Huizenbezit

Toen ik zes jaar geleden (bijna op de dag af) een huis kocht, werd ik door sommigen nog wel wat raar aangekeken. Kopen??? Zeker ook binnen GroenLinks was het lange tijd not done en werd huren flink gepropageerd. Ik heb er nooit spijt van gehad (bezit is helemaal niet slecht…) en zie de waarde van mijn huis bijna met de maand toenemen.

Inmiddels is er gelukkig veel veranderd, ook in GroenLinks. Kopen zou wat mij betreft nog heel wat meer gestimuleerd mogen worden, bijvoorbeeld via Koopgarant of andere vormen van maatschappelijk gebonden eigendom. Ook in mijn eigen buurt Bos en Lommer zou het goed zijn als de koopvoorraad veel harder zou toenemen, want de verdeling is nog steeds reuze scheef. Het Planbureau voor de Leefomgeving pleit niet voor niets voor meer koopwoningen en ook de LMV komt met verontrustende berichten over stagnatie op de koopwoningmarkt.

Ik was dan ook blij met de snelle reactie van Ineke van Gent, als eerste stap in de goede richting:

Minister Vogelaar moet werk maken van verkoop huurwoningen

Minister Vogelaar moet corporaties dwingen een deel van hun huurwoningen te verkopen aan huurders. Zonodig moeten huurders daarvoor een wettelijk recht krijgen om hun woning te kopen. Dat stelt Ineke van Gent in reactie op recent onderzoek naar de woonwensen van huurders. Daaruit bleek dat een kwart van de huurders graag zijn of haar woning wil kopen. Corporaties verkopen echter maar mondjesmaat: het aantal verkochte huurwoningen blijft al jaren steken op enkele duizenden per jaar. Dat moeten er, als het aan GroenLinks ligt, minstens vijftigduizend worden.

Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving dat vandaag is gepubliceerd, bleek nog eens dat de woningmarkt ontwricht is door de scheve verhouding tussen huur- en koopwoningen. Door het gebrek aan koopwoningen, rijzen de prijzen de pan uit en worden de huizen voor veel mensen onbetaalbaar. Met name in de Randstad, maar ook in andere delen van het land, kampen jongeren, starters en mensen met een bescheiden inkomen met dit probleem.

Ineke van Gent voelt zich door de aanbevelingen van het Planbureau gesteund in haar pleidooi voor de verkoop van huurwoningen. Zij vraagt daarom ook minister Vogelaar om de onderzoeken serieus te nemen en in actie te komen voor het herstel van de woningmarkt.

Project 2008: strategie

Net als Simon was het mij ook opgevallen dat het op de Planeet zo stil is over de stukken die vlak voor het weekend zijn verschenen over de toekomst van onze partij. Komt het door de vakantie? Dat is des te opvallender omdat er in de aanloop naar het Toekomstproject en in de afgelopen maanden toch veel discussie over was (of is dat mijn verkokerde partijraadsblik?).

Nou ja, hoe dan ook, laat ik dan mijn poging wagen om de discussie wat leven in te blazen. Twee opmerkingen vooraf. Eén: ik ontkom niet aan het feit dat het makkelijk kritiek leveren is van de zijlijn. Ik vind dat er door heel wat GroenLinksers met enthousiasme en inzet aan is gewerkt en in het stuk komt een aantal belangrijke dilemma’s en uitdagingen terug. Twee: over inhoud wordt binnen GroenLinks al (te) veel gepraat, dus ik beperk me tot het deel over strategie en organisatie. Vandaag strategie en dan houdt u organisatie nog van mij tegoed (moet ik nog wat langer op kauwen).

Het uitgangspunt is helder: we zijn voor te veel mensen ‘goede tweede’  en we willen ook voor hen ‘eerste keus’ worden. Een stem op GroenLinks wordt door heel wat kiezers overwogen, maar in het stemhokje pakt de feitelijke keus toch anders uit. Er is geen andere partij in Nederland waar het potentieel en het feitelijke stemmenaandeel zo ver uit elkaar ligt. What to do?

In het stuk worden zes aspecten onderscheiden die invloed kunnen hebben op de partijkeuze. Twee daarvan hebben met ratio (strategie) te maken, vier met gevoel (sympathie). Nog los van het feit dat het raar is strategie en ratio zo nadrukkelijk gelijk te stellen, zijn de genoemde aspecten ook wat raar ingedeeld. Identificatie met inhoud en issues wordt geschaard onder gevoel, vertrouwen wordt onder ratio gezet. Ook in de uitleg van de zes aspecten komt deze verwarring steeds terug. Want bij de onderdelen die over het gevoel gaan, wordt telkens weer op inhoudelijke afwegingen teruggegrepen. Volgens mij ligt de uitdaging ook eerder in het verbinden van ratio en gevoel dan in het ontrafelen van die twee, zoals hier lijkt te gebeuren.

Waar ik vooral scherpte mis, is bij de issues waar GroenLinks zich op moet richten. Er wordt geconstateerd dat het profiel te ‘waterig’ is en meer focus nodig is. Maar de uitwerking is mij niet duidelijk. Aan de ene kant wordt (terecht) geconstateerd dat meer focus betekent ‘sommige dingen niet doen’. Mijn vertaling daarvan: GroenLinksers willen overal een mening over hebben (en die is meestal ook nog prima onderbouwd ook). Aan de andere kant lijkt de suggestie te zijn dat we op de thema’s waarop onze boodschap niet duidelijk is, een meer onderscheidend profiel moeten krijgen. Oftewel: ook uitleggen dat GroenLinks tolerant is en sociaal en internationaal. Strategie betekent naar mijn smaak: écht keuzes maken en dat wordt hier toch weer uit de weg gaan. Het lijkt mij essentieel om de thema’s die we laten vallen, eens expliciet te benoemen! 

Doorgaans worden drie strategieën van politieke partijen onderscheiden: het behalen van stemmen, regeringsdeelname en realiseren van een programma. Die strategieën kunnen elkaar versterken, maar ze bijten elkaar tegelijk ook. Hoe veel van je politieke idealen ben je bereid op te geven om aan een regering mee te mogen doen? Hoever ga je in het aanpassen, afzwakken of opleuken van je boodschap om zoveel mogelijk kiezers te trekken? Bovendien is een kleine partij soms een aantrekkelijker coalitiepartner dan een grote partij die met een grote verkiezingswinst en bijbehorend wensenlijstje komt aanzetten.

Ik heb het gevoel dat het probleem dat in ‘Scoren in de Linkerbovenhoek’ niet werd opgelost, nog steeds boven de markt hangt. Want de suggestie wordt opnieuw gewekt dat je trouw kunt blijven aan je ‘niche’ positie in de hoek van het politieke spectrum, maar wel veel meer kiezers kunt trekken en ook nog eens meebesturen. Als we maar de juiste kandidaten vinden om de boodschap uit te dragen, overal maatschappelijke coalities aangaan en vertellen dat GroenLinks ‘best belangrijk’  is.

Ik ben geneigd in deze romantische gedachte niet te geloven. Een échte herbezinning op onze ideeën is nodig, vanuit het strategische perspectief van regeringsmacht. Mijn voornaamste probleem is dat de kool en de geit weer gespaard worden. Dat zal vanuit duurzaamheid ongetwijfeld goed te verdedigen zijn, maar is hét recept voor nog heel wat jaren leuk meedoen, maar als het erop aankomt telkens tweede keus zijn.

Wordt het ooit nog wat met de kilometerheffing?

Al sinds ik in de Staten zit (2003) wordt gesproken over de kilometerheffing. Als provincie zijn we hier al jaren voorstander van en hebben we ook al aangeboden in onze regio proef te draaien. Maar Den Haag werkt niet erg mee, tegenwoordig vooral dankzij de conservatieve coalitie van SP, PVV en VVD.

Telkens is er weer wat: de technische haalbaarheid, de milieuwinst, de lasten voor de automobilist, het provinciale belastinggebied of de juiste plek voor regionale experimenten. Ik hoop maar dat van al dat uitstel geen afstel komt, maar echt positief kan ik niet worden van dit soort berichten:

Geen groen licht voor kilometerheffing

DEN HAAG – Het kabinet heeft woensdag niet het groene licht gekregen van de Tweede Kamer om door te gaan met de voorbereidingen voor de kilometerheffing. Het venijn zat in de staart van een debat in de Kamer met staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën en minister Camiel Eurlings van Verkeer.

Aanleiding is een nieuwe provinciale belasting die in de maak is. Met de komst van de kilometerheffing verdwijnen namelijk de zogenoemde opcenten op de wegenbelasting. Dat scheelt de provincies jaarlijks ruim 1 miljard euro inkomsten. Zij overleggen met het kabinet hoe dat verlies te compenseren.

De Kamer, met voorop de coalitiepartijen PvdA en CDA, wil echter niet dat de automobilist ‘dubbel’ gaat betalen, tegen de afspraken in. Kamerlid Lia Roefs (PvdA) vreest dat in de provincie de klap het hardst zal aankomen. Ook CDA-collega Ger Koopmans waarschuwde De Jager, een partijgenoot, daarvoor.

Volgens de staatssecretaris zou de pijn kunnen meevallen. De autorijder zou sowieso jaarlijks 2 miljard euro goedkoper uit zijn met de kilometerheffing. Hij noch Eurlings kon de Kamer echter geruststellen. Het debat werd niet afgerond, omdat de bewindslieden andere verplichtingen hadden. Na een heftig overleg besloot de verkeerscommissie later dat er donderdag verder wordt gepraat.

SP, VVD en PVV, die opnieuw geen spaan heel lieten van de plannen voor de kilometerheffing, zouden echter wel eens weg kunnen blijven, kondigde de liberaal Paul de Krom aan. Donderdag is de laatste dag voor het zomerreces. Als de Kamer niet alsnog instemt met de plannen van Eurlings voor onder andere enkele techische experimenten, lopen die enkele maanden uitstel op. De bewindsman waarschuwde dat de planning om de heffing vanaf 2011 in te voeren, daardoor niet kan worden gehaald.

Eerder vroeg het CDA om een beter voorstel voor de omzetting van de aanschafbelasting (BPM) op auto’s in een flexibele CO2-heffing. Hij verwees naar recente kritiek van ANWB, VNO-NCW en MKB Nederland op de milieuwinst van de maatregel die de aanschaf van minder vervuilende auto’s moet bevorderen. Volgens Eurlings was VNO-NCW-voorman Bernard Wientjes ‘zeer content’ over het voorstel. De Jager zei dat de milieuwinst ‘substantieel hoger’ is dan wordt beweerd.

Het zit erop

Althans, voorlopig. We zijn aanbeland in wat in politiek jargon het reces heet. Wat dus iets anders schijnt te zijn dan vakantie.

Afgelopen maandag de laatste Statenvergadering, die ondanks het aanvangstijdstip van 10.00 toch weer behoorlijk laat werd. Aan het eind van deze vergadering kozen we Bart Heller (unaniem) als nieuwe gedeputeerde, als opvolger van Albert Moens. Daarna was het tijd voor de traditionele barbecue om het politieke jaar af te sluiten.

Overigens was er ondanks het reces dinsdag nog een fractievergadering op locatie, met lokale vertegenwoordigers uit de regio Waterland. Fraai decor hiervoor was dit keer boerderij Achtervennen in Ilpendam. We kregen vers van de pers het nieuws dat GroenLinks een paar minuten eerder was toegetreden tot het college van B&W in Waterland. Verder wisselden we actuele zaken uit de provinciale en lokale politiek uit.

Donderdag was in restaurant Groenendaal het afscheid van Albert Moens. Het was een gezellige bijeenkomst, met een rake speech van Albert. Hier wel de traditie in ere gehouden (in tegenstelling tot de barbecue een paar dagen eerder) om als één der laatsten te vertrekken. 

Over het vertrek van Albert en de opvolging door Bart nog het volgende. Ik kreeg laatst de vraag waarom dat niet in bredere kring gecommuniceerd is. Ik begrijp die vraag en ben in principe ook een groot voorstander van openheid in dit soort zaken. Het formele antwoord is dat de fractie gaat over de keuze van een gedeputeerde en invulling van een tussentijdse vacature, maar er valt iets meer over te zeggen. Gezien het feit dat het nieuws over Alberts vertrek vertrouwelijk was – en zodra het in iets bredere kring bekend werd ook meteen naar de pers werd gelekt – leek het ons goed dit onderling te bespreken en was het niet mogelijk de afdelingen van GroenLinks erbij te betrekken.

Het was ook zaak op korte termijn een opvolger te vinden, vanwege het naderende reces. Na uitgebreide discussie in de fractie over de te volgen procedure en het profiel van de opvolger, kwamen we allemaal tot de conclusie dat Bart de best denkbare kandidaat was. We zijn dan ook heel blij dat hij de komende jaren in het college de GroenLinks kleuren wil verdedigen. Uiteraard zullen wij de gang van zaken graag op een provinciale ledenvergadering nader toelichten.

Valencia

Eens in de vier jaar mag iedere Statencommissie op buitenlands werkbezoek. Het reisdoel van de commissie Ruimtelijke Ordening en Grondbeleid  was dit keer Valencia. We hebben genoten van het prachtige weer, een wonderschone stad en heerlijk gegeten en gedronken. Dit ter geruststelling van degenen die zouden kunnen denken dat we ons te weinig vermaakt hebben…

Reden om Valencia uit te zoeken is het zogenaamde Valenciaanse model. In reactie op stagnerende bouwproductie, lange procedures en lage kwaliteit van nieuwbouwlocaties werd in 1995 de LRAU ingevoerd, de Ley Reguladora de la Actividad Urbanistica. Met deze nieuwe wet zijn een aantal procedures bij de ontwikkeling van nieuwe locaties samengevoegd, krijgen de grondeigenaren een sterkere positie en – cruciaal – komt het initiatief te liggen bij de ‘urbanisador’ om een plan in te dienen. Voor verdere uitleg van de LRAU (die overigens inmiddels is opgevolgd door de LUV) verwijs ik graag naar het werk van Demetrio Muñoz Gielen, tijdens deze reis ook onze begeleider – zowel qua RO als taal.

We hebben een groot aantal projecten gezien en kregen toelichting van wethouders uit Valencia en Torrent. De Generalitat de Valencia zorgde voor de regionale insteek, terwijl ook een projectontwikkelaar en een groep felle tegenstanders aan het woord kwamen. Ter lering en vermaak bezochten we ook nog het Nationaal Park Albufera.

Wat heb ik nu geleerd? Gedurende de verschillende presentaties en discussies heb ik een lijstje gemaakt met voor- en nadelen van het Valenciaanse model. Ik vat ze even kort samen:

Voordelen

  • snelle ontwikkeling, ook binnenstedelijk
  • verkorting en vereenvoudiging procedures (minder bij LUV)
  • ruimte voor eigen initatief, ook zonder grondpositie
  • realisatie infrastructuur en publieke voorzieningen op kosten van urbaniseerder
  • overheid kaderstellend, urbanisador uitvoerend
  • collectieve belangen gewaarborgd

Nadelen

  • té snelle/te veel ontwikkeling
  • locatiekeuze van de urbanisatie
  • plannen te algemeen (alles kan…)
  • voldoende bescherming individuele belangen?
  • controle lokale ontwikkelingen (nauwe banden politiek-ontwikkelaar)
  • gebrekkige regionale regie

Het aardige is dat je enerzijds inspiratie opdoet en bedenkt hoe een aantal zaken ook in Nederland ingevoerd zouden kunnen worden. Anderzijds kom je er door deze ervaring ook achter dat sommige dingen in Nederland nog helemaal zo slecht niet geregeld zijn…

Zomaar een zaterdag in Utrecht

Toen we rond vieren nog niet klaar waren met stemmen over een motie die volgens mij helemaal niet ingediend had moeten worden, vond ik het mooi geweest. Naar huis. Eigenlijk had ik dat al een half uur eerder willen doen, want ik heb nog het nodige voor te bereiden voor de Statenvergadering van maandag.

Gelukkig heeft René al goed verslag gedaan van deze middag, dus dat stuk zal ik overslaan. Ik deel ook helemaal zijn scepsis over dit soort vergaderingen en de ergernis over sommige collega-partijraadsleden. Op dat soort momenten merk ik dat ik eigenlijk weer achter die voorzitterstafel zou willen gaan zitten om de boel eens bestraffend toe te spreken en oeverloos gedoe om niks af te kappen. Maar ja, ik ken mijn plek…

Connexxion van twee kanten in het nauw

De druk op Connexxion wordt verder opgevoerd…

Provincie betaalt Connexxion niet vanwege staking

Haarlem/Velsen – De provincie Noord-Holland betaalt Connexxion niets zolang de bussen niet rijden. De vervoerder loopt daardoor inkomsten mis. Om wat voor bedrag het gaat, konden provincie en Connexxion maandag niet zeggen.

De provincie is opdrachtgever voor het openbaar vervoer in de regio’s IJmond/Haarlem, Noord-Holland-Noord en Gooi- en Vechtstreek. Ze heeft daarvoor een contract afgesloten met Connexxion.

Er wordt betaald per gereden uur. Voor de bussen die niet reden tijdens de CAO-acties, betaalt de provincie niet.