Gedichtendag

Het schijnt vandaag Gedichtendag te zijn. Nu is bijna elke dag wel een Dag van de … en het zou mij ook ontgaan zijn als ik er niet op attent was gemaakt door Paul en Saskia. Een mooie gelegenheid om eens twee gedichten te herlezen en ze vervolgens niet enkel voor mezelf te houden:

Zondag met Brahms

Er was nooit genoeg

om voor te leven,

al was de ochtend licht

en dreven de gedachten

in een schaal vol

helder water

in de grijze lucht voorbij.

Er was ook niet veel nodig

voor het tegenwicht:

dat alles zin had,

zonder reden, maar

stil en ziek sliep dan

de geest in witte lakens

van vergetelheid.

Voor je het weet zitten er

in de nissen en de ramen

schimmen en ze zingen

van verminking en verlies

terwijl toch net onder je

hand een andere hand zich

stil en wendbaar keert,

warmte en evenwicht waardoor je

zinloos alles hebt geleerd.

Stefan Hartman (1997)

Air vif

J’ai regardé devant moi

Dans la foule je t’ai vue

Parmi les blés je t’ai vue

Sous un arbre je t’ai vue

Au bout de tous mes voyages

Au fond de tous mes tourments

Au tournant de tous les rires

Sortant de l’eau et du feu

L’été l’hiver je t’ai vue

Dans ma maison je t’ai vue

Entre mes bras je t’ai vue

Dans mes rêves je t’ai vue

Je ne te quitterai plus.

Paul Eluard (1951)