Cohen en Amsterdam

De beste oneliner kwam gisteren van Geert Wilders: 'dat is geen belofte, dat is een dreigement.' Daarmee had de hoogblonde leider de kracht en de zwakte van Cohens campagne te pakken. Ook gisteren viel mij weer op dat Cohen debatteert alsof hij al minister-president is. Alsof men hem niet verteld had dat je niet een uitzending van 1,5 uur doorkomt met slechts rust en gezag uit te stralen. Dat je af en toe ook uit je veilige schulp moet kruipen, de mouwen op moet stropen en stevig tegengas moet geven.

'Ik wil voor Nederland doen, wat ik voor Amsterdam heb gedaan.' Laat dat nu net zijn wat voor heel veel kiezers die niet uit de progressieve hoofdstad komen, een schrikbeeld is. En laat Cohen nu niet te eenvoudig denken dat het premierschap een vergelijkbaar kunstje is als burgemeester zijn, maar dan op een ander schaalniveau. Toch lijkt dit de dubbele inschattingsfout te zijn van Cohen en de PvdA-campagne. Wat Cohen als zijn successen in Amsterdam beschouwt, wordt lang niet overal zo gezien. Bovendien geeft de warme linkse, groene en progressieve deken van Amsterdam al enkele kilometers buiten de stadsgrenzen weinig bescherming meer tegen een killer, steviger en rechtser klimaat.

Zo werd het een avondje prijsschieten voor rechts op een stuntelende, struikelende en stotterende premierskandidaat van de linkerzijde. Want op een enkele opleving na wist Cohen noch inhoudelijk, noch qua sfeer het debat in andere richting te sturen. Op het moment dat een snedige opmerking de weglopende Wilders de rest van de avond de mond had kunnen snoeren, bleef Cohen hulpeloos en woordeloos.

Had hij z'n dag niet? Was hij slecht voorbereid? Och, had Halsema hier maar gestaan. Meer dan ooit was haar timing, inhoud en scherpte nodig om het progressieve tegengeluid te laten horen. Want nu kon Balkenende weer doen alsof hij een goede premier zou zijn (8 jaar ervaring bewijst het tegendeel) en in het voorbijgaan de successen van Zalm en Bos voor zichzelf claimen. Kreeg Wilders weliswaar te horen dat hij een gevaar was, maar werden zijn krakkemikkige en ongrondwettelijke oplossingen nauwelijks weersproken. Had Rutte de avond waarop hij had gehoopt en kon hij zijn grote debattalent ten toon spreiden en leek hij een serieuze kandidaat-premier.

Cohen als lijsttrekker leek een gouden greep. Maar enkele tv-optredens verder bladdert de verf in hoog tempo af. In de peilingen scoort de PvdA niets hoger dan het huidige aantal Kamerzetels, terwijl de SP meer dan gehalveerd is en het CDA fors in de min staat. Het verkiezingsprogramma is van alles net niks: de noodzakelijke hervormingen ontbreken en de toekomstvisie is bleekjes. Voor de echte ideeën moet je toch bij GroenLinks zijn en het CPB laat zien dat een gedurfde agenda werkt.

Dat mag Femke van mij nog harder en nog vaker zeggen en daarbij zou de kritiek zich niet alleen gemakkelijk op rechts, maar juist ook op de PvdA moeten richten. Want echte progressieve politiek komt er alleen als GroenLinks groot wordt.

Een lied bij 4 en 5 mei

Huub Oosterhuis – Lied om vrijheid

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn
wij zaaiden bronnen uit in de woestijn,
wij oogstten zeeën zonder te vervaren.

Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten
wij wel wat leven is maar leven niet?
Soms gaan wij op de vleugels van een lied
en durven onze zwaartekracht vergeten.

Verlangen, pijn van onbekende duur:
turen de verte in, niet kunnen laten
een stad te zien, een tuin, doorschijnend water
dan valt de nacht over het middaguur.
 
Maar voorgevoel van liefde duurt het langst,
heugenis aan het woord in den beginne,
licht – ongebroken val het bij ons binnen.
Even zijn wij ontkomen aan de angst.
 
Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren 
de mensen niet die wij nu angstig zijn 
wij zouden niet meer vluchten voor de pijn
en voor de grootste liefde niet vervaren.

Political Song XVIII: Luke Kelly – Joe Hill (1965)

Op deze Dag van de Arbeid had ik eenvoudig de keuze voor de Internationale kunnen maken, als politiek strijdlied bij uitstek. Vooral in bombastische Russische uitvoering een genot om naar te luisteren. Maar ja, wel erg voor de hand liggend, weinig origineel. Daarom heb ik dankbaar gebruik gemaakt van de tip die ik kreeg van Esther de Ruiter, die bovendien vandaag heel toepasselijk bleek.

Luke Kelly ken ik vooral van de Dubliners, waar hij tussen 1962 en 1984 (met een uitstap van ongeveer twee jaar) zong en banjo speelde. Eén van zijn prachtige nummers (met veel dank aan Phil Coulter) was The town I loved so well:

In zekere zin haast ook een politiek lied, maar in deze serie koos ik dus voor Joe Hill, een lofzang op een vakbondsstrijder uit het begin van de 20e eeuw, lid van de "Industrial Workers of the World". Na een omstreden proces werd Hill ter dood veroordeeld voor de moord op John G. Morrison, een voormalig politieman. Ondanks veel twijfels over zijn schuld en diverse oproepen voor clementie – tot aan president Woodrow Wilson toe – werd het vonnis door het vuurpeloton voltrokken op 19 november 1915. Joe Hill zelf schreef: "…there had to be a ‘goat’ and the undersigned being, as they
thought, a friendless tramp, a Swede, and worst of all, an IWW, had no
right to live anyway, and was therefore duly selected to be ’the goat’."

Ter ere van Joe Hill schreef de Engelse schrijver en dichter Alfred Hayes in 1930 "I dreamed I saw Joe Hill last night", vaak voor het gemak afgekort tot "Joe Hill". Een paar jaar later zette Earl Robinson (die bekend stond om zijn linkse sympathieën, inclusief lidmaatschap van de Communistische Partij) deze tekst op muziek.

And standing there as big as life
and smiling with his eyes.
Says Joe “What they can never kill
went on to organize,
went on to organize”

From San Diego up to Maine,
in every mine and mill,
where working-men defend their rights,
it’s there you find Joe Hill,
it’s there you find Joe Hill!

I dreamed I saw Joe Hill last night,
alive as you and me.
Says I “But Joe, you’re ten years dead”
“I never died” said he,
“I never died” said he.

In de versie van Luke Kelly klinkt dat zo:

Ook weer niet zo fundamenteel

Mijn scepsis over dit soort tests en kritiek op de vraagstelling opzij gezet, omdat de uitslag mij relatief meeviel:

Fundamentalisme 25%

Relativist
U bent een tolerant en ruimdenkend mens. Laat duizend bloemen bloeien, u stoort
zich niet gauw aan een ander.

Religieus fundamentalisme 25%

Fundi Light

Hoewel u enigszins gematigd bent in uw
denken, bent u nog steeds een religieuze fundamentalist. U vindt dat anderen
hun eigen overtuiging mogen hebben, maar u houdt tegen de stroom in vast aan uw
eigen religieuze opvattingen.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Verkiezingen

Terwijl de meeste GroenLinksers bij verkiezingen vooral aan 9 juni zullen denken, zitten we in de provincie al volop in de voorbereiding van ‘onze’ contest van maart 2011. Voor mijzelf een ander soort spanning dan de vorige twee keren. In 2002 nog onwetend van wat de provincie was en wat mijn kansen op een verkiesbare plek zouden zijn, in 2006 in afwachting of de commissie en daarna de leden mij als lijsttrekker zouden willen. Nu kan ik wat meer achterover leunen.

Komende zaterdag hebben we in Bloemendaal de Provinciale Ledenvergadering, waarin programmacommissie en kandidatencommissie worden gekozen. Ik heb me aangemeld om mee te schrijven aan het programma, want hoewel ik geen deel zal uitmaken van de nieuwe fractie ben ik eigenwijs genoeg om toch mijn stempel op de komende vier jaar te willen drukken. Een klein beetje over je graf heen regeren moet kunnen, toch? Gelukkig hadden we over belangstelling voor beide commissies bepaald niet te klagen, ik zie de komende maanden dan ook met vertrouwen tegemoet!

Intussen gaat het fractiewerk gewoon door. Vandaar ook dat gedeputeerde Bart en ik in de ledenvergadering zullen vertellen over de politieke actualiteit (onder andere over de aanstaande bezuinigingen). Vragen voor ons kunnen nog steeds worden opgestuurd naar groenlinks@noord-holland.nl. En anders improviseren wij wel een eind weg! Graag tot zaterdag.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Political Song XVII: Woody Guthrie – This Land Is Your Land (1944)

Een klassieker in de Amerikaanse geschiedenis, die mede met dank aan schrijver en zanger Woody Guthrie in verschillende versies bestaat. De folk song die oorspronkelijk werd geschreven als protest tegen ‘God Bless America‘ en om die reden eerst ‘God Blessed America’ heette. In één van de uitvoeringen klinkt het protest tegen de klasseverschillen het duidelijkst:

I went walking I saw a sign there

And on the sign it said "No Trespassing."


But on the other side it didn’t say nothing,


That side was made for you and me.

In the squares of the city, In the shadow of a steeple;
By the relief office, I’d seen my people.

As they stood there hungry, I stood there asking,

Is this land made for you and me?

Het lied bleek vele jaren later een inspiratie voor onder meer Bruce Springsteen en de Counting Crows. Diezelfde Springsteen en Pete Seeger (over political songs gesproken, later meer!) zongen het voor Barack Obama bij diens inauguratie in januari 2009 en zij sloegen de twee coupletten hierboven zeker niet over. Maar nu terug naar Guthrie: