Spoeddebat

Morgen is er op verzoek van SP en D66 een spoeddebat (nou ja spoed…) over de gevolgen van de kredietcrisis voor Noord-Holland. Zoals inmiddels algemeen bekend zal zijn, had onze provincie een bedrag van 78 miljoen bij Landsbanki in IJsland gestald. Het debat zal gaan over de vraag wat we wel en niet hebben geweten of hadden kunnen weten, of het geld is weggezet binnen onze eigen regels en de landelijke wetgeving en hoe groot de kans is dat we nog iets van het geld terug zullen zien.

Ik zal hier niet vooruit lopen op mijn inbreng morgen, want het debat hoort in de Staten gevoerd te worden. De belangstelling van de media is in elk geval groot. Ons eigen RTV Noord-Holland stuurt een stevige ploeg en ook enkele landelijke media kondigen hun komst aan. Nog maar even schaven aan mijn tekst dus…

Hoofdstuk afsluiten

Het komt de laatste tijd bijna niet meer voor, maar heel af en toe wordt het me nog gevraagd. Als ik vertel dat ik voor GroenLinks in de Staten van Noord-Holland zit, is er wel eens iemand die opmerkt: er was toch iets met een fout met het stemmen voor de Eerste Kamer? Hoe is dat eigenlijk afgelopen?

Dan leg ik uit dat na vergeefse pogingen om de breuk te lijmen en het onderling vertrouwen te herstellen, Cheryl Braam als zelfstandige fractie verder is gegaan. Vervolgens hebben we dit op twee Provinciale Ledenvergaderingen besproken in het kader van de ’terugroepingsprocedure’  en heb ik namens de fractie verantwoording afgelegd over onze keuzes. Een en ander leidde ertoe dat de leden van GroenLinks op 7 februari uitspraken, nadat duidelijk was dat Cheryl Braam geen gehoor gaf aan het verzoek haar zetel op te geven, haar niet langer als vertegenwoordiger van GroenLinks te beschouwen.

Vervolgens is bij het landelijke bestuur het verzoek neergelegd om tot royement over te gaan. Ons huishoudelijk reglement stelt immers: Royement kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging handelt, de Vereniging op onredelijke wijze benadeelt of haar/zijn zetel niet ter beschikking stelt naar aanleiding van een terugroepingprocedure zoals bepaald in het huishoudelijk reglement. Het partijbestuur heeft dit kort voor de zomer inderdaad gedaan (we zitten dan al bijna een jaar na het beruchte stemincident).

Tegen dit besluit is door Cheryl Braam bij de Geschillencommissie van onze partij beroep aangetekend. Deze commissie heeft alle betrokkenen gehoord en onlangs uitspraak gedaan: het beroep wordt ongegrond verklaard en de commissie noemt het royement rechtmatig. Voor mijzelf en zeker ook voor onze toenmalige afdelingsvoorzitter Luuk Heijlman een hele opluchting en een bevestiging dat we alles gedaan hebben wat in onze mogelijkheden lag, op een zorgvuldige manier. Dit vervelende hoofdstuk kan nu netjes afgesloten worden.

Of toch niet… er is nog een allerlaatste mogelijkheid: een beroep op de partijraad. Ik weet nog maar al te goed hoe dat toen met Sam Pormes ging. Op een herhaling van dat échec zit ik bepaald niet te wachten.

Waterschaps “verkiezingen”

Het is dat ik een overtuigd democraat ben, maar het kost mij de nodige moeite gemotiveerd te raken voor de Waterschapsverkiezingen. Ik had het de vorige keer al, maar het geldt des te sterker nu deze verkiezingen ook nog eens zijn gekaapt door politieke partijen. Volgens mij hebben partijen namelijk niks te zoeken in dit functionele bestuur. Ben ik even blij dat mijn eigen partij (net als D66) heeft afgezien van deelname.

Wie naar de posities in het Kieskompas kijkt, ziet precies wat ik bedoel. De makers hebben een moedige poging gedaan nog iets van tegenstellingen te ontdekken, via de assen breed vs. smal takenpakket en ecologie vs. economie. Gelukkig voor hen doen de PvdD en de VVD allebei mee, want voor de rest klonteren alle partijen in het midden van het midden samen. Althans, in de drie waterschappen die in Noord-Holland vertegenwoordigd zijn. Maar het lijkt me sterk dat het elders heel veel anders zou zijn.

Toch maar braaf ingevuld en ik kom ergens tussen de PvdA en de PvdD uit. Ondanks dit advies ga ik toch Water Natuurlijk stemmen (die zijn zo onverstandig geweest te vaak ‘neutraal’ in te vullen en dat is hét recept voor onzichtbaarheid). Want over de belangrijkste stelling zijn we het van harte eens: Landelijke politieke partijen moeten zich niet met de waterschappen bemoeien. Zo is het maar net.

Dorpsburgemeesters

Nu Aboutaleb (PvdA) burgemeester van Rotterdam wordt en Den Haag voor Van Aartsen (VVD) koos en Utrecht voor Wolfsen (PvdA), dreigt het CDA de partij te worden van de ‘kleinsteedse’ burgemeesters. Amsterdam komt pas in 2013 weer vrij en sowieso is de kans dat de sociaal-liberale hoofdstad kiest voor een CDA burgemeester vrij klein – ik denk eerder aan een VVD’er. Alleen Den Bosch en Maastricht hebben nog een CDA burgemeester. Het is het logische gevolg van de toegenomen macht van de gemeenteraad: in weinig grote steden is het CDA sterk vertegenwoordigd (in Amsterdam bij de laatste verkiezingen maar net iets meer dan 4%) en dan moet je wel met een erg goede kandidaat komen…

Daarentegen is het CDA nog wel sterk provincies: 5 van de 12 Commissarissen der Koningin zijn van CDA-huize. Ook de VVD zit opvallend goed in de CdK’s, terwijl de PvdA nog een achterstand heeft in te halen. Mijn partij heeft één Commissaris, wat redelijk overeenkomt met de landelijke verhoudingen en ons resultaat bij de laatste Statenverkiezingen.

Terwijl GroenLinks electoraal vooral scoort in de steden (Amsterdam, Utrecht, Wageningen, Nijmegen, Leiden), leveren we vooral ‘dorpse’ burgemeesters: Koggenland, Uithoorn, Bloemendaal, Doesburg (binnenkort), Stein, Diemen, Jacobswoude, Menterwolde, Wormerland en Bergen. Net als het CDA zijn wij dus wel eens toe aan de grotere plaatsen. Wim de Gelder heeft met zijn transfer naar Alphen aan de Rijn vast het goede voorbeeld gegeven. Een gratis tip wil ik wel geven: Purmerend (79.000 inwoners) neemt binnenkort afscheid van Leen Verbeek, die CdK in Flevoland wordt. Werk aan de winkel voor onze landelijke scouting!

Reisinformatie

Dynamische, actuele, electronische reisinformatie. Elke nieuwe bus beschikt er tegenwoordig over en busbedrijven denken er hun kansen op een concessie mee te vergroten. Maar het valt mij op, als trouw reiziger van bus 80, maar vanmiddag ook in de 175, dat de informatieschermpjes nogal eens leeg zijn of zo ongenadig flikkeren dat de haltenamen onleesbaar zijn. De chauffeur die ik ernaar vroeg, meldde dat hij er helaas ook niks aan doen, "dat wordt ergens centraal geregeld".

Wat meestal nog wel blijft is de vriendelijke vrouwenstem die de volgende halte aankondigt, maar de aanduiding op het scherm inclusief verwachte aankomsttijd valt vaak weg. De reiziger kan lezen dat er geen actuele reisinformatie beschikbaar is, of nog erger: kijkt tegen een soort DOS opstart menu aan met bijbehorende foutmeldingen.

Mooi, die vooruitgang, hoe actueler en dynamischer, hoe beter. Maar dan moet-ie het wel doen natuurlijk.

Berlijn, Brandenburg en Hamburg

Van dinsdag tot en met vrijdag was ik met de commissie Wegen, Verkeer en Vervoer op werkbezoek in Duitsland. Iedere commissie onderneemt één keer per Statenperiode zo’n buitenlandse reis. In juni was ik nog in Valencia in het kader van de ruimtelijke ordening.

Ik zal u niet lastigvallen met een gedetailleerde beschrijving van wat we op iedere dag hebben gezien en gedaan. Daarover wordt door de commissieleden die meewaren een mooi verslag gemaakt. Wel heb ik net als in Valencia voor mijzelf de belangrijkste lessen opgeschreven:

  • De invoering van de LKW-MAUT, de tolheffing voor vrachtauto’s, heeft in Brandenburg niet geleid tot veel extra drukte op het ‘onderliggende wegennet’, bij ons met name de provinciale en soms gemeentelijke) wegen. Voor een toekomstige kilometerheffing is dat voorlopig een geruststellende gedachte, al moet dat natuurlijk wel naar de Noord-Hollandse situatie vertaald worden.
  • Van Berlijn en Brandenburg kunnen we leren hoe de verschillende vormen van openbaar vervoer tussen stad en platteland goed op elkaar afgestemd kunnen worden (Verknüpfung). Bovendien zagen we daar welk voordeel het heeft als ook de regionale spoorlijnen deel van het OV pakket uitmaken waar de Länder zeggenschap over hebben.
  • In Hamburg zijn woningbouw, recreatie en havenactiviteiten fraai met elkaar verbonden, op een manier die ook in het Noordzeekanaalgebied wenselijk zou zijn. Daarbij denk ik ook aan het Vergezicht 2040 zoals die door Urhahn is gepresenteerd. Opvallend was ook hoe hoog de ambities zijn en ook de bereidheid vanuit de overheid hierin fors te investeren.

Aan de andere kant leert zo’n werkbezoek je ook dat bepaalde zaken in onze provincie goed geregeld zijn. We zijn met de voorwaarden en de controle bij de aanbesteding van het openbaar vervoer al duidelijk verder dan in Berlin-Brandenburg. Hetzelfde geldt voor het fietsbeleid, waar Nederland niet voor niets als gidsland geldt.

Al met al een erg geslaagd bezoek, kort samen te vatten als: veel informatie, weinig slaap! Da’s in beide opzichten precies wat ik had gehoopt.

P.S. Mijn trouwe bezoekers zullen hebben gezien dat ik het design van dit weblog flink heb veranderd. Na lange tijd rot-grün werd het weer eens tijd voor wat anders…