Wij willen kunnen kiezen

Sinds ik mijn eigen affaire heb gehad, weet ik maar al te goed hoe snel de meningen over elkaar heen buitelen. Zeker ook op de Planeet is de omloopsnelheid hoog. Vandaar dat ik ook geen behoefte voelde om meteen te gaan roepen of Wijnand nu wel of niet af moest treden en welke buitenparlementaire actie wel (met terugwerkende kracht) te accepteren is en welke niet.

Eerlijk gezegd heb ik ook geen aandrang om als zoveelste in de rij nog eens vertellen wat ik er nou van vind. Maar er is wel iets anders wat mij de afgelopen dagen bezighield en dat heeft te maken met de manier waarop we in GroenLinks de lijst voor de Kamerverkiezingen vaststellen. Ik werd getriggerd door de volgende passage uit de verklaring van Henk Nijhof:

GroenLinks vraagt al zijn (kandidaat)parlementsleden of er zaken in het verleden zijn geweest, die we moeten weten. Dat is ook het geval geweest met Wijnand Duyvendak. In een tweetal indringende en openhartige gesprekken met de kandidatencommissie is het activistische verleden van Wijnand aan de orde geweest. Daarbij heeft Wijnand geen blad voor de mond genomen en is er een getrouw beeld gegeven over zijn verleden. Het nieuws over de inbraak is voor GroenLinks dan ook geen verrassing.

Ik vind het goed dat we in onze kandidatenprocedure dit soort indringende vragen aan de kandidaten stellen. Maar al te goed herinner ik mij de partijraadsvergadering waarin over Sam Pormes werd gesproken en gestemd. Het grootste probleem vond ik toen niet per se wat hij mogelijk gedaan zou hebben, maar het gebrek aan openheid daarover en de steeds weer nieuwe versies die hij vertelde. Uiteindelijk wil ik namelijk op basis van volledige informatie kunnen beoordelen of iemand – ondanks bepaalde dingen die in het verleden zijn gebeurd – toch een goed en geloofwaardig Kamerlid kan zijn.

In die zin is het goed dat Wijnand open en eerlijk is geweest over zijn actieverleden. In elk geval de kandidatencommissie was op de hoogte en die heeft in haar advies ook kunnen afwegen of hij even goed geschikt zou zijn voor het Kamerlidmaatschap. Tegelijk zit daar ook een moeilijkheid. Want de uiteindelijke lijst wordt bepaald door het congres. Sinds een aantal jaren is de invloed van het congres zelfs groter geworden en die van de kandidatencommissie minder (‘wij willen kunnen kiezen’). Het congres wil ook nog wel eens afwijken van het advies van de kandidatencommissie, om welke reden dan ook.

Het is onmogelijk om in de paar zinnen die een commissie over de kandidaat schrijft, in wat de kandidaat over zichzelf zegt en schrijft of wat anderen zeggen die voor hem of haar pleiten, zoveel informatie te bieden dat het congres een geheel afgewogen keuze kan maken. Dit legt dus een zware verantwoordelijkheid bij een kandidatencommissie, van wie verwacht wordt dat zij de afweging maakt alsof zij het congres is. Maar als de kandidaat vervolgens Kamerlid wordt, doet hij of zij dat wel namens het congres, namens de leden, namens de GroenLinks-stemmers. Vervolgens straalt dat wat Kamerleden doen ook op de hele partij af.

Ingewikkeld wordt het als tijdens de Kamerperiode iets naar boven komt, waarvan het met terugwerkende kracht goed was geweest dat die informatie bekend was geweest bij het vaststellen van de lijst. Heb je die informatie op het moment zelf, dan kun je gezamenlijk als congres besluiten of iemand geloofwaardig als parlementariër kan optreden én je weet waar je aan begint. Maar wat is de juiste vorm, de juiste manier om zo’n discussie vorm te geven? Een congres is in mijn ervaring niet de plek om uitvoerig en diepgaand van gedachten te wisselen.

Maar ik zou het wel goed vinden – vermoedelijk wordt de komende partijraad de eerstvolgende gelegenheid daarvoor – om dit verder uit te spitten. Enerzijds de vraag welke activiteiten in het verleden een Kamerlidmaatschap niet in de weg staan, anderzijds de vraag hoe je met de delicate balans tussen kandidatencommissie en congres om kunt gaan. Want het is niet uit te sluiten dat dergelijke situaties zich vaker gaan voordoen.

Orgeltocht

Al enkele jaren nodigt Hans Schipper, oud-gedeputeerde van het CDA, mij trouw uit voor de orgeltochten die iedere zomer door de hele provincie heen worden gehouden. Hans is namelijk net als ik orgelliefhebber en hij is voorzitter van de stichting die deze tochten organiseert. Afgelopen zaterdag was het dan zover: een tocht die begon in Bloemendaal, vervolgens naar Overveen en eindigde in Zandvoort. Het weer werkte heel goed mee, zodat ook de fietstocht tussendoor erg aangenaam was.

Zandvoort_2 In iedere kerk vertelde de organist van de dag, Aart Bergwerff, over de geschiedenis van het orgel, de bouw en restauraties en de verschillende klanken. Vooraf aan het concert demonstreerde hij ook de verschillende registers. Hoewel ik zelf orgel speel, heb ik vrij weinig verstand van typen orgels en orgelbouwers, dus ook voor mij erg leerzaam…  Met name het orgel in de protestantse kerk van Zandvoort was prachtig om te horen. In de afgelopen twee jaar helemaal gerestaureerd en met wat voor een resultaat. Door de repertoirekeuze en het spel van Aart Bergwerff klonk het nog eens extra mooi!

Wijnand Dievendak

Boefje toch!

GroenLinks-Kamerlid Duyvendak bekent inbraak

DEN HAAG – Tweede Kamerlid Wijnand Duyvendak (GroenLinks) bekent dat hij in 1985 betrokken was bij een inbraak in het ministerie van Economische Zaken.

Hij schrijft dat in het boek Klimaatactivist in de politiek, dat 20 augustus wordt gepresenteerd in Amsterdam.

‘Mijn eerste milieuactie vlakbij het Binnenhof stamt uit 1985 en was een inbraak in het ministerie van Economische Zaken’, aldus Duyvendak woensdag zelf in de uitnodiging.

De buit bestond uit plannen voor nieuwe kerncentrales. ‘Minister Van Aardenne kwam in het nauw, de actie was een groot succes. Niemand heeft ooit geweten wie er in deze actiegroep zaten.’

Duyvendak was voor zijn Kamerlidmaatschap in 2002 actief in de milieubeweging. Hij was onder meer directeur van Milieudefensie.

Duyvendak wil tot de presentatie niet ingaan op de inhoud van het boek, zo liet hij woensdag weten.

Zou bij deze inbraak ook de lievelingspen van staatssecretaris Frits Bolkestein meegenomen zijn?

Oostenrijk

Sinds gisteravond ben ik weer terug van mijn kortweekse bezoek aan Wenen en Salzburg. Nou is het heel verleidelijk uitgebreid te verhalen over het spoor van Mozart dat ik ben gevolgd, de fraaie concerten die ik heb gehoord, de mooie schilderijen die ik heb gezien en de heerlijke sfeer die ik heb mogen proeven. Maar ja, ik ben en blijf politicoloog/politicus… Dus in plaats daarvan zal het gaan over de aanstaande verkiezingen in Oostenrijk en dan in het bijzonder over de Oostenrijkse Groenen.

Dankzij mijn bezoek aan het parlement, kijkend naar het aantal stoelen in de vergaderzaal, realiseerde ik mij weer hoe sterk de Groenen in Oostenrijk zijn. Bij de laatste verkiezingen (2006) haalden zij maar liefst 11% van de stemmen, een resultaat waar GroenLinks alleen maar van kan dromen (sterker nog: wij zouden met moeite de kiesdrempel hebben gehaald). Daarmee zijn de Groenen even groot als de FPÖ – de vroegere partij van Jörg Haider.

Er zijn vervroegde verkiezingen omdat de rood-zwarte Große Koalition van ÖVP en SPÖ het al na 1½ jaar niet meer ziet zitten. Zoals SPÖ-lijsttrekker Werner Faymann ons vanaf grote rode posters schijnheilig toelacht: "Genug gestritten". Vanaf nu geen beloften meer die niet waargemaakt, een nieuwe stijl van politiek bedrijven. ÖVP-leider Wilhelm Molterer, die dat uit de mond van de coalitiepartner niet echt geloofwaardig vindt klinkten, belooft zo ongeveer hetzelfde.

Maar ik zou het over de Groenen hebben. Interessant vond ik dat er in de media uitgebreid werd gespeculeerd over een nieuwe kans voor zogenaamde zwart-groene coalitie, oftewel met de ÖVP. Deze coalitie, waartoe in 2003 ook een poging werd gedaan en die er toen niet kwam – volgens sommigen vanwege de onbuigzaamheid van Schüssel, volgens anderen door de fundi’s aan groene zijde – zou opnieuw een serieuze optie zijn. Met natuurlijk nog wel de nodige inhoudelijke hordes te overwinnen, bijvoorbeeld wat betreft asielbeleid, en de grote vraag of deze partijen samen wel een meerderheid zal halen. Maar boeiend is deze onconventionele combinatie wel (en zo goed als ondenkbaar in Nederland). Ook de uitdrukkelijke wens om mee te regeren, getuigt van een zelfverzekerde en ambitieuze Groene partij.

Het andere wat mij opviel was niet de SPÖ, maar vooral het Liberales Forum (zo’n 15 jaar door Heide Schmidt opgericht uit protest tegen de FPÖ koers onder Haider) als belangrijkste concurrent wordt gezien. Het zegt veel over de positionering van de Groenen, die veel nadrukkelijker dan bijvoorbeeld GroenLinks, groen als centrum van hun ideologie hebben. Overigens geldt dit eigenlijk voor vrijwel alle groene partijen in Europa, die als groene beweging zijn ontstaaan en niet uit een fusie van linkse partijen die het label groen hebben toegevoegd. Tegelijk komen de opvattingen over ‘sociaal’  en ’tolerant’  sterk met die van GroenLinks overeen. Maar het uitgangspunt is anders én in mijn ogen helderder en sterker dan dat van GroenLinks. Precies wat ik bedoelde toen ik een tijdje terug schreef over stevige strategische keuzes die gemaakt moeten worden.

Een onvergetelijke avond

Leonard_2Na 15 jaar weer op tournee en hoe! Wat een stem, wat een muziek, wat een stijl, wat een diepgang, wat een spanning en niet te vergeten die ontwapenende glimlach! Een genot om hierbij te mogen zijn. Ik heb het uiteraard over Leonard Cohen in het Westerpark.

Menno Pot vat het in de Volkskrant heel mooi samen:

Hoe zou het met hem zijn? De 73-jarige gaf het antwoord maar meteen tijdens het openingslied, door trefzeker en glaszuiver te zingen en soepel door de knieën te gaan naast Javier Mas, de Spanjaard die zo virtuoos akoestische snaarinstrumenten van alle soorten en maten bespeelde (van Spaanse gitaar tot de luitachtige bandurria).

Twijfel weg
Toen het eerste lied voltooid was, smolt de laatste twijfel weg: hier stond geen man die, bestolen en berooid, even kwam ‘cashen’. In het oude gezicht schitterden de dankbare ogen van een blij jongetje, intens gelukkig dat hij zijn liedjes weer mocht zingen voor zo veel mensen. ‘Bedankt dat u er staat, zo in de kou,’ richtte hij zich na bijna een uur tot zijn publiek. ‘Het is een eer om voor u te spelen.’

Leonard Cohen ontroerde vanaf de eerste noten en zou dat ruim tweeënhalf uur blijven doen. Geen moment verslapte de aandacht, ook al dankzij de voortreffelijke begeleidingsband, die zó subtiel musiceerde dat je soms haast vergat dat ze er stonden. Maar wat werd er voortreffelijk gemusiceerd door de dienstbare muzikanten en zangeressen (drie in getal), die zich liefdevol ondergeschikt maakten aan de majestueuze bas van Cohen, die als dank hun namen noemde, telkens opnieuw: ‘master of breath’ Dino Soldo (blaasinstrumenten), ‘prince of precision’ Rafael Gayol (drums) en natuurlijk de prachtige zusjes Webb, met hun engelenstemmen.

Hele carrière
Uit alle fasen van Cohens carrière kwamen songs voorbij: In My Secret Life van het vrij recente Ten New Songs (2001), vier stukken van The Future (1992) en zelfs zes van I’m Your Man (1988). Met zelfspot, in Tower Of Song: ‘My friends are gone and my hair is grey/ I ache in places where I used to play’. Cohen, de charmeur in stemmig zwart, weigerde zijn voorstelling op te bouwen rond de babyboomfavorieten van rond 1970. Hij is altijd goede platen blijven maken en zong in Amsterdam ook voor talloze twintigers en dertigers.

Liefde tastbaar
Ze kwamen natuurlijk wél: So Long, Marianne en Sisters Of Mercy in de toegift, Bird On The Wire al voor de pauze en, vlak erna, het 41 jaar oude Suzanne, door Cohen uitgevoerd zoals je had gehoopt dat hij het doen zou, zichzelf begeleidend op een akoestische gitaar.

Stukgedraaid of niet, in het Westerpark was Cohens liefde voor Suzanne bijna tastbaar. Achter het podium ging de zon onder. Boven de muisstille menigte hielden zelfs de weergoden het even niet meer droog.

Er zijn van die bijzondere ervaringen die je later aan je kinderen en kleinkinderen wilt doorvertellen. Leonard Cohen, Westerpark, 12 juli 2008, is bij dezen met stip binnengekomen…

GroenLinks ook in provinciebestuur Utrecht?

Wie zegt dat provinciale politiek niet spannend is? Nog op de valreep voor het reces crisis in Utrecht:

Provinciebestuur Utrecht uit elkaar gevallen

UTRECHT – Het dagelijks bestuur van de provincie Utrecht is uit elkaar gevallen. Woensdag zegden PvdA en VVD het vertrouwen op in coalitiepartner CDA. Directe aanleiding is een debat, afgelopen vrijdag, over woningbouw in de Utrechtse polder Rijnenburg.

Het CDA stemde tegen een motie ingediend door PvdA, VVD, GroenLinks en de ChristenUnie. Met de motie, die aangenomen werd, wilden die partijen het college van Gedeputeerde Staten opdragen om de stad Utrecht zo ver te krijgen om minimaal 15.000 woningen in de polder te bouwen. De stad wil niet meer dan de helft.

De statenfractie van het CDA vond ook dat meer woningen wenselijk zijn, maar wilde de stad daartoe niet dwingen. Op basis van de nieuwe wet Ruimtelijk Ordening heeft de provincie die macht sinds 1 juli wel.

Hoewel ik de ins en outs van de Utrechtse provinciale politiek niet ken, zou ik denken dat de indieners van de motie mooi samen een coalitie kunnen vormen. PvdA, VVD, ChristenUnie, GroenLinks vind ik best een spannende combinatie! Als ik de zetels goed geteld heb een kleine, maar werkbare meerderheid. Na Noord-Holland en Zeeland zou dat het derde college van GS zijn waaraan GroenLinks mee doet. Of loop ik nu erg op de zaken vooruit?