SP krijgt het weer voor elkaar

Gisteren sprak ik de verwachting uit dat de SP op haar website zou gaan proberen recht te praten wat krom is en ik ben erg blij dat daaraan zo snel al voldaan is. Ik moet zeggen, de opening is origineel:

Het PVVP is geactualiseerd. Het PVVP heeft niets met de PVV te maken, behalve dan misschien dat de partij van Wilders net zo dol is op extra asfalt als het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland.

Daarna gaat het op de overbekende toon verder:

Iedereen weet dat extra asfalt geen duurzame oplossing is voor de files, maar VVD, PvdA, CDA en GroenLinks in Noord-Holland hebben er torenhoge verwachtingen van. Ten tweede wordt extra openbaar vervoer afhankelijk gemaakt van extra asfalt. Pas als er voor € 200 miljoen extra asfalt komt, investeert de provincie ook in € 200 miljoen openbaar vervoer.

Tsja, ik zou ook kunnen zeggen dat de opvatting van de SP over het PVVP niks met de PVV te maken heeft, behalve dan dat je de indruk krijgt dat de SP ongeveer alle bladzijden uit het PVVP gescheurd heeft tot het de dikte van de Donald Duck had. Als je voorin begint met scheuren, dan blijven inderdaad achteraan een paar pagina’s met plannen voor infrastructuur over. Maar wie de moeite neemt om het hele plan te lezen komt daarin ook tegen: beprijzing (ja ik weet dat de SP daar tegen is, oh nee, alleen op dit moment, straks misschien niet meer), verkeersmanagement, ketenmobiliteit, impuls fiets, hoogwaardig openbaar vervoer en afstemming ruimtelijke ontwikkelingen en bereikbaarheid. Sterker nog, dat zijn zelfs speerpunten van dit verkeers- en vervoersplan.

Ten tweede is de bewering dat er eerst € 200 miljoen voor wegen moet komen voordat de € 200 miljoen voor openbaar vervoer beschikbaar komt, gewoon onzin. Die koppeling is nooit gelegd: als we morgen het geld voor de Zuidtangent kunnen uitgeven dan doen we dat. Bovendien, hoe is het anders te verklaren dat we al geïnvesteerd hebben in RegioNet en de bereikbaarheid van de kust?

Alsof er niks gebeurd is

Geheel hersteld kon ik vandaag aan de slag voor een al met al toch nog best lange Statenvergadering. Uiteraard bij binnenkomst de nodige verbazing dat ik zo snel alweer present was: wat doe jij hier??? Naast de warme ontvangst en belangstelling van alle kanten hoe het met me ging ook de nodige spottende opmerkingen over hoe slecht sport voor je is en over mijn jeugdige overmoed. Cornelis Mooij meldde dat Winston Churchill eens gezegd zou hebben dat de enige sport die hij ooit had bedreven het tillen van zijn vaders doodskist was.

Zelf mocht ik het woord voeren over twee onderwerpen. Allereerst de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement, wat minder saai is dan het misschien klinkt. Kort gezegd komt het erop neer dat je een balans zoekt tussen de hoeveelheid geld die je in kas hebt en de hoeveelheid geld die je kwijt zou kunnen zijn aan allerhande financiële en juridische risico’s. Vaak wordt gezegd dat Noord-Holland een rijke provincie is, dus deze nota is erg nuttig om inzicht te krijgen in wat wel en wat niet tot het vermogen behoort. Maar samen met CDA en PvdA constateerde ik wel dat we ons erg ruim hebben ingedekt voor de risico’s. Dat biedt dus wat financiële speelruimte die we heel goed zouden kunnen gebruiken.

Het andere onderwerp was het Provinciale Verkeers- en Vervoersplan, de visie op mobiliteit en bereikbaarheid tot 2013. Een nota waar GroenLinks in grote lijnen tevreden over is, gezien de nadruk die ligt op ketenmobiliteit, oftewel de aansluiting tussen verschillende vormen van vervoer. Bovendien zijn we blij met provinciale speerpunten als verkeersmanagement, impuls fiets, beprijzing en hoogwaardig openbaar vervoer. Daarnaast heb ik het gehad over het belang van duurzaamheid en leefbaarheid bij het oplossen van bereikbaarheidsproblemen. Waar door anderen milieu en natuur vaak als lastig en onnodig vertragend worden gezien, heb ik benadrukt dat we dat soort regels niet voor niets hebben: door vieze lucht worden mensen ziek en sterven zij eerder en kwetsbare planten en dieren dreigen te verdwijnen. Er is meer dan bereikbaarheid alleen. Bovendien, we moeten niet doen alsof groei van de mobiliteit een soort natuurwet is – in hoeverre je die groei faciliteert of juist afremt is een politieke keuze.

Ik heb me voorgenomen over het merkwaardige stemgedrag van de SP bij dit punt en de al even merkwaardige argumentatie daarbij hier maar eens niks te zeggen. Daar houd ik mij aan, behalve dat ik giftig kan worden wanneer de SP calimt nog de enige groene partij te zijn. Overigens heb ik zo’n vermoeden dat binnenkort op de website van de SP wel weer eea over mijn inbreng te vinden zal zijn, daar heb ik inmiddels ervaring mee. Reageer ik tegen die tijd alsnog wel

Aan het eind van de avond presenteerde Klaas bij gedimde lichten ons voorstel voor duisternisbeleid. Met name in het zuiden van onze provincie is het bijna nergens nog echt donker, maar ook in het noorden worden die plekken zeldzamer. Of het nu komt door wegverlichting, kassen of bedrijventerreinen, het licht is bijna 24 uur per dag aan. Dat is nadelig voor het ritme van mensen en dieren, maar ook slecht uit het oogpunt van energiegebruik. Het voorstel is nu alleen procedureel besproken, ben benieuwd wat de andere partijen er inhoudelijk van zullen vinden.

Houd de haven in toom

Uit een Amsterdams burgerpanel van 16 mensen klonk deze week een voor GroenLinks zeer herkenbaar én welkom geluid over de toekomst van het havengebied. Het Parool schreef hierover:

‘Geen groei haven buiten stadsgrens’ 

AMSTERDAM – De Amsterdamse haven moet niet uitbreiden in buurgemeenten. In bestaande havengebieden moeten bedrijven die te weinig bijdragen aan de economie plaats maken voor veelbelovende nieuwe ondernemingen. (…)

De nadruk ligt volgens de panelleden te veel op economische groei. De haven kijkt te snel naar nieuwe terreinen en onvoldoende naar groei in bestaand gebied. Zo zou bestaande, minder gewenste bedrijvigheid naar bijvoorbeeld Delfzijl moeten verhuizen om de zo vrijgekomen ruimte voor wel gewenste bedrijvigheid te bestemmen.

Het havenbedrijf zou ook strenger moeten kijken welke lading het wel wil verwerken en welke niet. Zo vindt het panel kolen ‘vanuit het oogpunt van duurzaamheid’ ongewenst. "Kolenoverslag levert weinig werkgelegenheid op en moet op termijn dan ook afgebouwd worden." Steenkool is juist één van de belangrijkste overslaggoederen in de Amsterdamse haven.

Het panel mist recreatie en natuur in de toekomstplannen van het havenbedrijf. Zo zouden Amsterdammers veel meer bij de haven betrokken raken, als er fietsroutes, uitzichtpunten bij de belangrijkste havenbedrijven en zelfs huizen en bioscopen komen. Het burgerpanel speelt in de groeiplannen van de haven geen formele rol.

Interessant genoeg precies de argumenten die wij in de Staten ook al jaren hanteren in de discussie over het Noordzeekanaalgebied: 1) selectieve groei, dus alleen bedrijven die echt iets toevoegen en toekomst hebben; 2) inzetten op beter benutten van bestaande terreinen voor je nieuwe terreinen uitgeeft; 3) een bredere benadering dan alleen economie, dwz ook ruimte voor recreatie en natuur. Het is heel prettig om bij een burgerpanel daarvoor weerklank te vinden en ik zal de uitkomsten hiervan dan ook graag benutten als we straks in de commissie WVV weer over de havens spreken.

Benzineboycot

Door de oproep om niet meer te tanken bij Total moest ik terugdenken aan hoe het bij ons thuis (zo’n 18 à 19 jaar geleden) ging. Als verantwoord links gezin gingen we natuurlijk bijna altijd met het openbaar vervoer. Toch waren er van die gelegenheden dat de auto de enige optie was en dan stapten we met z’n vieren in de rode Opel Ascona. Ik denk niet dat die auto erg zuinig was, laat staan dat hij aan tegenwoordig geldende eisen voor uitstoot voldeed.

Maar wij leverden wel onze bescheiden bijdrage aan het verbeteren van de wereld. Want hoe leeg de tank ook was, nooit zouden we pompen bij dat verderfelijke Shell. Dan nog liever zonder benzine langs de kant van de weg! Achteraf kun je je afvragen hoe effectief dit soort boycots zijn. Even goed zullen heel wat bewuste rijders bij de val van het apartheidsregime en de vrijlating van Nelson Mandela gedacht hebben dat zij daar toch maar mooi aan bijgedragen hadden.

Omdat ik ook nog steeds geloof dat kleine stapjes helpen, zal ik mezelf het goede gevoel niet onthouden lekker hard de Total voorbij te rijden.

Geld moet rollen

Afgelopen maandag twee commissievergaderingen die met financiën te maken hebben. ’s Ochtends – voor het eerst samen met ons nieuwe duo-lid Onno – de Rekeningencommissie. Het leukste onderdeel was helaas van de agenda gehaald, namelijk de fractieverantwoording over 2006. Omdat een aantal fracties in reactie op de bevindingen van de accountant nog aanvullende informatie leveren, was de bespreking naar de volgende vergadering uitgesteld. Verder niet zo’n spannende agenda, maar altijd wel een prettige, wat a-politieke commissie. In het besloten gedeelte werden we bijgepraat over de voortgang van de N201, één van de grote projecten waar we als provincie mee aan de gang zijn. Het mag duidelijk zijn dat ik over de inhoud van de bespreking niets kan zeggen, maar het is heel nuttig om als Rekeningencommissie dit zo van dichtbij te volgen.

Na wat ingelast werk ’s middags (er moet ook brood op de plank…) was het de beurt aan de commissie FEPO. Onder leiding van de nieuwe voorzitster Laila Driessen hadden we een ontspannen vergadering, die ook keurig binnen de tijd klaar was. Het interessantst vond ik de discussie over het weerstandsvermogen en risicomanagement. Toegegeven, dat klinkt tamelijk saai, maar als je er wat langer over nadenkt is het best spannend. Aan de ene kant probeer je de risico’s die je als provincie loopt (projecten die niet doorgaan of veel duurder worden dan gepland, lange bezwaarprocedures, schadeclaims) te voorkomen. Aan de andere kant houd je de nodige hoeveelheid geld in kas voor het geval een deel van die risico’s bewaarheid wordt en de provincie moet dokken. Hoe zoek je de balans tussen die twee en hoe voorzichtig moet je zijn – oftewel hoeveel geld moet je in reserve houden? Hoe conservatiever je bent, des te minder is er om te investeren, maar hoe zekerder dat je tegenvallers kunt opvangen. Een boeiend dilemma, waar ook in GroenLinks heel verschillend over wordt gedacht.

Rita redt het niet

Met het gevaar dat ergens in 2009 of 2010 keihard met mij afgerekend zal worden om deze voorspelling, waag ik het er toch maar op.

Het wordt niks met Rita.

Ze heeft niet het politiek-strategische inzicht (en ook niet de adviseurs om haar heen die dit gebrek compenseren) om een serieuze partij op te richten en te leiden die een écht alternatief is voor Wilders of de VVD. Sterker nog, Rutte en Kamp zullen samen de conservatieve en sociale liberalen in de VVD verenigen, terwijl Wilders zich ontfermt over het voormalig LPF electoraat. Verdonk komt daartussen klem te zitten en is voor geen van de kiezersgroepen een echt aantrekkelijk alternatief.

De komende jaren in de Tweede Kamer worden eenzame jaren waarin Rita – als ze er niet voortijdig de brui aan geeft – weinig tot niets zal klaarspelen en langzaam door het volk wordt vergeten.