Verbetenheid

Ik maak het nog wel eens mee op feestjes of andere gelegenheden dat een al dan niet verstokte roker beleefd aan het gezelschap vraagt of er bezwaar is tegen het opsteken van een sigaretje. Dat vind ik op zich al dapper, want tegenwoordig zijn de mores zo dat je meestal bij voorbaat al richting balkon of tuin wordt gedirigeerd (zo sprak een niet-roker). Niet zelden komt dan het meest gedecideerde nee van een ex-roker, die vooral niet met zijn of haar vroegere verslaving geconfronteerd wil worden. Soms grijpt zo iemand de gelegenheid aan om nog eens uitgebreid te vertellen waarom roken zo slecht is en hoe vervelend het is voor de mensen in de omgeving om smerige lucht mee zitten te roken.

Aan deze verbetenheid moet ik zo nu en dan denken als ik het optreden zie van Ehsan Jami. Waar komt toch die behoefte vandaan – die Ayaan Hirsi Ali ook zo sterk had – om het geloof dat je eens had als achterlijk weg te zetten en de profeet Mohammed te beledigen? En daarmee ook miljoenen oprechte gelovigen diep te krenken? Overigens heb ik hetzelfde gevoel wanneer ik Maarten ’t Hart over het christendom en de kerk hoor spreken. Die enorme drang om te laten zien ‘daar hoor ik niet meer bij’ en daarin zo doorschieten dat je alleen nog maar in clichématige beelden kunt spreken.

Tegen wie hebben zij het eigenlijk? Want degenen die zij zeggen te willen bereiken, degenen die blijkbaar verlost moeten worden uit hun onwetendheid, vals bewustzijn en onderdrukte positie bereiken ze er in elk geval niet mee. Integendeel zou ik haast zeggen.

Laat ik het op mezelf toepassen. Ik ben christelijk, maar van het vrijzinnige en eigenzinnige soort, zonder enige bekeringsdrang of behoefte om deze samenleving christelijke normen en waarden op te dringen. Ik vind het erg leuk om met anderen – heidenen, agnosten, atheïsten, twijfelende gelovigen – in discussie te gaan. Maar ik word altijd heel treurig van mensen die mij proberen te overtuigen dat geloven nergens op slaat en achterhaald is en dat doen op basis van volkomen achterhaalde ideeën over wat christendom zou betekenen of wat de kerk wel of niet doet. Van mensen die doen alsof Staphorst de norm is, die blijkbaar niet weten hoeveel vernieuwing er gaande is, hoeveel onderlinge discussie. Even goed kan ik mij voorstellen dat heel veel moslims moe worden van het feit dat allerlei fundamentalistische stromingen als maatgevend voor de islam worden gezien. Het is precies de manier waarop je de discussie niet zou moeten voeren.

Zelf krijg ik in zo’n situatie altijd de neiging juist extra mijn geloof en de kerk dan te verdedigen, hoewel ik het ook met heel veel dingen niet eens ben en er sowieso in heel veel opzichten mijn eigen ideeën op na houdt. Het  is onderdeel van ieder volwassen geloof dat je kunt besluiten om daar afstand van te nemen, net zoals je iedere andere overtuiging achter je kunt laten, maar het is onnodig en improductief om dan te gaan natrappen. Dat vind ik al evenzeer een vervelende eigenschap van ex-rokers als van ex-moslims.

3 antwoorden op “Verbetenheid”

  1. Ik vind je vergelijking met ex-rokers niet helemaal correct. Ik zou het eerder willen vergelijken met het uitkomen voor je homoseksualiteit. Jaren van onderdrukking, o.a. onder invloed van religieuzen die er afkeurend over spreken, en als je er dan eindelijk voor jezelf en de buitenwereld voor uit komt dan ben je daar uitbundig in.
    Zo ook met ex-christenen, ex-moslims, ex-whatever, die in hun kinderjaren zijn gebrainwashed met religeuze prietpraat, en later als ze zelf na gaan (en mogen) denken die loden last van het religieuze keurslijf van zich af kunnen schudden.
    Religie is iets heel anders dan roken.
    Overigens, ik kan nu je berichtjes beter plaatsen, nu je uit de kast bent gekomen als christen. Het verklaart het soms ietwat zurige toontje, dat is gewoon de CDA-er in je 🙂

  2. De vraag die je impliciet opwerpt is natuurlijk of atheïsme een lichamelijke verslaving is. Of is dat juist het geloof in een metafysisch opperwezen? 🙂
    We leven in een samenleving waarin, als je daar voor kiest, constant last van elkaar kunt hebben. Mensen die dat zo ervaren herscheppen de mens tegenover zich het liefst naar hun eigen evenbeeld. Net zo stil, met de zelfde muzieksmaak en bij voorkeur dus ook met dezelfde levensvisie, of het nu roken is of geloven.
    Gelukkig zijn er mensen die daar geen behoefte aan hebben. Zelfs al hebben ze zo nu en dan misschien echt last van een ander. Wanneer ik weer een orthodox gelovige hoor preken bijvoorbeeld. Dan denk ik even aan mijn eigen persoonlijke vrijheid, glimlach ik vriendelijk en huppel ik weer vrolijk verder.

  3. In de NRC geeft J.A.A. van Doorn nog eens heel precies weer wat ik bedoel:
    Het is een soort van binnenstebuiten gekeerde orthodoxie die van onvolwassenheid getuigt, van een onvermogen zich uit het verleden los te maken.
    De ellende is dat juist deze onvermoeibare demonstratie van afkeer van wat men eens geloofde, op de gelovigen die men probeert te bereiken alleen maar afstotend en vaak in hoge mate provocatief werkt. Precies zo is het gesteld met de weinige Nederlandse ex-moslims, die alle begrip voor wat zijzelf eerder beleden zijn kwijtgeraakt en nu proberen te figureren als ‘verlichte’ geesten terwijl hun bekrompenheid en fanatisme ongebroken blijken te worden gehandhaafd.

Reacties zijn gesloten.