerd Kuyper bleek in alle groepen goed aan te slaan en er kwam  ook een boeiende discussie na afloop van het voorlezen. De voorbeelden van besparen en hergebruik buitelden over elkaar heen: kleren van een neefje of nichtje overnemen, autobanden waarvan tegels voor het schoolplein worden gemaakt, regenwater om de wc mee door te spoelen. Ik was onder de indruk van alle creatieve ideeën en het was elke keer jammer om weer naar het volgende lokaal verder te moeten gaan.

Uiteraard ook nostalgische gevoelens bij het terugzien van mijn oude school, die in veel opzichten enorm veranderd is. Computers in de klas, een heel gedeelte nieuwbouw erbij gekomen, drie keer zoveel leerlingen, allemaal nieuwe gezichten. De oude speelzaal, waar elk jaar feestelijk werd afgesloten (met het onvermijdelijke Brandend Zand), die nu een gewoon leslokaal geworden is. De hal waar waarschijnlijk al lang geen schoolmelk meer wordt uitgedeeld in de middagpauze.  De herkenbare ervaring dat alles veel kleiner is dan je altijd dacht: het enorme plein waar je in de pauze speelde, blijkt eigenlijk een postzegelpleintje (en dan is het nog wel uitgebreid in de afgelopen jaren). En toch… ondanks alle veranderingen is de sfeer dezelfde als toen. Als ik kinderen had, zou ik het wel weten!

Het heeft veel te maken met de sfeerbepalende  leerkrachten die er in de jaren ’80 al waren en nu nog steeds zijn. Niet alleen mijn juf Marijke en meester Rob, maar zeker ook de onlangs  gestopte meester Fred  en (inmiddels) directeur Peter Sargentini. Met de laatste praatte ik na afloop van de vijf voorleessessies na over wat het is om een basisschool te leiden midden in de Jordaan (autovrije straat, kinderlawaai), hoe het is om met kritische ouders om te gaan en hoe je aandacht en kleinschaligheid behoudt met ruim 500 leerlingen. Op zo’n ochtend groeit mijn bewondering voor al die meesters en juffen die dit mooie werk met zoveel betrokkenheid doen.

Daar krijg ik nou energie van!