Bijgeloof

Eigenlijk ben ik helemaal niet bijgelovig. Maar voor Ajax maak ik graag een uitzondering. Mijn enige probleem is dat ik nog steeds geen ritueel heb gevonden dat een garantie biedt op succes.

Vroeger luisterde ik zondagmiddag op mijn slaapkamer naar Langs de Lijn. Als het slecht ging, keek ik boos naar de elftalposter boven mijn bed en sprak ik de jongens streng toe dat ze meer hun best moesten doen. Mijn aansporingen werkten feilloos. In mijn herinnering viel de winnende goal altijd tijdens het vier uur journaal, zodat daarna meteen naar Ajax werd overgeschakeld. Maar misschien had het er ook gewoon mee te maken dat Ajax in die jaren vrijwel onverslaanbaar was en een nederlaag sowieso een zeldzaamheid was.

Later dacht ik dat Ajax niet kon verliezen als ik maar in het stadion zat. Het heeft inderdaad lang geduurd voor het zover was, dus ik heb de gedachte heel wat wedstrijden kunnen koesteren. Nadat de eerste nederlaag een feit was, volgden evenwel nog vele moedeloos stemmende jaren met legio kansloze en pijnlijke nederlagen. Bovendien merkte ik dat ik sommige mensen beter niet meer mee kon nemen naar Ajax, want die hadden blijkbaar een slechte invloed – de zwarte lijst was geboren.

Dit seizoen heeft Ajax een paar keer onverwachte overwinningen behaald als ik bij een GroenLinks bijeenkomst was en de wedstrijd dus niet live kon zien. De zeges in Hamburg, Florence en Nijmegen heb ik alleen per sms meegekregen. Is dat dan de oplossing? Aan de andere kant is het voor mijn zenuwen niet goed om niks te kunnen zien van de wedstrijd en wordt het wel een heel gedoe om bij alle wedstrijden een GroenLinks activiteit te organiseren.

Vandaag heb ik bij de wedstrijd tegen Utrecht weer iets ontdekt. Ik zat, zoals gewoonlijk bij uitwedstrijden, via Eredivisie Live te kijken, maar ben twee keer even de kamer uitgegaan: de eerste keer om mijn mail te bekijken (0-1 Van der Wiel) en de tweede keer om thee te zetten (0-2 Vertonghen). Aanzwellend gejuich in combinatie met de stemverheffing van de commentator lokte mij terug en dan kon ik nog net de herhaling zien. De grote vraag is nu: volgende week weer? En zo ja, wat? Thee of mail? Of is het voldoende af en toe even bij de wedstrijd weg te gaan, om bijvoorbeeld de was op te hangen, de afwas te doen? Maar dan loop ik het risico te lang weg te blijven…

Pfff, bijgeloof is nog niet zo makkelijk!

Beter op de OV-fiets

Goed nieuws voor de OV-fiets, een initiatief dat onze provincie van harte ondersteunt:

OV-fiets ongekend populair

UTRECHT – Het gebruik van de ov-fiets is in 2008 spectaculair gegroeid.
Het aantal abonnees steeg vorig jaar van 34.000 naar 51.000 ten
opzichte van 2007. Het aantal ritten steeg met 46 procent naar 480.000.
Dat liet de NS zondag weten.

Directeur Hugo van der Steenhoven van
de Fietsersbond zegt ‘aangenaam verrast’ te zijn door de snelle groei
van de ov-fiets. Van der Steenhoven noemt de combinatie van trein en
ov-fiets een ‘volwaardig alternatief voor de auto’.

De NS verwacht dat het gebruik van de ov-fiets nog meer zal toenemen. Het spoorwegbedrijf hoopt op een miljoen ritten in 2011.


Volgens de NS gebruikt het bedrijfsleven de ov-fiets steeds vaker als
oplossing voor het bereikbaarheidsprobleem. Bedrijven zouden ook milieu
en gezondheid aangrijpen als reden om te kiezen voor de ov-fiets.

De NS opende vorig jaar 42 nieuwe plekken waar de fietsen gehuurd kunnen worden. Er zijn nu bij elkaar 182 plaatsen.

De groei is indrukwekkend en ook goed om te lezen dat er weer zoveel nieuwe plekken geopend zijn. Het maakt me wel nieuwsgierig wanneer de 20 Noord-Hollandse treinstations die nu nog geen OV-fiets hebben (van Alkmaar Noord tot Zandvoort) aan de beurt zijn. Iets voor de rondvraag maandag…

Mooi beton is niet lelijk

Tot mijn grote schrik lees ik vandaag in het Parool dat VU baas René Smit (een Rotterdammer) het hoofdgebouw van de VU wil slopen. Hoewel ik alweer een tijdje weg ben bij de VU – ik kom op 13 mei even terug om mijn proefschrift te verdedigen – gaat mij dit toch aan het hart.

Over smaak en schoonheid valt veel te twisten en vermoedelijk zijn er weinig mensen te vinden die de betonnen kolos aan de Boelelaan écht mooi vinden. Maar het is een onverteerbare gedachte dat dit markante gebouw, waar ik zoveel mooie herinneringen aan heb, tegen de vlakte zou gaan. Zeker als ik in hetzelfde artikel lees dat voor de nieuwbouwplannen van de VU (ik kan het vreselijke woord multifunctioneel niet meer horen of zien) ook nog het schaarse groen in de omgeving moet sneuvelen.

Met als merkwaardig argument dat het gebouw ‘niet meer renoveerbaar‘ zou zijn. Dat klinkt als een ongeneeslijke ziekte waarbij de doktoren alle hoop hebben opgegeven. Gelukkig is de eerste tegenactie al gestart. Wat zou het mooi zijn als deze creatie van de Architectengroep 69 tot monument wordt uitgeroepen. Waar kan ik mijn handtekening zetten?

Gedichtendag

Het schijnt vandaag Gedichtendag te zijn. Nu is bijna elke dag wel een Dag van de … en het zou mij ook ontgaan zijn als ik er niet op attent was gemaakt door Paul en Saskia. Een mooie gelegenheid om eens twee gedichten te herlezen en ze vervolgens niet enkel voor mezelf te houden:

Zondag met Brahms

Er was nooit genoeg

om voor te leven,

al was de ochtend licht

en dreven de gedachten

in een schaal vol

helder water

in de grijze lucht voorbij.

Er was ook niet veel nodig

voor het tegenwicht:

dat alles zin had,

zonder reden, maar

stil en ziek sliep dan

de geest in witte lakens

van vergetelheid.

Voor je het weet zitten er

in de nissen en de ramen

schimmen en ze zingen

van verminking en verlies

terwijl toch net onder je

hand een andere hand zich

stil en wendbaar keert,

warmte en evenwicht waardoor je

zinloos alles hebt geleerd.

Stefan Hartman (1997)

Air vif

J’ai regardé devant moi

Dans la foule je t’ai vue

Parmi les blés je t’ai vue

Sous un arbre je t’ai vue

Au bout de tous mes voyages

Au fond de tous mes tourments

Au tournant de tous les rires

Sortant de l’eau et du feu

L’été l’hiver je t’ai vue

Dans ma maison je t’ai vue

Entre mes bras je t’ai vue

Dans mes rêves je t’ai vue

Je ne te quitterai plus.

Paul Eluard (1951)

Geloof en politiek

Zoals sommigen zullen weten, speel ik in mijn vrije tijd op het (kerk)orgel. Dat doe ik ook regelmatig in diensten op zondagochtend, morgenochtend bijvoorbeeld. Niet alleen omdat ik het leuk vind om muziek te maken, maar ook omdat ik een bepaalde manier iets heb met de kerk en met het geloof.

Af en toe komt na de dienst het gesprek wel eens op mijn politieke activiteiten. Zeker in het begin dachten de meesten dan dat ik wel bij het CDA of de ChristenUnie zou zitten (inmiddels weten de meesten wel beter). Hoewel ik in de kerk al heel wat GroenLinksers ben tegengekomen, lijkt de keuze voor een christelijke partij toch logischer.

Meestal gaat het overigens andersom. Mensen die van mij weten dat ik voor GroenLinks actief ben, zijn verbaasd dat ik gelovig ben en zelfs nog regelmatig naar de kerk ga. Voor mij is het zo’n logische combinatie, dat ik hier nauwelijks bij stil sta. Beide overtuigingen zijn heel wezenlijk voor wie ik ben en wat ik denk.

Overigens voel ik mij niet thuis bij politiek met de bijbel in de hand. Ooit heb ik eens iemand horen zeggen dat iedere christen GroenLinks zou moeten stemmen, omdat GroenLinks pas echt het evangelie van Jezus in de praktijk brengt. Zulke woorden zal ik nooit in de mond nemen. Ik kan me meer vinden in de woorden van Mei Li Vos deze week in PS van de week (tijdschrift van het Parool): "Wat wij sociaaldemocraten solidariteit noemen en wat de christenen naastenliefde noemen, is voor mij hetzelfde." Ik zou daar nog de zorg voor de schepping, de opdracht die de mens sinds Adam en Eva heeft meegekregen, aan toe kunnen voegen.

Naar aanleiding van het Kerstfeest en de betekenis daarvan kreeg ik laatst een discussie over wat ik nou eigenlijk geloof. Elke keer overvalt die vraag mij weer. Ik vind het makkelijker om uit te leggen waarom ik voor GroenLinks sta, dan uit te leggen wat ik vind van God, om van Jezus of de Heilige Geest nog maar te zwijgen. Het wordt misschien nog wel het beste kernachtig verwoord door Henk Leegte van de Doopsgezinde Gemeente in Amsterdam, die in dezelfde reeks in PS wordt geïnterviewd:

Ik geloof van alles, maar ik weet niets zeker. Ik hoop dat er iets is. In de doopsgezinde kerk hebben we dat iets uitgebouwd tot iemand en afgesproken dat we die God noemen. Ik neem de bijbel als inspiratiebron om de zoektocht in het leven vorm te geven, want een mens kan niet fantaseren zonder plaatjes. Religie geeft de taal en rituelen om je geloof vorm te kunnen geven. (…) Ik zou willen dat God zo was als we hem voorstellen, en soms kan ik denken: verdomd, het is nog waar ook.

Wetten, gezag en handhaving

In vele provinciehuizen zal vorige week een nieuwjaarsbijeenkomst zijn opgeluisterd door een toespraak van de Commissaris der Koningin. Zo ook in Noord-Holland, waar GroenLinkser Harry Borghouts deze opening al enige jaren mag verzorgen. In tegenstelling tot vrijwel al zijn collega’s slaagt Borghouts er  jaarlijks in met deze speech ook de landelijke media te bereiken. Zijn opmerkingen over het rookverbod werden door heel wat kranten opgepikt. Minister Ab Klink kwam, even voorspelbaar als flauw, als enige reactie met een opmerking over geld in IJsland. Inhoudelijk ging hij niet op de kritiek in.

Van de minister begrijp ik dat hij niet de tijd had om de tekst van Borghouts na te lezen en daarom weinig to-the-point reageerde. Het is ook nog wel te begrijpen dat een minister die zich zo vereenzelvigd heeft met het rookverbod op elke vorm van kritiek zo gebeten reageert. Maar ik had toch van mijn mede-GroenLinksers verwacht dat zij iets meer zouden doen dan afgaan op persberichten. Ongetwijfeld heeft Christian het ironisch bedoeld, maar zijn commentaar slaat de plank behoorlijk mis. Over de bij elkaar geraapte voorbeelden die die geen ander doel lijken te hebben dan Borghouts te beschadigen, zal ik verder maar zwijgen.

Allereerst heeft Borghouts niet tegen het rookverbod gepleit, maar aangegeven welke concrete problemen het voor de overheid meebrengt voor de handhaving en daarmee voor haar gezag. Ten tweede noemt Borghouts juist expliciet maximumsnelheid als een regel die relatief eenvoudig te handhaven is: 

Ik heb reeds zeer lang de opvatting dat als een wet in het Staatsblad
staat, de wereld nog niet is veranderd. Wetten die constituerend beogen
te zijn, een nieuwe werkelijkheid proberen te bewerkstelligen, hebben
noodzakelijkerwijs een breed draagvlak nodig, tenzij de handhaving
ervan relatief eenvoudig is, zoals bij snelheidsovertredingen.
En een breed draagvlak ontstaat door uitleg, overleg, overreding,
communicatie. Ontbreekt het draagvlak, wordt de wet in betekenende mate
niet nageleefd dan tast dat het gezag van de wetgever, van de overheid
aan.

Het lijkt mij een valide punt, dat ook door een aantal hoogleraren in de Volkskrant wordt onderschreven. Let wel, Borghouts zegt nergens dat alle verboden maar opgeheven moeten worden, dus de blogs met ‘grappige’ voorbeelden zitten er ook naast. Ik mag toch hopen dat er binnen GroenLinks voldoende besef is dat de wereld morgen niet ineens helemaal anders is geworden, omdat we vandaag een wet hebben ingevoerd?

Groen is nog niet groen als er groen op staat

Het kan aan mij liggen, maar ik krijg de indruk dat er nog nooit zoveel groen in reclame en advertenties voorbij gekomen is. Ieder bedrijf doet een groene strik om zijn product heen en verkoopt het als verantwoord, duurzaam, ecologisch, of welke mooie term ook verzonnen wordt. Er wordt goede sier gemaakt met officiële of zelfbedachte groene labels.

Ik wil daar niet cynisch of zuur over doen. In veel opzichten is er het nodige verbeterd en is het bewustzijn over groen produceren toegenomen. Maar het is wel goed dat de claims en mooie woorden kritisch tegen het licht worden gehouden. Zoals de grote energieleveranciers, die zich profileren met groene stroom, maar intussen verreweg de meeste stroom grijs opwekken. Om het over kernenergie nog maar niet te hebben… De Volkskrant concludeert:

Het blijkt dat drie aanbieders volledig duurzame stroom (uit zon, wind, water of biomassa) aanbieden: de Nederlandse Energie Maatschappij (NL Energie), de Windunie en Greenchoice. De eerste draait volledig op water, de tweede op wind, de laatste op een mix van water, wind en biomassa. Van de grote spelers heeft Essent op dit moment het groenste aanbod, met 29 procent stroom uit duurzame bronnen. Een bedrijf met de naam De Groene Belangenbehartiger heeft geen enkele duurzame elektriciteitsbron.

Essent doet het van de grote drie dus het beste, met als kanttekening dat voor een belangrijk deel biomassa wordt ingezet. NUON, waar Noord-Holland een kleine 10% van de aandelen bezit, doet het een stuk minder. Ongeveer twee derde van de energie wordt gehaald uit kolen en aardgas en 9% betreft kernenergie. Bij de duurzame bronnen staat water ruim bovenaan, wind en biomassa hebben een bescheiden rol. En opnieuw vraag ik me af: waarom gebeurt er zo weinig met zonne-energie?