Afgelopen donderdag commissie Wegen, Verkeer en Vervoer, waar het grotendeels ging over begrotingsonderwerpen. De rekening van 2004, de voorjaarsnota 2005 en de kaderbrief 2006. Het ene is meer terugblik en het andere kijken naar hoe het er nu voorstaat en hoe we in de begroting 2006 verder willen. Wat je merkt is dat zeker bij verkeer en vervoer het nogal eens lastig is projecten op tijd te beginnen en het beschikbare geld ook uit te geven. Ingewikkelde procedures, externe factoren zoals medewerking van gemeenten of van het Rijk of andere onvoorziene omstandigheden. Bij openbaar vervoer is de Zuidtangent zo’n onderwerp: aan de ene kant blijft het onzeker of de minister daar ook in wil investeren, aan de andere kant moeten we bijvoorbeeld ook afwachten wat in de raad van Haarlem over het tracé door de stad heen besloten zal worden. We houden ook kritisch in de gaten of het extra geld voor openbaar vervoer (jaarlijks € 2 miljoen) dat we bij de college-onderhandelingen hebben binnengehaald, ook uitgegeven wordt. Dat gaat nog steeds moeizaam en er zijn nog enkele tonnen over waar nog een doel voor gevonden moet worden (suggesties welkom). Een laatste thema, dat ongetwijfeld de komende maanden is beprijzing. De commissie Nouwen heeft net haar rapport gepresenteerd en Noord-Holland gaat onderzoek doen naar een regionale pilot. De korte bespreking in de commissie maakte wel duidelijk dat verschillend gedacht wordt over de precieze aanpak en vooral ook welk doel je ermee dient en waar de opbrengsten aan besteed moeten worden.