Vanavond een goed gesprek gehad met drie vertegenwoordigers van de Stichting Sterk, Schoon en Slim, onder wie uiteraard boegbeeld Nel Dombrowski. De stichting maakt zich – volgens mij terecht – zorgen over de ontwikkelingen in het Noordzeekanaalgebied en de richting die de plannen nu op lijken te gaan. Twee opvallende onderdelen daarvan zijn de ‘natte’ bedrijven in de Wijkermeerpolder en de aanleg van een nieuwe grote zeesluis. Erg actueel, omdat a.s. donderdag een delegatie van de provincie en de gemeente Amsterdam naar minister Peijs zal gaan om voor de zoveelste keer te lobbyen voor geld voor die sluis. Al verschillende keren hebben zij te horen gekregen dat de minister in elk geval tot 2010 geen geld beschikbaar zal stellen.
Wat is het probleem? 1. de sluis is gewoon te duur en staat in geen verhoudingen tot de baten, 2. men kan geen keuze maken wat voor soort haven (doorvoer- of verwerkingshaven) men wil worden, 3. de minister kiest voor forse investeringen in de havens van Rotterdam. Wat mij bevalt aan de stichting is dat ze niet alleen feilloos de zwakke punten in de argumentatie én de cijfers van de havenlobby doorzien, maar ook met alternatieve plannen komen voor een andere inrichting van het gebied. Ook een antwoord dus op degenen die – ook tegen GroenLinks – roepen dat we het Noordzeekanaalgebied in de steek laten. Het gaat om een keuze voor een andere economie en een duurzame inrichting op basis van zorgvuldig omgaan met de ruimte.
Al met al een vruchtbare bijeenkomst. Donderdag zullen we in de commissie WVV wel horen met welke kluit Cornelis Mooij nu weer door de minister het riet in is gestuurd. Want op het ministerie prikken ze makkelijk door deze luchtballon heen. Het kan niet meer lang meer duren voor we de 34 miljoen wél nuttig kunnen besteden