Gezocht: baas van de provincie

Vanwege het vertrek van Harry Borghouts, mogen we op zoek naar een nieuwe Commissaris van de Koningin. Afgelopen maandag zaten we met de fractievoorzitters voor het eerst bij elkaar om de procedure te bespreken. De eerste stap is het opstellen van een profielschets, waarvoor de versie die in 2001 is gebruikt maar weer eens onder het stof vandaan is gehaald. Interessant om te zien hoe zo’n schets ook iets weergeeft van het tijdsbeeld, nog net voor de Fortuyn-revolutie. Ik ben benieuwd hoe mijn collega’s vandaag de dag aankijken tegen deze wensen:

2. Bij gelijke geschiktheid
willen wij een vrouw voorrang geven.

5. De commissaris moet in- en
extern een open houding hebben ten aanzien van de verschillende levensbeschouwelijke, politieke en/of
maatschappelijke opvattingen. Hij of zij kent een open, tolerante instelling
ten aanzien van minderheidsgroeperingen en is immer bereid tot dialoog.

Nu er nog maar één vrouwelijke CdK over is (Karla Peijs), lijkt me het tweede punt actueler dan ooit. Hoe de open en tolerantie houding vandaag de dag invulling zou moeten krijgen, levert vast ook een mooie discussie op.

Intussen wordt ook al flink gespeculeerd (ik hoor zelfs al van weddenschappen) wie de nieuwe Commissaris zal worden, of in elk geval van welke politieke kleur hij of zij zal zijn. Borghouts zelf constateerde al ironisch dat de weg vrij is voor een PvdA-Commissaris. Veel van de andere speculaties die ik hoor gaan echter in de richting van een D66-commissaris.

De redenering gaat ongeveer zo. De PvdA zit weliswaar niet ruim in de CdK’s en ook nog eens in kleinere provincies, maar heeft wel de burgemeesters drie van de grote vier steden – alleen Den Haag niet. Een grote provincie als Noord-Holland ook in PvdA-handen geeft te grote Randstad dominantie. Het CDA heeft al vijf Commissarissen,  nog één erbij zou betekenen dat de helft van de provincies een christen-democratische CdK heeft, dat wordt wel erg scheef. De VVD is al de grootste partij in Noord-Holland en heeft daarmee een prominente plek in het college. Bovendien is men met drie CdK’s (onder wie IPO-voorzitter Jan Franssen in Zuid-Holland) niet slecht bedeeld.

Na de mooie kans die GroenLinks ruim zeven jaar gegund is, verwachten weinigen dat deze partij opnieuw een CdK mag leveren. Misschien weer bij een volgende vacature… Blijven als serieuze opties ChristenUnie en D66 over. Het kan in het voordeel van beide partijen zijn dat zij geen onderdeel van het huidige college uitmaken. De ChristenUnie heeft nog nooit een CdK gehad, D66 is er met Staal (Utrecht) en Jager (Flevoland) recent twee kwijtgeraakt. De inschatting is dat D66 uit een groter arsenaal aan ervaren en kundige bestuurders (zeker ook vrouwelijke!) kan putten dan de ChristenUnie.

Maar uiteraard kiezen de Noord-Hollandse Staten niet voor partijkleur, maar voor kwaliteit…

Political Song VIII: Joni Mitchell – Big Yellow Taxi (1970)

Een van mijn lievelingsfilms is Love Actually. Ik zie hem zeker één keer per jaar (niet noodzakelijkerwijs met kerst) en geniet er elke keer weer van. Welke gevolgen deze bekentenis heeft voor mijn imago weet ik niet, maar deze gevoelens kon ik niet langer verborgen houden. Een volgende keer misschien meer over mijn verslaving aan de Sissi-trilogie…

Deze fascinatie komt niet alleen door de oogverblindende Keira Knightley, maar ook door de verwikkelingen in het huwelijk van Harry en Karen, gespeeld door topacteurs Alan Rickman en Emma Thompson. Het gaat erg stroef tussen deze twee en intussen loert secretaresse Mia ook op haar kansen. Terwijl Karen hoopt een mooie halsketting te krijgen, is haar kerstcadeau het album Both Sides Now van Joni Mitchell: "to continue your emotional education." Op de slaapkamer huilt Karen haar verdriet weg, terwijl de schitterende titelsong op de achtergrond klinkt.

Met een lange omweg kom ik zo bij het lied waar het in kader van deze serie om gaat: ‘Big Yellow Taxi‘, de aanklacht van Joni Mitchell tegen de manier waarop natuur en milieu worden aangetast. Big Yellow Taxi is geïnspireerd door een bezoek aan Hawaii, waar Mitchell kijkend uit haar hotelkamer in de verte de prachtige groene bergen zag, maar in de directe omgeving overal niets dan parkeerplaatsen:

They took all the trees
And put them in a tree museum
Then they charged the people
A dollar and a half just to see ‘em
Don’t it always seem to go,
That you don’t know what you’ve got
‘Til it’s gone
They paved paradise
And put up a parking lot

Onder anderen Bob Dylan en recenter de Counting Crows hebben dit nummer gecoverd. Maar het origineel blijft toch het mooiste, zoals bij dit  live concert in 1970:

Dam tot Dam loop 2009

Het was een heerlijke dag: beetje wind tegen, niet te warm en als altijd weer heel veel enthousiast publiek langs de route. Mijn doel, het verbeteren van mijn persoonlijk record, is ook gelukt. Voor het eerst onder de 1.20 gedoken. Ik mag wel zeggen met mathematische precisie. De nieuwe toptijd luidt 1.19.00. Hieronder in schema hoe ik tot die tijd ben gekomen:

2,5 km 12:00
5 km 23:41 (23:41)
7,5 km 35:50
10 km 48:11 (24:30)
12,5 km 1:00:59
15 km 1:13:49 (25:38)

Oftewel, na een snelle start steeds een licht verval, met een mooie versnelling op de laatste kilometer. Gemiddelde snelheid was 12,2 km/u. Wie nog meer details wil weten, kan die vinden op deze website, zoek naar ‘Binnema’ of startnummer 40526.

De Toekomst

Sinds gisteravond is GroenLinks een netwerk rijker. Een netwerk met jonge en frisse ideeën, een netwerk voor een groep in onze partij die tot nu nog geen echt onderdak had. Samen met Paul, Jos en Jaap heb ik een paar maanden geleden het initiatief genomen voor de oprichting van De Toekomst, voor actieve jonge GroenLinksers tot 35 jaar.

Nu was het dan zover: in het Utrechtse Trianon werd het officieel bezegeld. Als ‘voorzitter’ (ik heb mij al laten uitleggen dat een netwerk eigenlijk geen voorzitter kan hebben) heb ik daarbij de volgende inleidende woorden gesproken:

Gewaardeerde aanwezigen,

Wat hebben de volgende personen met elkaar gemeen? Mark Rutte, Geert Wilders,
Arie Slob, Femke Halsema en Agnes Kant? Het intelligente
deel van ons gezelschap weet dat dit allemaal fractievoorzitters zijn in de
Tweede Kamer.
Maar daar gaat het mij niet om. Ik zou ook nog de namen van Wouter Bos en André Rouvoet kunnen
toevoegen, of uit onze eigen partij Kees Vendrik, Jolande Sap en Mariko Peters.

Zij zijn
allemaal kinderen van de jaren ’60. Nou ja, bij sommigen vraag ik me dat af,
maar in elk geval
geboren in de jaren ’60. Voor wie het nog niet door had: de
veertigers zijn aan de macht in dit land. Officieel hebben we nog wel een
premier uit de jaren ’50 om hieraan leiding te geven, maar de afgelopen dagen
heb ik begrepen dat het kabinet eigenlijk niet meer bestaat. JP de MP gaf toe dat
het niet zijn beste wedstrijd was, hij was niet helemaal in vorm, maar de
competitie is nog aan de gang.

Dit is geen opmaat naar een klagerig verhaal over een generatie voor ons die alle mooie
plekken bezet houdt. Wij zijn niet boos, niet gefrustreerd. Wij rammelen aan de
poort, maar beschaafd en met geduld. Onze kans komt nog wel.

Bovendien: op heel veel plekken doen wij al mee. Of het nou in Haagse kringen is, lokaal of
provinciaal, of op andere ondefinieerbare plekken; deze generatie, die
gemeen heeft dat we de verloren WK finale van 1974
niet hebben meegemaakt, is vrijwel overal actief.

Dat was voor
Paul, Jos, Jaap en mijzelf ook de reden onze eigen verantwoordelijkheid te nemen, de koppen bij elkaar te steken, de teugels en de broekriem aan te halen, de
krachten te bundelen en samen de schouders eronder te zetten. U merkt dat ik
mij, gezien mijn senioriteit, als de Balkenende van het gezelschap heb
opgeworpen.

We hebben uit
onze persoonlijke netwerken en via-via een grote groep jonge GroenLinksers (met
de arbitraire grens van 35 jaar) bij elkaar gezocht en uitgenodigd om hier
vandaag te zijn. Om de oprichting mee te maken van De Toekomst. We zijn blij
dat zovelen aan deze oproep gehoor hebben gegeven en blijkbaar het nut en de
lol inzien van een dergelijk netwerk.

Over de lol
komen we later wel te spreken, aan mij de taak iets te zeggen over het nut van
de Toekomst. We hebben allereerst gezegd wat we niet zijn: we zijn geen Dwars
voor die GroenLinksers die daar iets te oud voor zijn (of die dat zelf niet
vinden, maar van anderen te horen hebben gekregen dat ze daar iets te oud voor
zijn). We sluiten ons ook niet aan in de lange rij van werkgroepen die onze
partij rijk is.

We spreken bewust van een netwerk, daarmee het losse en
informele karakter aangevend. Overigens hebben we straks wel een paar
voorstellen om de Toekomst een klein beetje te formaliseren en te structureren.

We zien de
Toekomst als dé plek om elkaar te ontmoeten, ervaringen uit te wisselen,
successen te delen en samen te treuren over miskleunen. Ik zoek nog iemand om
bij uit te huilen over het vertrek van mijn commissaris Harry Borghouts.
Alhoewel… anderen hebben mij ook al gefeliciteerd met dit voortijdig afscheid en drinken er nog een biertje op;
weer een probleem minder.

Is het inderdaad
zo fijn om coalitiepartij te zijn, of geniet je juist van de oppositie? Is de
PvdA structureel onbetrouwbaar, of kun je het met de rode vrienden goed vinden?
Hoe verwerf je steun voor een motie, waarmee ben je als fractie zichtbaar? We
hopen dat de Toekomst een plek kan zijn om over dit soort inhoudelijke en
praktische zaken te discussiëren en van elkaar te leren.

Het denken staat
in GroenLinks niet stil. Hoewel we af en toe ook in onze partij de denktanks,
werkgroepen en commissies hebben, die uitgebreide teksten produceren, waarom het kabinet nu zo bekritiseerd wordt,
zijn er nog genoeg thema’s waar bij wijze van spreken wekelijks een debat over
georganiseerd kan worden. We willen dat debat in de partij aanwakkeren en in
alle zelfverzekerdheid en bescheidenheid denken we dat onze generatie nieuwe, frisse en
onconventionele ideeën heeft waar GroenLinks écht iets aan heeft.

Denken kan niet
zonder drank, inhoud niet zonder innemen en creativiteit niet zonder contact.
Wat ik maar wil zeggen met deze allitererende tegelwijsheid is dat het vooral
ook leuk en gezellig moet zijn. Daarmee heb ik meteen een ander belangrijk doel
van de Toekomst te pakken.
Wij hebben er zin in… toch?

Misschien zit, staat en hangt
hier over tien of vijftien jaar een nieuwe groep jonge actieve GroenLinksers
die constateert dat de generatie van eind jaren ’70, begin jaren ’80 de nieuwe
politieke elite vormt. Het is aan jullie om te beoordelen of dat een
schrikbeeld of een droombeeld is.

Voor nu feliciteer ik onszelf met de officiële oprichting van De Toekomst.

Haarlems college lijkt wakker te worden

Alweer ruim vier jaar geleden besloten Provinciale Staten ongeveer 200 miljoen euro beschikbaar te stellen voor openbaar vervoer. Een belangrijk deel daarvan (105 miljoen) was bestemd voor de Spaarnepassage in Haarlem. Oftewel: hoe komt de Zuidtangent onder het water door, om zo een betrouwbare en snelle verbinding te creëren die het steeds groeiende aantal reizigers aan kan. Zeker ook als in de toekomst de verbinding met de IJmond wordt gemaakt en over (een deel van) het tracé lightrail gaat rijden. Van de kant van de provincie is door gedeputeerde Cornelis Mooij telkens aangegeven dat het hierbij gaat om een tunnel, die in vele lange en korte varianten voorbij is gekomen.

Het Haarlemse college dat er tot 2006 zat, was niet erg enthousiast over het idee van een tunnel en zocht vooral naar mogelijkheden om de Langebrug beter te gebruiken, te verbreden of er een nieuwe brug naast te leggen. De gemeenteraad, aangespoord door mijn partijgenoten, wilde echter nadrukkelijk ook de optie van een tunnel onderzoeken. Het huidige college leek positiever over het idee van een tunnel. Ook in de stad begon het enthousiasme bij ondernemers en inwoners te groeien, zo kon ik zelf ook merken in de verschillende ateliers die werden georganiseerd.

Maar toen de échte keuzes gemaakt, begonnen verschillende partijen in de raad en ook de wethouders terug te krabbelen. De tunnel kon niet op de Turfmarkt uitkomen, ook de Kamp variant viel af en uiteindelijk ook de derde optie, Zuider Buitenspaarne. De raad nam vervolgens een merkwaardige motie aan, waarin 1) nog meer onderzoek naar de tunnel werd bepleit – alsof dat niet al vier jaar volop was gedaan – 2) de gedeputeerde nog een keer naar Den Haag mocht om over (extra) geld te praten en 3) als klap op de vuurpijl ook nog een aantal autoprojecten werden toegevoegd. En dat allemaal binnen de 105 miljoen van de provincie, eerder nog geringschattend de fooi van Mooij genoemd…

Terecht leidde dat tot verontwaardigde reacties in de commissie Wegen, Verkeer en Vervoer, kort voor de zomer. In grote meerderheid vroegen we de gedeputeerde om alternatieven te bedenken voor de 105 miljoen. Met als duidelijke boodschap: dit geld is bedoeld voor openbaar vervoer, niet voor de bereikbaarheid per auto en bovendien niet bij voorbaat beperkt tot Haarlem en omgeving. Op de reservelijst staan immers genoeg goede OV projecten elders in de provincie.

Met een vertraging van enige maanden lijkt de boodschap nu dan toch in Haarlem doorgedrongen, zoals vandaag in het Haarlems Dagblad is te lezen:


De kans is groot dat gemeente Haarlem kan fluiten naar de ruim 100
miljoen euro die de provincie dik drie jaar lang gereserveerd heeft
gehouden voor een beter openbaar vervoer in de stad. Dat besef lijkt nu
ook door te dringen bij het college van B en W in Haarlem.

Dat blijkt althans uit een brief van B
en W aan het provinciebestuur van 27 augustus, waarin de
stadbestuurders Gedeputeerde Staten nog maar eens oproepen de bewuste
104 miljoen in Haarlem te besteden. De reden van deze oproep blijkt óók
uit de brief: gedeputeerde verkeer Elisabeth Post van de provincie
blijkt de Haarlemse wethouders Jan Nieuwenburg en Maarten Divendal in
een gesprek op 19 augustus duidelijk te hebben laten doorschemeren dat
het geld wat haar betreft ook heel goed een bestemming búiten de regio
Haarlem kan krijgen.

De oppositiepartijen in de Haarlemse
gemeenteraad en delen van coalitiepartij VVD hebben herhaaldelijk op
dat gevaar gewezen.

Het provinciegeld was lange tijd gereserveerd voor de aanleg
van een tunnel onder het Spaarne voor de Zuidtangent. Na dik twee jaar
voorbereiding en studie slaagde Haarlem er vlak voor de zomerreces
echter niet in een besluit over de aanleg ervan te nemen.

Er zijn nog wel mogelijkheden om het project in Haarlem alsnog uit te voeren, maar op dit moment lijkt dat niet zo waarschijnlijk. Ik vrees echter dat deze wake up call te laat komt. Dan is het niet meer dan logisch verder te gaan kijken. Jammer, maar helaas.

Beeldvorming en politiek opportunisme

Misschien dat ik later zin heb om er nog eens wat uitgebreider over te schrijven. Nu duidelijk even niet. Vandaar dat ik even volsta met het bericht dat vandaag op de website van GroenLinks is verschenen:

GroenLinks betreurt aftreden Harry Borghouts

Op vrijdag 11 september heeft Commissaris van de Koningin Harry Borghouts
(GroenLinks) besloten per 1 december af te treden. De fractie van
GroenLinks betreurt dat het zover heeft moeten komen, maar heeft
uiteraard respect voor het besluit van Borghouts en bedankt hem voor
zijn grote inzet voor de provincie Noord-Holland, onder meer als
voorzitter van Provinciale Staten.

Harry Borghouts was sinds 2002 Commissaris van de Koningin in
Noord-Holland. Nog niet eerder had een GroenLinkser deze functie
vervuld. In 2008 werd hij door Provinciale Staten unaniem voor een
nieuwe periode herbenoemd, als eerste CdK die gebruik maakte van de
mogelijkheid om aan te blijven na zijn 65e.

Bij de aankondiging van zijn aftreden gaf Borghouts de volgende
korte verklaring: "Afgelopen zeven jaar heb ik met veel plezier het
ambt van commissaris van de Koningin uitgeoefend. Maar dat is nu
verdwenen." De fractie van GroenLinks begrijpt de keuze van Borghouts,
wiens positie door de gebeurtenissen van de afgelopen maanden onder
druk was komen te staan. GroenLinks constateert echter ook dat veel van
de aanvallen op Borghouts’ positie meer gevoed werden door beeldvorming
en opportunisme dan door inhoudelijke argumenten en feiten (of de wens
daar kennis van te nemen).

Fractievoorzitter Harmen Binnema: "Voor de zomer heb ik de oproep
gedaan aan de andere partijen in Provinciale Staten om Borghouts de
kans te geven zijn gezag en vertrouwen te herwinnen. Helaas moet ik
constateren dat dit de Commissaris van de Koningin niet gegund is en
sommigen al met moties van wantrouwen hebben gedreigd, voordat
Borghouts zijn kant van het verhaal heeft kunnen vertellen. Het lijkt
erop dat het oordeel al tevoren vaststond."

Duurzame oma

"Maar ik ben hier vooral omdat ik ook op deze school heb gezeten. 26 jaar geleden begon ik in groep 1, bij juf Marijke." Bewondering voor zo’n prehistorische voorganger en instemmend geknik: juf Marijke, die kennen ze wel. "Daarna nog bij meester Rob, in groep 3, toen ben ik verhuisd naar Friesland." Weer gaan een paar vingers de lucht in: "ik heb ook meester Rob gehad én juf Marijke!"

Vanochtend was ik op mijn oude lagere school, de Theo Thijssenschool in de Jordaan. Om u gerust te stellen: niet om zieltjes te winnen voor GroenLinks. Bovendien weet ik dat we aan ouders die op mijn partij stemmen in die buurt bepaald geen gebrek hebben. Nee, ik was er in het kader van de Dag van de Duurzaamheid (9.9.9) en mocht het verhaal ‘Duurzame oma’ van Sjoerd Kuyper voorlezen, net als vele anderen in Noord-Holland. Dat maar liefst vijf keer, voor verschillende klassen en verschillende leeftijden. Een knap geschreven verhaal, met moeilijke onderwerpen als hergebruik en energiebesparing op een toegankelijke en speelse manier verwerkt. Ik ben altijd blij wanneer verhalen over duurzaamheid niet moraliserend zijn, maar gewoon leuk zijn om (voor) te lezen.

‘We gaan oma helemaal hergebruiken’, zegt hij. ‘De haren uit haar kam geven we aan de vogels, om nestjes mee te maken, van haar snot gaan we poppetjes kleien, riddertjes, en van oma’s afgeknipte nagels maken we de harnassen. En alles wat ze tegen ons zegt, moet jij opschrijven, en van die woorden gaan we dan later gedichten maken.’
Louise legt haar arm om Bennies schouders en geeft hem een zoen op zijn hoofd. Bennie schrikt ervan.
‘Is het een stom plan?’ vraagt hij.
‘Het is een prachtig plan,’ zegt Louise. ‘Maar oma leeft er geen dag langer door.’

Het verhaal van Sjoerd Kuyper bleek in alle groepen goed aan te slaan en er kwam  ook een boeiende discussie na afloop van het voorlezen. De voorbeelden van besparen en hergebruik buitelden over elkaar heen: kleren van een neefje of nichtje overnemen, autobanden waarvan tegels voor het schoolplein worden gemaakt, regenwater om de wc mee door te spoelen. Ik was onder de indruk van alle creatieve ideeën en het was elke keer jammer om weer naar het volgende lokaal verder te moeten gaan.

Uiteraard ook nostalgische gevoelens bij het terugzien van mijn oude school, die in veel opzichten enorm veranderd is. Computers in de klas, een heel gedeelte nieuwbouw erbij gekomen, drie keer zoveel leerlingen, allemaal nieuwe gezichten. De oude speelzaal, waar elk jaar feestelijk werd afgesloten (met het onvermijdelijke Brandend Zand), die nu een gewoon leslokaal geworden is. De hal waar waarschijnlijk al lang geen schoolmelk meer wordt uitgedeeld in de middagpauze.  De herkenbare ervaring dat alles veel kleiner is dan je altijd dacht: het enorme plein waar je in de pauze speelde, blijkt eigenlijk een postzegelpleintje (en dan is het nog wel uitgebreid in de afgelopen jaren). En toch… ondanks alle veranderingen is de sfeer dezelfde als toen. Als ik kinderen had, zou ik het wel weten!

Het heeft veel te maken met de sfeerbepalende  leerkrachten die er in de jaren ’80 al waren en nu nog steeds zijn. Niet alleen mijn juf Marijke en meester Rob, maar zeker ook de onlangs  gestopte meester Fred  en (inmiddels) directeur Peter Sargentini. Met de laatste praatte ik na afloop van de vijf voorleessessies na over wat het is om een basisschool te leiden midden in de Jordaan (autovrije straat, kinderlawaai), hoe het is om met kritische ouders om te gaan en hoe je aandacht en kleinschaligheid behoudt met ruim 500 leerlingen. Op zo’n ochtend groeit mijn bewondering voor al die meesters en juffen die dit mooie werk met zoveel betrokkenheid doen.

Daar krijg ik nou energie van!