Crisis in Waterland

Gedoe tussen CDA en PvdA in Waterland, aldus het Noord-Hollands Dagblad:

Monnickendam – De coalitie in de gemeente Waterland wankelt. Het college van b en w was intern al verdeeld over de plek voor een nieuw bedrijfsterrein. Nu beschuldigt het CDA coalitiegenoot PvdA van ‘een Judasrol’ bij woningbouwplannen.

Aanleiding voor de woede van het CDA is het feit dat minister Cramer van Vrom (PvdA) liet weten niets te zien in nieuwbouw in de Rijksbufferzone Amsterdam-Purmerend. Daarmee zette zij een streep door enkele bouwplannen in de gemeente Waterland en waarschijnlijk ook door het plan bij het Texaco tankstation bij Monnickendam een bedrijfsterreintje te vestigen.

Zo ‘helpt de PvdA woningbouw in Waterland om zeep’, aldus het CDA. ,,Dit gaat alle perken te buiten. De PvdA speelt een Judasrol in dit onderwerp.” Vanuit partijpolitieke belangen wordt ‘broodnodige woningbouw in Waterland geblokkeerd’.

Aanleiding hiervoor is een besluit van Provinciale Staten vorig jaar november om het realiseren van een bedrijventerrein buiten Monnickendam – midden in het groen – niet mogelijk te maken. Wij zagen en zien bedrijven op die plek helemaal niet zitten, net als onze GroenLinks fractie in Waterland die daarvoor echter geen meerderheid kreeg. Via de provincie werd het alsnog goed geregeld, althans dat dachten wij.

Enige tijd terug kreeg ik een verontrust mailtje van het Milieuplatform Waterland, met daarbij een brief aan Jacqueline Cramer (minister van VROM). In die brief werd nog eens bevestigd wat ik in de wandelgangen ook al had gehoord: ondanks het besluit van PS probeerde het gemeentebestuur van Waterland alsnog bij het Rijk plek voor de bedrijventerreinen te regelen. Met daarbij de logische vraag van het Milieuplatform: kan dat zomaar?

Blijkbaar heeft Cramer nu laten weten dat zij net als Provinciale Staten niets ziet in bouwplannen in het groen van de Rijksbufferzone. Niet echt een verrassend antwoord, maar wel voor het CDA blijkbaar. Ben benieuwd hoe dit afloopt…

Verstandig besluit Tweede Kaagbaan

Enige tijd geleden kreeg de provincie een dringend verzoek van CDA-minister Camiel Eurlings. Excuus, excuus, helemaal vergeten, maar eh… zouden jullie zo vriendelijk wilden zijn de reservering voor de parallelle Kaagbaan nog één keertje te verlengen? We zijn bij Verkeer en Waterstaat hard aan het studeren op een nieuw banenstelsel en we hebben nog een klein beetje tijd nodig. Najaar 2009, voorjaar 2010, zoiets?

In ons collegeprogramma staat (net als in de vorige periode) een simpele maar duidelijke regel: baan erbij, baan eraf. Dus allemaal leuk en aardig, maar als de minister van ons vraagt om nog een keer (net als in 2006 toen het ook echt de laatste keer was) de reservering te verlengen, moet daar wel iets tegenover staan. Terecht heeft het college van GS naar de mening van GroenLinks geconstateerd dat de toezeggingen van Eurlings niet verder komen dan het onderzoeken van ‘opties’ en ‘mogelijk verminderd gebruik’ zonder daarbij concreet te noemen welke baan gesloten wordt bij eventuele ingebruikname van de 2e Kaagbaan.

Oftewel, Noord-Holland heeft geen zin om hieraan mee te werken. Een wijs besluit dat op de volledige instemming van GroenLinks kan rekenen.

Westfrisiaweg

Afgelopen donderdag 6 maart vergaderden we in Heerhugowaard over de Westfrisiaweg. Dit is de verbinding tussen Alkmaar en Enkhuizen (en dan door naar Lelystad, Kampen, Zwolle, maar wij gaan alleen over het deel in onze provincie uiteraard).

De discussie heeft zich in de afgelopen maanden vooral toegespitst op de keuze voor het laatste deel van het tracé tussen Markerwaardweg en Enkhuizen. Wordt het noord of zuid? Beide keuzes hebben hun eigen voor- en nadelen.

  1. natuur en milieu: hoe kan zo zorgvuldig mogelijk met nieuw en oud landschap worden omgegaan, de schade beperkt worden en waar onvermijdelijk gecompenseerd worden?
  2. economische ontwikkeling: hoe ziet de toekomst van de West-Friese regio eruit wat betreft bedrijvigheid, wat zijn de kansrijke en belangrijke sectoren om te behouden?
  3. ruimtelijke ordening: welke keuzes zijn in het streekplan gemaakt voor woningbouw, natuur, infrastructuur, landbouw, bedrijventerreinen?

Was het maar zo eenvoudig dat je dit kunt optellen en aftrekken en er dan als vanzelf een voorkeur voor noordtracé of zuidtracé uitrolt. Voor ons is daarnaast ook van belang dat er nu draagvlak in de regio is (terwijl men er niet om bekend staat het vaak eens te zijn). Je moet als Staten dus met goede argumenten komen om een andere keuze te maken dan de gemeenten in het Regioakkoord hebben gemaakt. Ik sluit niet uit dat die argumenten er zijn, maar het is ook niet moeilijk om in te schatten wat de eventuele consequenties van zo’n keuze zouden zijn. Wordt vervolgd.

Wederom Connexxion

Gisteren is bekend geworden dat het openbaar vervoer in Noord-Holland Noord ook de komende jaren door Connexxion gereden zal worden. Ik moet het nog in detail bekijken, maar mijn eerste indruk is dat er een heel aardig pakket is aangeboden.

Het persbericht van de provincie beschrijft het als volgt:

Vanaf half december neemt het aanbod van busvervoer in het noordelijk deel van Noord-Holland met 20% toe. Bovendien worden nieuwere, milieuvriendelijker lagevloerbussen ingezet die voorzien zijn van goede reisinformatiesystemen. Dit is het resultaat van de aanbesteding van de concessie Noord-Holland Noord door de provincie. Connexxion zal het busvervoer in deze regio verzorgen.

Na alle commotie eind vorig jaar, met acties van West-Friesland mist de bus en het demonstratieve opstappen van de SP-collega’s lijken de doemscenario’s die toen werden geschetst bepaald geen bewaarheid geworden. Integendeel.

Het laat wat mij betreft ook zien dat aanbesteden op de manier zoals de provincie het doet – eerder toegepast in Haarlem/IJmond en de Gooi & Vechtstreek – positieve effecten heeft. Dat het wel degelijk zin heeft om de vervoerder uit te dagen kwaliteit te bieden. Daarover ga ik ook graag nog eens een keer het debat met mijn collega’s in de Tweede Kamerfractie aan.

Met een sisser

Voor het eerst sinds jaren weer een minister naar de Eerste Kamer geroepen, maar dat liep op een teleurstelling uit. Het ging over uitspraken van Guusje ter Horst over mogelijke stemdwang voor Statenleden bij de Senaatsverkiezingen. In de pers was de indruk gewekt dat Ter Horst de instructie om op de nummer één van de lijst te stemmen in strijd met de Grondwet vindt. Vandaar deze actie van de SP, die zelf het nodige te stellen had met dissident stemgedrag.

Zoals ik een paar dagen geleden schreef waren de uitspraken van Ter Horst dubbelzinnig: hoewel volksvertegenwoordiger vrij van last zijn, mogen partijen wel onderlinge regels opstellen en verwachten dat hun leden zich daaraan houden. Een beetje van dit, een beetje van dat. Niet zo stellig en zeker niet alleen gericht op de SP. Tiny Kox, de fractieleider van de SP in de Senaat, kreeg dan ook het verwijt dat hij wel een erg zwaar middel had ingezet en bovendien de brief van Ter Horst niet echt goed gelezen had. Waarop het debat doofde als een nachtkaars.

‘Heeft nou niemand tegen u gezegd: meneer Kox, dit is een canard?’ vroeg Gerard Schouw (D66) wanhopig. Dan moet de minister maar niet van die ‘onzorgvuldige brieven’ sturen, snauwde Kox terug.

Nieuwe partijraad

Vandaag voor het eerst naar de partijraad in nieuwe samenstelling. Echt een bijeenkomst om erin te komen en aan elkaar te wennen. Dat zal het zeker in het begin nog wel zijn met een groot aantal nieuwelingen. ’s Ochtends begon het wat moeizaam met een wel erg lange bespreking van de notulen en daarna naar mijn smaak erg veel detail gedoe en geneuzel over de voortgang van het Toekomstproject. Hopelijk lukt het ook in deze partijraad wat in de vorige partijraad in het laatste jaar goed lukte: debatteren op hoofdlijnen over de onderwerpen die er echt toe doen en waar de PR een echte rol in te spelen heeft.

Helaas kan ik daaraan niet meer vanuit het bestuur van de partijraad mijn bijdrage aan leveren. Had het graag gewild en mij ook weer verkiesbaar gesteld, maar meeste stemmen tellen en daar zat ik niet bij. Gelukkig zijn met Ap en Maarten wel twee van de oude bestuursleden in het nieuwe bestuur vertegenwoordigd. Nou ja, heb ik weer tijd om andere dingen te doen…

Vrij van last?

Vorig jaar hadden wij een vervelend incident rondom de Eerste Kamerverkiezingen, wat uiteindelijk leidde tot het vertrek van Cheryl Braam uit de fractie. Naast deze niet eerder vertoonde ongeldige stem ging er  op heel wat andere plekken in het land ook het een en ander niet zoals gepland. Düzgün Yildirim werd door een voorkeursactie van Gelderse SP Statenleden in de Senaat gekozen, maar was vervolgens niet welkom in de fractie. Jan Laurier (GroenLinks) en Hans Klein Breteler werden gekozen met hulp van stemmen uit Zuid-Holland; zij werden na enig rumoer en gemor wel in de fractie geaccepteerd. 

Naar aanleiding van de affaire-Yildirim legde Toine van Bergen aan minister Ter Horst voor of partijen van hun Statenleden mogen vragen op de nummer één van de kandidatenlijst te stemmen, of dat dat in strijd is met de Grondwet ("stemmen zonder last"). Ter Horst geeft een dubbelzinnig antwoord: aan de ene kant zijn leden vrij hun stem uit te brengen en kunnen zij niet gebonden worden door hun partij hun stem op een bepaalde manier uit te brengen. Maar dan komt het anderzijds: partijen kunnen leden die zich niet aan interne afspraken houden (de regels van de vereniging) wel uit een fractie zetten en vervolgens royeren: De Kieswet stelt geen eisen aan de wijze waarop politieke partijen zich intern organiseren en welke eisen zij aan hun leden stellen c.q. onder welke voorwaarden het lidmaatschap van de partij mogelijk is.

In de media viel vervolgens te lezen dat Ter Horst stemdwang in strijd acht met de grondwet en dat spitste zich vooral toe op de SP, waarop de Eerste Kamerfractie van die partij besloot een interpellatie aan te vragen (een in dat huis weinig gebruikt middel). Immers, stelt Tiny Kox, andere partijen doen het niet veel anders dan de SP: ook PvdA, CDA, VVD en GroenLinks hebben interne afspraken over het stemgedrag bij de Eerste Kamerverkiezingen. Waarom dan alleen de pijlen op de SP gericht? Sterker nog, de SP vraagt aan Ter Horst uit te spreken dat dergelijke afspraken geen probleem zijn:

Bent u, alles afwegende, van mening dat u zich in de toekomst niet meer dient te bemoeien met afspraken binnen politieke partijen in het algemeen en over het verkiezen van leden van de Eerste Kamer door de leden Provinciale Staten in het bijzonder, omdat dat het eigen terrein van de politieke partijen is en dat het niet aan de regering is daar invloed op te willen uitoefenen? En bent u, alles afwegende, bereid uit te spreken dat de geldende regels van GroenLinks, PvdA, CDA, VVD en SP inzake de verkiezing van de Eerste Kamer níet in strijd zijn met de Grondwet?

Ik heb er een dubbel gevoel over, zij het iets anders dan onze minister. Aan de ene kant vind ik dat je als Statenlid bij deze verkiezing eigenlijk een doorgeefluik bent van de stem van de kiezer. Dat wil zeggen dat je niet op eigen titel veranderingen moet gaan aanbrengen in de volgorde van de lijst. Die lijst is immers democratisch door jouw partij vastgesteld. Bovendien: wie heeft erom gevraagd, namens wie doe je dat, zo’n voorkeursstem uitbrengen? Zeker in een grote provincie als Noord-Holland of Zuid-Holland, waar de stemmen zwaar meewegen, neem je als individu daarmee een ingrijpende beslissing. Aan de andere kant: we hebben nu eenmaal getrapte verkiezingen, die erop neer komen dat wij voor één dag gewone kiezers zijn in een gewoon stemhokje. Net zoals vele kiezers door een voorkeursstem ervoor kunnen zorgen dat een kandidaat die een "onverkiesbare" plek staat toch in de Tweede Kamer komt, hebben ook wij die mogelijkheid. Oftewel: net zoals gewone kiezers kunnen ook wij aangeven dat de volgorde van de lijst die door een partijcongres is vastgesteld ons niet bevalt.

Al met al weegt voor mij het eerste argument zwaarder: ik vind het niet mijn taak om door mijn stemgedrag een verandering in de beoogde samenstelling van de senaat te bewerkstelligen. (Het is uiteraard ook mogelijk dat ik op een VVD-er stem, al valt dat bij 55 uitgebrachte stemmen wel erg snel op). Op het moment dat ik stem vertegenwoordig ik de duizenden kiezers die op GroenLinks hebben gestemd en aan wie ik geen mandaat gevraagd heb om op wat voor manier dan ook af te wijken van de lijstvolgorde. Je zou een hoop gedoe kunnen voorkomen door gewoon maar één hokje GroenLinks te hebben, al heeft dat ook z’n nadelen.

Ik vind het dus niet zo gek dat partijen aan hun Statenleden vragen op de eerste persoon op de lijst te stemmen. Al zou ik daarbij wel de ruimte willen laten voor het stemgedrag dat vele GroenLinks kiezers in den lande ook tentoon spreiden: het stemmen op de eerste vrouw van de lijst. Want ook bij GroenLinks komt het wel eens voor dat de lijsttrekker niet van het vrouwelijke geslacht is.