Afgelopen dinsdag gingen we als Statenfractie op bezoek in de Gooi- & Vechtstreek om met onze GroenLinks collega’s daar te overleggen. Ik vind dit soort ontmoetingen altijd erg leuk en nuttig. Elkaar live spreken heeft toch iets meer dan contacten via mail of telefoon. Vaak merk ik bij dit soort gelegenheden dat er eigenlijk weinig contact is tussen de raadsfracties in een regio, dus als wij vanuit de Staten kunnen bijdragen aan die contacten is dat mooi meegenomen. In de komende maanden zullen we op deze manier alle regio’s in de provincie bezoeken.
Op de agenda stonden heel wat onderwerpen, maar één daarvan nam ruim de meeste tijd in beslag: de voorgenomen gemeentelijke herindeling. Vanuit Gedeputeerde Staten is het voorstel gedaan om vier gemeenten – Bussum, Naarden, Weesp en Muiden – tot één nieuwe gemeente samen te voegen, de zgn GV-4 variant. Drie van de vier betrokken gemeenteraden zijn hier voor, Bussum is tegen (daar wil men alleen met Naarden, de GV-2). Bij GroenLinks ligt het nog een beetje ingewikkelder: in Muiden hebben we geen raadsleden, mijn partijgenoten in Weesp (voor) en Bussum (tegen) denken net als de rest van de raad, in Naarden neemt GroenLinks een minderheidsstandpunt in (tegen).
Dit illustreert een lastig dilemma waar we als Statenfractie vaker tegenaan lopen. Van ons wordt verwacht dat we vanuit een regionaal perspectief denken en over gemeentegrenzen kunnen kijken. Vanuit dat perspectief is de voorgestelde GV-4 variant, gezien de uitdagingen van het Naardermeer, Groene Uitweg, Bloemendalerpolder/KNSF en de verbinding Almere-Amsterdam een logische optie. Ook is duidelijk dat de optie waarbij aan de ene kant Naarden en Bussum fuseren en aan de andere kant Muiden en Weesp geen oplossing is. Want twee zwakke broeders samenvoegen levert niet ineens een krachtige gemeente op.
Hoe weeg je je eigen regionale/provinciale verantwoordelijkheid, de standpunten van de gemeenteraden en last but not least de opvattingen van je eigen partijgenoten? Het mag duidelijk zijn dat we daar dinsdag niet het definitieve antwoord op hebben gevonden. Maar het goede aan dit overleg was wat mij betreft wel dat we met respect en begrip voor elkaars standpunten hebben gesproken en ons dilemma voor de raadsfracties ook heel duidelijk was.