Voorwaardelijke steun voor redding Scheringa Museum
SPANBROEK – Het CDA en GroenLinks in Noord-Holland zijn onder voorwaarden bereid mee te werken aan het reddingsplan dat PvdA-fractieleider Tjeerd Talsma woensdag heeft gepresenteerd voor het Scheringa Museum voor Realisme in Spanbroek. Dit zeggen woordvoerders van beide statenfracties woensdag.
Fractieleider Harmen Binnema van GroenLinks kan zich ”in principe” vinden in het idee dat de provincie het geld bijeen schraapt om de bouw van het nieuwe museum af te ronden. ”Ik zie de waarde voor de regio, maar we gaan niet zomaar een zak geld brengen. Ik wil om te beginnen graag weten over hoeveel geld we het hebben. Ook is de medewerking van ABN Amro met betrekking tot de kunstcollectie noodzakelijk. Verder moet de directie voor een goed exploitatieplan zorgen.”
Standpunt
Fractielid Aagje Zeeman van het CDA neemt een vergelijkbaar standpunt in. ”We staan er positief tegenover. Er moet wel absolute zekerheid over de collectie komen. We betalen niet voor een hok met doeken, maar voor een regionale voorziening met economisch en toeristisch perspectief. En het moet duidelijk zijn dat het museum zichzelf op termijn kan bedruipen.”
Het CDA en GroenLinks vormen samen met de PvdA en de VVD het college van Gedeputeerde Staten in Noord-Holland. VVD-fractieleider Cees Loggen was woensdagochtend niet bereikbaar.
De film Walk the Line heb ik niet gezien en tot een jaar geleden had ik nauwelijks een beeld bij Johnny Cash. Inmiddels heb ik The Essential Johnny Cash aangeschaft (je moet ergens beginnen) en komt elke dag wel een van zijn songs voorbij. Johnny Cash riep toch vooral associaties op van drugsmisbruik en andere vormen van verslaving en een leven dat niet bepaald eenvoudig is geweest, inclusief een gestrand huwelijk. Country music is ook niet meteen mijn favoriete genre.
Het eerste nummer dat ik van Cash hoorde was dan ook niet één van zijn grote hits, zoals Walk the Line of Ring of Fire, maar het ingetogen I still miss someone, gevolgd door It ain’t me babe (een Bob Dylan cover). Echt overtuigd Cash-liefhebber raakte ik door het rauw, wonderlijke en ironische A boy named Sue:
Deze opname komt uit de gevangenis St. Quentin, waar Cash diverse keren optrad. In de jaren ”60 deed Cash vaker dit soort optredens, wat uiteindelijk resulteerde in het album At Folsom Prison. Het beïnvloedde ook zijn houding tegenover het gevangeniswezen en de manier van straffen in de VS en Cash ontpopte zich als voorvechter van de rechten van gevangenen. Ook het onrecht dat de Indianen als native Americans was aangedaan, verwerkte hij al in 1964 in de Ballad of Ira Hayes.
Terwijl hij de wereld en het gevoel van country trouw bleef, vaak verbonden met rechts en conservatief Amerika, wist Cash een heel eigen stijl en onafhankelijke positie te ontwikkelen. Hij werd uitgenodigd door presidenten van zowel Democratische als Republikeinse signatuur en was zowel populair bij studenten en de linkse elite, als bij de meer traditionele countryfans. Veelzeggend was de controverse rondom de steun die hij zou hebben gegeven (als hij nog had geleefd) aan John McCain. Dochter Rosanne Cash reageerde verontwaardigd: "It is unfair and presumptuous to use
him to bolster any platform. I would ask that my father not be co-opted in this election for either side since he is clearly
not here to defend or state his own allegiance."
We laten dus Johnny Cash zelf weer aan het woord, wiens duidelijkste politieke statement te horen is in Man in Black. Dit statement steunde en cultiveerde hij door inderdaad bij vrijwel alle optredens in zwart gekleed te gaan, afwijkend van de doorsnee kleding van de country zanger.
I wear the black for the poor and the beaten down,
Livin’ in the hopeless, hungry side of town,
I wear it for the prisoner who has long paid for his crime,
But is there because he’s a victim of the times.
(…)
And, I wear it for the thousands who have died, Believin’ that the Lord was on their side, And I wear it for another hundred thousand who have died, Believin’ that we all were on their side.
Dit is een opname ‘on campus’ van een universiteit waar Cash op bezoek was en waar hij kort daarvoor ook deze tekst geschreven had. Prachtige close-ups ook van (met name) de dames in het publiek:
Vandaag heb ik in het nieuws van RTV Noord-Holland het voorstel gedaan om de inwoners van Noord-Holland te raadplegen over het functieprofiel van de nieuwe Commissaris van de Koningin. Welke kwaliteiten verwachten zij van een Commissaris en welke eigenschappen zien zij liever niet? De komende weken zullen de partijen in Provinciale Staten druk bezig zijn met het opstellen van dit profiel en daarbij is goede raad meer dan welkom.
Bij de recente keuzes van een nieuwe burgemeester in Groningen en een nieuwe Commissaris in Noord-Brabant zijn met zo’n raadpleging goede ervaringen opgedaan. Terecht merkten mijn collega’s Cees Loggen (VVD) en Tjeerd Talsma (PvdA) op dat ook maatschappelijke organisaties geraadpleegd moeten worden én dat er serieus met de resultaten van de enquête omgegaan moet worden. Inderdaad moet het niet alleen voor de vorm zijn, om vervolgens geheel je eigen gang te gaan. Ik denk dat het, vergelijkbaar met de eerdergenoemde initiatieven, moet leiden tot een zwaarwegend advies voor het uiteindelijke profiel. Want de Staten maken uiteraard wel de uiteindelijke keuze.
Concreet denk ik aan een tiental stellingen waarin verschillende kwaliteiten benoemd worden: integriteit, herkenbaarheid, communicatie, bindend vermogen etc. Met een rangorde kunnen mensen dan aangegeven welke daarvan écht belangrijk zijn, welke wenselijk en welke minder belangrijk. Vervolgens kan iedereen nog extra kenmerken toevoegen die niet bij die tien staan en eventueel een voorkeur uitspreken over man/vrouw, leeftijd etc. Ik ben benieuwd wat dit op gaat leveren!
Vanochtend had ik een interessante ervaring in de trein op weg naar Utrecht. Zoals wel eens vaker voorkomt, hadden we al een kleine vertraging bij vertrek van Sloterdijk. De montere stem van de conductrice meldde vlak voor we Centraal binnenreden dat we "drie minuutjes later zouden aankomen dan gepland". Het zit ‘m niet in het ontwijken van het woord vertraging. Ik ben al lang gewend dat iedere stationsomroeper en conducteur zich concentreert op het feitelijke moment en niet op het moment dat de trein had moeten aankomen of vertrekken. Het zit ‘m in dat woord minuutjes. Dat klonk zo charmant en onschuldig. Een minuutje is eigenlijk geen echte minuut en drie minuutjes is heel wat anders dan drie minuten. Een minuutje is in een vloek en een zucht voorbij en dan is drie minuutjes goed beschouwd helemaal geen vertraging.
Toevallig of niet had ik vanavond wederom een aparte ervaring met tijd. Sinds een aantal maanden zijn op verschillende fietsverkeerslichten in de stad tellers aangebracht die aangeven hoe lang het nog duurt voor het op groen springt. Nu heb ik doorgaans meer oog voor de verkeerssituatie dan voor de kleur van het licht, maar vandaag viel mij iets op en daarna kon ik niet ophouden erop te letten. Mijn niet onlogische veronderstelling was dat bij zo’n licht in seconden wordt teruggeteld. Maar tussen de 30 en de 15 ging de teller vaak een stuk langzamer dan een seconde, om daarna op normaal tempo te komen en daarna in razend tempo van 7 naar 0 te schieten. Soms met een onverwachte vertraging bij de laatste drie tellen. De logica hierachter werd mij na een veelvoud aan kruispunten maar niet duidelijk.
Zo blijkt maar weer dat ook tijd een heel flexibel begrip is.
Gistermiddag werd in Akantes de ledenvergadering gehouden waarop het GroenLinks programma voor de Amsterdamse raadsverkiezingen werd vastgesteld. Het document zelf telde al 42 pagina’s en met dank aan ijverig amenderende leden werden dat er zeker niet minder. Overigens waren veel van die amendementen kleine (tekstuele) wijzigingen waar niet over gestemd hoefde te worden, maar die zo overgenomen konden worden. Over andere voorstellen werd wel gestemd, maar zonder verdere discussie. De leden moesten het doen met het preadvies van de programmacommissie. Alleen stemmen neemt ook al aardig wat tijd in beslag, maar middagvoorzitter Tony Beerling had het prima onder controle.
Wat overbleef – de zgn. categorie 1 amendementen – waren de onderwerpen waar we eens goed voor gingen zitten. Zo was er een verwarrende discussie over het bouwen van nieuwe studentenwoningen en het permanent maken van noodwoningen voor studenten. Er werden twee amendementen aangenomen die al dan niet strijdig zijn, zodat de programmacommissie nog een nieuwe integrerende tekst mag gaan maken. Een voor mij (en Statencollega Klaas) belangrijk amendement ging over de IJmeerlijn tussen Amsterdam en Almere. Vanuit de provincie hebben we altijd bepleit dat eerst de bestaande verbindingen verbeterd en opgewaardeerd moeten worden. Zou het Rijk alsnog besluiten tot een verbinding door het IJmeer, dan is die alleen acceptabel in de vorm van een tunnel. Althans, dat was de tekst van het mede door mij gesteunde en ter plekke bepleite amendement, terwijl het programma meldde dat de tunnelverbinding er sowieso moet komen. Paar stappen te snel en strategisch niet handig; gelukkig vond de meerderheid van de vergadering dat ook.
De ledenvergadering wilde niet zover gaan om vervolgens het IJmeer/Markermeer vrij te waren van bebouwing, zoals in een amendement van Arend Hamstra e.a. stond. Daarmee is de mogelijkheid dat Almere buitendijks gaat bouwen dus opengelaten. De enige geruststelling is dat dit op korte termijn nog niet haalbaar lijkt. Al met al is het een weliswaar te lang, maar sterk en aansprekend programma geworden. Op naar de 10 zetels!
Mocht ik ooit bekend en interessant genoeg zijn om in Zomergasten uitgenodigd te worden, dan zal ik daar zeker een fragment uit Tour of Duty laten zien. Als 11-jarige vond ik dat destijds een fascinerende serie en ik weet niet zeker of ik alle 58 afleveringen (op Veronica!) heb gezien, maar dan toch zeker het overgrote deel daarvan. Bij het terugkijken in de Zomergastenstoel zou ik vooral benieuwd zijn of ik nu al die maatschappelijke thema’s (racisme, zelfmoord, drugsgebruik) herken die in de spanning van geweld en verzoening, ruzie en vriendschap, maar ook de verwondering over zo’n hele andere tijd en omgeving, aan mij voorbij gingen. Ook vraag ik me af hoe “neutraal” – oftewel niet zo pro-Amerikaans als veel series en films plachten te zijn – ik Tour of Duty bij nader inzien vind. Toen leefde ik toch vooral mee met de Amerikanen in vijandelijk gebied die je van uur tot uur volgde.
In elk geval kan ik “Paint it Black” niet meer horen (grijsgedraaid op mijn eerste platenspeler) zonder te denken aan de opening van Tour of Duty:
Bij de serie hoorde ook een verzameling CD’s met muziek uit de jaren ’60. Die CD’s moest ik uiteraard ook hebben (verjaardag, Sinterklaas) en in het bijzonder is één nummer mij bijgebleven.Toen ik in de brugklas Engels kreeg, leerde ik eindelijk wat de titel nu precies was die in mijn hoofd en bij het meezingen/-schreeuwen al in vele varianten had geklonken: “Eve of Destruction“. (Ik vergat ook steeds hoe vaak over and over and over again precies gezongen werd).
Nog altijd behoort eve tot mijn favoriete woorden in de Engelse taal, evenals flaring, toting en coagulating. Schrijver P.F. Sloan heeft zich sowieso uitgeput in het vinden van rijmende woorden op -ing… De frase “old enough to kill, but not for voting” werd een lijfspreuk in de strijd voor verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar.
Maar daarnaast ben ik telkens weer verkocht bij de dreunende en tegelijk subtiele openingsakkoorden, gevolgd door de inzet van Barry McGuire’s rauwe stem. Dankzij McGuire werd het een enorme hit, nadat andere artiesten het niet wilden opnemen of dat met weinig succes hadden gedaan. Ondanks de boycot van sommige radiostations bereikte Eve of Destruction de eerste plaats van de Billboard Hot 100.
The eastern world, it is exploding
Violence flarin’, bullets loadin’
You’re old enough to kill, but not for votin’
You don’t believe in war, but what’s that gun you’re totin’
And even the Jordan River has bodies floatin’
But you tell me
Over and over and over again, my friend
Ah, you don’t believe
We’re on the eve
of destruction.
Na dit grote succes maakte McGuire nog een groot aantal albums, vanaf begin jaren ’70 als new-born Christian, maar die haalden bij lange na niet het succes van zijn eerste grote hit. Daarom nu met plezier terug naar 1965:
Waar ik een paar weken voorzichtig optimistisch schreef dat B&W in Haarlem wakker leken te worden, kon ik vandaag constateren dat de ogen nog potdicht zijn en de slaap voortduurt. Hoewel wethouder Jan Nieuwenburg nog een dappere poging deed, kon zijn lange inspraak niet verhullen dat Haarlem kort voor de zomer een hopeloos besluit genomen heeft en – nog erger – daarvoor ook een beroerde inhoudelijke onderbouwing heeft.
Nieuwenburg deed een omzichtige maar doorzichtige poging om de beschikbare 105 miljoen te presenteren als een bedrag dat ergens in Haarlem voor iets met hoogwaardig openbaar vervoer ingezet zou kunnen worden. Terwijl de discussie sinds 2002, bekrachtigd in het besluit dat de Staten in 2005 namen, toch echt ging over de Spaarnepassage en wel in het bijzonder een tunnel. Misschien dat bij Nieuwenburg een lichtje had kunnen gaan branden toen hij leiding ging geven aan de stuurgroep Tunnelstudie… Op de vraag of ook hij al deze miljoenen beschouwde als een ‘fooi van Mooij’ gaf Nieuwenburg wijselijk geen antwoord. Wel herhaalde hij het opmerkelijke pleidooi om nog eens bij het Rijk te toetsen hoeveel geld daar beschikbaar zou zijn voor de tunnel – terwijl elke bestuurder toch weet dat de eerste vraag die de minister dan stelt is hoeveel de gemeenten in de regio (inclusief Haarlem) eigenlijk van plan zijn bij te dragen. En zelfs als er positief nieuws uit Den Haag komt, is het gezien de verhoudingen in de Haarlemse raad, nog niet eens zeker of dat geld vervolgens voor een tunnel ingezet kan worden! Terecht laat onze gedeputeerde Elisabeth Post zich niet met zo’n boodschap op pad sturen.
Alleen de PvdA ondersteunde de merkwaardige argumentatie van Nieuwenburg en meende dat Haarlem groot onrecht was aangedaan. Achteraf maakte woordvoerder Gohdar Massom zich via twitter boos dat het eindrapport nooit in de Staten is besproken. Hij miskent daarmee dat alle onderdelen van de studie in verschillende stadsateliers zijn bediscussieerd en we vrijwel elke commissievergadering de voortgang van de Zuidtangent hebben besproken. Bovendien zou het – eind juni of nu – een wat onwerkelijke discussie zijn, wanneer je al weet dat Haarlem een keuze tegen de tunnel heeft gemaakt. De SP, in Haarlem coalitiepartij samen met VVD en PvdA, verloor zich in details die weinig meer met het onderwerp te maken hadden, maar steunde uiteindelijk noch de gedeputeerde noch de wethouder. De rest van coalitie, inclusief mijn partij dus, en oppositie hadden weinig begrip voor Haarlem en des te meer voor het standpunt van Gedeputeerde Staten.