Political Song XXI: Janis Ian – Society’s Child (1967)

Deze political song heeft niets te maken met mijn jeugd of een andere fase van mijn politieke bewustwording. Hij is (indirect) te danken aan de Top 2000 à gogo, al sinds 2002 de muzikale opwarmer naar de jaarwisseling.

Vergeet de suffe quiz met de hand van de presentator, de barvrouw die onverbiddelijk de punten telt en de uitslag waarover niet gecorrespondeerd mag worden. Vergeet ook Matthijs van Nieuwkerks dweperige aanbidding van ‘popprofessor’ Leo Blokhuis en zijn lesjes in de ‘hogeschool van de muziek’ (alhoewel er regelmatig toch iets moois en boeiends voorbij komt).

Mij gaat het om de prachtige filmpjes op locatie van bijna vergeten artiesten, die ooit beroemd en succesvol waren. Allereerst omdat het de nieuwsgierigheid bevredigt die ik ongetwijfeld met velen deel te weten hoe iemand die je van oude beelden kent er nu uitziet, hoe hij of zij nu leeft. Maar nog belangrijker is dat het vaak een kennismaking betekent met een artiest en muziek waarvan ik had gewild dat ik die eerder had gekend. Zo was ik een paar jaar terug diep onder de indruk van het portret van Janis Ian. Een mooie, kwetsbare vrouw met inmiddels een indrukwekkende bos grijs haar, die mij raakte met ogenschijnlijk eenvoudige akkoorden op haar gitaar in combinatie met een krachtige zangstem.

Zij vertelde over haar leven dat persoonlijk en financieel bepaald niet makkelijk was geweest. Centraal stond het lied dat de doorbraak van Ian betekende, At seventeen, over het leed van een 17-jarig meisje dat niet gezien wordt, over merkwaardige sociale normen en wat het is om volwassen te worden:

I learned the truth at seventeen
That love was meant for beauty queens
And high school girls with clear skinned smiles
Who married young and then retired

Het is mij overigens een raadsel, zoals ook mag blijken uit de beelden hieronder, hoe Ian zichzelf als een ‘uckly duckling girl’ kon beschrijven. Sfeer en tekst van het lied bleken voor heel veel mensen herkenbaar en At Seventeen haalde dan ook de koppositie in de Amerikaanse hitlijsten.

Zo was mijn interesse voor Janis Ian gewekt en ik leerde andere prachtige nummers kennen, zoals ‘In the Winter’, ‘Between the Lines’, ‘She Must Be Beautiful’ en ‘Lovers’ Lullaby’. Pas later kwam ik erachter dat de eigenlijke doorbraak al eerder dan haar zeventiende had plaatsgevonden. Mogelijk gestimuleerd door haar activistische ouders, schrijft een nog erg jonge Janis ‘Society’s Child’, over een relatie tussen een blank meisje en een zwarte jongen, die door de omgeving van het meisje niet wordt goedgekeurd en uiteindelijk verbroken. Tussen 1965 en 1967 wordt het verschillende keren uitgebracht – een aantal platenmaatschappijen durft zich er niet aan te wagen – waarbij het mede met dank aan Leonard Bernstein in het laatste jaar uiteindelijk nationale bekendheid krijgt.

Ian krijgt meteen ook met de keerzijde te maken: zij wordt bedreigd, krijgt nare brieven en wordt uitgejouwd bij optredens. Ook zijn er radiostations die Society’s Child niet willen draaien (of als ze het wel doen daar achteraf moeilijkheden mee krijgen). Maar de kracht van het lied overwon deze bekrompenheid:

Now I could understand your tears and your shame,
She called you “boy” instead of your name.
When she wouldn’t let you inside,
When she turned and said
“But honey, he’s not our kind.”

She says I can’t see you any more, baby,
Can’t see you anymore.

In een live uitvoering uit 1967, toen Janis Ian 16 jaar was:

Daar herken ik mij niet in

Zomaar twee voorbeelden vandaag. Maxime Verhagen kreeg er in Buitenhof (terecht) flink van langs van Herman Wijffels voor de weinig ontziende manier waarop hij afstevent op Knetterrechts-I. Een andere 'mastodont', Johan Cruijff, haalde (bijna helemaal ten onrechte) in zijn column in de grootste krant van Nederland, stevig uit naar het huidige Ajax, dat slechter zou zijn dan het bijna gedegradeerde elftal van 1965.

Het gaat mij niet om de inhoud van de kritiek, maar vooral om de reactie van degenen die zich aangesproken mochten voelen. Zowel Verhagen als Ajax meldden 'zich niet in de kritiek te herkennen'. Of nog preciezer: Verhagen herkende zich niet in het door Wijffels geschetste beeld. Overigens precies dezelfde uitdrukking die Balkenende gebruikte bij het rapport van de commissie-Davids.

Retorisch een interessante keuze: 'zich niet herkennen' houdt eigenlijk in dat je inhoudelijk niet hoeft in te gaan op de geleverde kritiek. Immers, het beeld dat de ander heeft, is niet per se fout of onjuist, maar lijkt te gaan over een ander persoon of een andere situatie. Alsof Wijffels zich opwindt over een andere Maxime Verhagen en een ander CDA. Alsof Cruijff het heeft over een andere club die toevallig ook Ajax heet. Geen van beiden zegt rechtstreeks dat het onzin is, dat de ander ongelijk heeft.

Wie een ander beeld heeft, stelt er een andere duiding van dezelfde gebeurtenis tegenover. De discussie gaat niet meer over de gebeurtenis, over de 'feiten' zelf, maar over het beeld dat verschillende partijen ervan hebben en wordt zo geneutraliseerd: Verhagen noch Ajax hoeft niet uit te leggen waarom Wijffels respectievelijk Cruijff het bij het verkeerde eind heeft. Het ontslaat de ontvanger van de kritiek (althans, dat hoopt hij) ook van de noodzaak om verantwoording af te leggen.

Dus stelt Verhagen dat het onder grote druk zetten van dissidente Kamerleden, het lozen van Klink en het negeren van CDA-prominenten zijn manier is om een fatsoenlijke bijdrage aan het landsbestuur te leveren. Ajax wijst ondanks een afgang tegen Real Madrid en een bloedeloze overwinning op Feyenoord op het grote aantal behaalde punten, de toegenomen attractiviteit van de thuiswedstrijden en de grote steun van het publiek.

Of de kritiek daarmee verstomd is, valt echter met reden te betwijfelen.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

De consul van La Nucia

"Het zijn natuurlijk geen warme broodjes". Zoveel was mij inmiddels wel duidelijk geworden en de opmerking die misschien grappig bedoeld was, wekte vooral mijn irritatie op. Of ik tevoren gebeld had, wilde de kordate dame aan de andere kant van de balie weten. Of ik echt morgen terug wilde naar Nederland. Of ik wel begreep dat Amsterdam een grote gemeente is, waar je niet zomaar de juiste persoon aan de lijn krijgt.

Een dag eerder was op een terras, terwijl ik een cola dronk, een boek las en – door de Valenciaanse zon geïnspireerd – ideeën voor een nieuw artikel opschreef, mijn tas met daarin portemonnee en paspoort gestolen. Een onaangenaam einde van een heerlijke fietsvakantie door de regio's Valencia en Teruel over de Via Verde. Een ervaring waarvan ik meende dat die mij als oplettende en voorzichtige vakantieganger niet zou overkomen.

Maar toch… en het bleek het begin van een interessante tocht door verschillende bureacratische systemen. Allerereerst uiteraard de policia local waar mijn vader en ik een klein uurtje mochten wachten voor we aangifte konden doen in een kamer die minder aan de tandarts deed denken dan aan een hokje voor verdachten in afwachting van hun verhoor. Vervolgens in mijn beste Spaans uitgelegd waar ik wat precies was kwijtgeraakt. Zonder bewijs van mijn identiteit, zodat de aangifte terecht vermeldt dat ik 'sin acreditarse' beweerd heb Harmen Binnema te zijn.

De politie verwees ons, met adres en telefoonnummer, door naar het Nederlandse consulaat in de stad. Opmerkelijk was al dat het nummer geen verbinding gaf, maar de twijfel sloeg pas echt toe toen op het bewuste adres nergens enige aanduiding van het consulaat te vinden was en er meerdere bordjes met 'se vende' of 'se alquile' hingen. Het drukken op alle aanwezige bellen leverde niet meer op dan een geërgerde reactie op van een bewoner die meldde dat het consulaat op de vierde verdieping zou zijn.

Misschien was het vanwege het late tijdstip dat de deuren en hekken gesloten waren, dus we besloten de volgende dag terug te keren. Groot was de verbazing – en eigenlijk ook helemaal niet – toen de conciërge meldde dat het consulaat al een jaar niet meer in Valencia was gevestigd. Waar we wel moesten zijn? In La Nucia, een dorp in de provincie Alicante, niet ver van Benidorm. (Overigens heb ik nu met eigen ogen kunnen zien dat deze kuststreek een misdaad tegen natuur en landschap is). Met gezwinde spoed dus een auto gehuurd om de reis van een kleine anderhalf uur aan te vangen.

Of ik de volgende formulieren wilde invullen, of ik snel foto's wilde laten maken. Zelfs dan was het nog maar de vraag of het wel zou lukken alles voor 14.00 geregeld te hebben. Want er moest natuurlijk wel goed gecontroleerd worden of ik wel was wie ik zei dat ik was. En in Amsterdam zijn niet alle ambtenaren even intelligent… voor je het weet werd je met Den Haag doorverbonden. In de tijd dat wij aan de overkant een drankje mochten gaan drinken, zou deze vooruitgeschoven post van de consul gaan beschikken over mijn lot. Voor 44 euro mocht ik even later een blauw 'laissez passer' boekje meenemen dat mij het recht gaf – en ook niet meer dan dat – om binnen twee dagen als eerzaam burger Spanje te verlaten.

Zo blijkt maar eens dat het helemaal niet klopt dat 'le monde va de lui-même'. Wel lijkt het me mooi om over een jaar of veertig in een ver en zonnig land consul te worden. Want hoe weinig aandacht de Spaanse douane ook had voor dit tijdelijk document en hoe die tijdelijkheid nog eens bevestigd werd toen ik het bij aanvraag van een nieuw paspoort meteen moest inleveren, het is toch een heerlijk gevoel dat in jouw naam gestrande reizigers weer naar eigen land kunnen terugkeren.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Langs de lijn

In de tijd dat ik nog geen seizoenskaart had en Eredivisie Live nog lang niet bestond, luisterde ik elke zondagmiddag naar Langs de Lijn. Een geweldig programma dat voor mij voor eeuwig verbonden blijft met Tom van 't HekRocky Tuhuteru en Govert van Brakel. Hoewel ik het tegenwoordig nauwelijks nog luister, valt me elke keer op dat de sfeer en de beleving in al die jaren nauwelijks veranderd zijn. Gaat die muziek inderdaad zachter ten teken dat ergens gescoord is? Zo ja, in welk stadion? Bij de enige club die mij interesseerde – Ajax – was het dan altijd de vraag hoe hard er gejuicht werd. Een bescheiden geluid uit de Meer was doorgaans geen goed teken… Op de een of andere manier vielen er ook altijd veel goals tijdens het ANP nieuws van 16.00, zodat er meteen veel te schakelen was.

Het mooie van radio is dat je van alles kunt voorstellen bij de acties in de wedstrijd. 's Avonds bij Studio Sport (door mijn vader nog heel lang Sport in Beeld genoemd) zag het er allemaal toch anders uit dan je dacht en bleek het enorme overwicht of de regen aan kansen eigenlijk best mee te vallen. In een recente AD column beschreef Sjoerd Mossou dat heel mooi:

Het geheim van Langs de Lijn is dat je altijd exact genoeg informatie krijgt. Net te weinig, eigenlijk, maar toch precies genoeg. Hoe minutieus de verslaggever zijn verhaal ook vertelt, er blijft altijd voldoende ruimte over voor verbeelding. Bas Sibum nam de bal zondagmiddag een keer of acht op zijn pantoffel, in mijn gedachten. Steeds een beetje mooier.

Ook zijn opmerkingen over de muziekkeuze zijn heel treffend: "Bij Sky Radio durven ze het allemaal al jaren niet meer te draaien, maar wel bij Langs de Lijn, want niemand vindt het erg als zo'n liedje plots wordt onderbroken." Ik zal nooit vergeten dat Ajax in mei 1995 met de landstitel een zicht een treurige en moeizame wedstrijd speelde tegen FC Utrecht, voor de gelegenheid in het Olympisch Stadion. Het liep voor geen meter, Utrecht was al na een kwartier op 0-1 gekomen en ook in de tweede helft ploeterde men voort. Ik had bij toerbeurt gescholden en gevleid in de richting van de elftalposter boven mijn bed. 

Tot het tijd was voor Simply the Best van Tina Turner. In mijn herinnering vielen de goals van Seedorf en Van den Brom allebei tijdens het draaien van dit nummer, maar dat zal ongetwijfeld achteraf geromantiseerd zijn. Hoe dan ook, treffender kon haast niet.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Political Song XX: Dire Straits – Brothers in Arms (1985)

Ergens in mijn kelder moet een doos staan met daarin een grote verzameling cassettebandjes. Zij stammen nog uit een tijd dat het bijzonder was om een dubbel cassettedeck te hebben, zodat je van het ene bandje op het andere kon overnemen. Dat ging overigens nog wel eens mis, zodat het resultaat was dat de gewenste muziek op geen van beide bandjes meer stond. Met dank aan dezelfde stereotoren heb ik ook tientallen in de bibliotheek geleende CD’s op bandje staan. Toch spijtig dat ik nergens meer apparatuur in huis heb om ze af te spelen…

TDK D90Mijn favoriet was de D90 van TDK, later werd dat de SA90. (Deze merktrouw had alles te maken met het feit dat Ajax door TDK werd gesponsord. Met name het uitshirt was ieder jaar weer een verschrikking voor het oog, al werd dat enigszins gecompenseerd doordat Dennis Bergkamp juist in deze outfit een paar van zijn allermooiste goals heeft gemaakt.) Het hoogtepunt was altijd het uit de verpakking halen, de stickers aan beide kanten op het bandje plakken en de nummers van het album op het hoesje overschrijven.

Eén van de eerste bandjes in de verzameling is Brothers in Arms van Dire Straits. In tegenstelling tot andere muziek die ik toen vaak draaide, maar nu niet langer dan vijf minuten kan horen (TOTO), blijf ik dit tamelijk briljant vinden. Prachtig gecomponeerde nummers, die op elk live concert net weer even anders klinken en soms meer dan 10 minuten duren! Dat zouden weinig bands vandaag in een bomvol stadion nog durven… of kunnen.

Zoals veel nummers die ik destijds in quasi-Engels meezong, was ik mij nauwelijks bewust van de betekenis en achtergrond van “Brothers in Arms”. Een lied dat Mark Knopfler schreef tijdens de Falkland oorlog tussen Argentinië en het Verenigd Koninkrijk en dat fraai weergeeft hoe merkwaardig en zinloos deze oorlog was:

There’s so many different worlds
So many different suns
And we have just one world
But we live in different ones

Now the sun’s gone to hell
And the moon’s riding high
Let me bid you farewell
Every man has to die
But it’s written in the starlight
And every line on your palm
We’re fools to make war
On our brothers in arms

Dire Straits fans zijn het niet eens wat de mooiste live-uitvoering is. Die tijdens de Brothers in Arms tour in 1986? Ter ere van de verjaardag van de toen nog gevangen Nelson Mandela in 1988? De recente versie van Mark Knopfler zonder Dire Straits maar met orkest? Uiteindelijk koos ik voor deze versie, afkomstig van “On the Night”:

Gedogen

Net terug van een zeer aangenaam weekje Duitsland – waar het met Schwarz-Gelb ook niet echt voor de wind gaat – ben ik geloof weer redelijk bij met het nieuws uit eigen land. Het enige wat wel tot in het Mittelrheintal doordrong waren de tussenstanden tegen PAOK en FC Groningen. En ik heb een vage midweekse herinnering aan een Telegraaf met drie heren die de indruk wekten iets te blij met zichzelf te zijn.

Maar goed, de confrontatie van links met de buiten zijn boekje en het staatsrecht tredende informateur Ruud Lubbers heb ik dus gemist. Het bijlezen van de kranten van de afgelopen week maakt ook niet helemaal duidelijk hoe het regeerakkoord van het nieuwe kabinet eruit zal gaan zien. Duidelijk is wel dat we met Ivo Opstelten - naar men zegt naast Rosenthal de enige die Rutte vanaf het begin als informateur in de aanbieding had - aan de vijfde verkenner namens de majesteit toe zijn. Inmiddels kan ik de zinsnede "vruchtbare samenwerking met de Staten-Generaal" niet meer horen.

Wat me echter met name opvalt is hoe de term gedogen tegenwoordig wordt gebruikt. Immers, men spreekt over een CDA-VVD minderheidskabinet, oftewel de partij die sinds 1980 nog nooit zo klein is geweest en de partij die met de minste zetels ooit de grootste is geworden, met gedoogsteun van de PVV.

Het zit 'm in dat woord gedogen. Een paar maanden geleden mocht ik college geven over de "Beleidscyclus". Bestuurskundigen zullen weten dat dit een soort gestileerde versie is van hoe beleid bedacht, besloten, uitgevoerd en gehandhaafd wordt. Vaak geassocieerd met Hoogerwerf en zijn klassieker Overheidsbeleid. Volgens Hoogerwerf is van gedogen sprake wanneer het niet mogelijk of niet wenselijk is om te handhaven. Vervolgens maakt hij een onderscheid tussen actief en passief gedogen. In het eerste geval geeft de "beleidsvoerder expliciet aan de overtreder te kennen (…) geen sanctiemiddelen te zullen toepassen". Van het tweede is sprake wanneer "de beleidsvoerder wel op de hoogte is van de overtreding, maar niets van zich laat horen". 

Ik zal de voorbeelden (softdrugs, Enschede, Volendam) achterwege laten, maar het roept wel de vraag op: als de PVV gedoogsteun geeft, is dat dan actief of passief? Wie is de overtreder en wat zijn de sancties? Laten we aannemen dat in het gedoogakkoord alleen zaken staan die door de PVV gesteund worden en dat de onderwerpen waarover men het eens is dat men het oneens is, daarbuiten blijven. Dan wordt juist niet gedoogd. Want over het gevaar van de islam als politieke ideologie mag Wilders zijn vastgeroeste platen blijven afspelen. De PVV bindt zich alleen aan die onderwerpen die ook belangrijk zijn, maar niet de grote verschillen met CDA en ten dele ook VVD blootleggen.

Is het dan passief? Dat zou je met enige goede wil nog kunnen zeggen: CDA en VVD gaan voor bepaalde onderwerpen die buiten het akkoord vallen op zoek naar parlementaire steun bij andere partijen dan de PVV. Wanneer hier bijvoorbeeld meer Europese samenwerking uit zou voortvloeien, is dat strijdig met de ideeën van de PVV, maar laat die "niets van zich horen". Maar de conclusie blijft dat het door alle drie te ondertekenen akkoord precies die zaken regelt die niet gedoogd worden, maar actief ondersteund worden. Met als enige verschil dat de PVV hiervoor niet de ministers en staatssecretarissen levert en CDA en VVD wel.

Goed beschouwd is de enige partij die echt gedoogt het CDA. Namelijk door in het kader van "agree to disagree" een coalitiepartner te accepteren die ideeën heeft over een andere wereldgodsdienst die iedere christen zou moeten verafschuwen. Het CDA past geen sancties toe, maar belooft alleen bij monde van Maxime Verhagen om net zo hard terug te roepen. Waar dat niet gebeurt en Wilders bijvoorbeeld op 11 september zich in dubieus gezelschap druk gaat maken over een moskee ergens in de buurt van Ground Zero, kiest het CDA voor passief gedogen. En de VVD? Die gedoogt vrolijk mee, alleen is dezer dagen wel een erg goede zaklamp nodig om de principes van de VVD nog te ontdekken.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Toch wordt het paars-groen

In de afgelopen weken zag ik op politiek 24 bijna tot vervelens toe een reportage voorbij komen over de totstandkoming van het paarse kabinet in 1994. Bij de zojuist afgebroken poging om tot een paars-groene coalitie moest ik regelmatig daaraan terugdenken. Ook toen een moeizame verhouding tussen PvdA en VVD, waarbij met name de liberalen te veel en te snel wilden, maar uiteindelijk de redelijkheid terugvonden. Bovendien speelde onze koningin een cruciale rol door aan Wim Kok te vragen een "proeve voor een regeerakkoord" te schrijven. De grote vraag is natuurlijk aan wie zij zo'n opdracht vandaag zou kunnen geven?

Ben ik (te) naïef en (te) optimistisch als ik een dergelijk scenario ook nu voor mij zie? Want hoewel Rutte heel wat scepsis in eigen kring heeft te overwinnen, denk ik dat het uiteindelijk voor de VVD toch aantrekkelijker is om met paars-groen in zee te gaan dan met een kleur- en inhoudsloos middenkabinet (nog erger dan Balkenende-IV en dat is een prestatie op zich) of met een extraparlementair kabinet. Hopelijk blijft de discussie ook in de komende weken over de inhoud gaan en niet over beeldvorming. Daarom acht ik de kans ook groot dat de vier partijen alsnog om de tafel gaan zitten en er dan wel uitkomen.

Hoe dan ook, ik blijf met Brigitte Kaandorp hopen dat het allemaal heus wel weer goed komt:

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven