De toekomst van GroenLinks

Afgelopen woensdag was ik te gast bij GroenLinks Zuideramstel om daar iets te vertellen over de toekomst van onze partij. Voor de niet-ingewijden: Zuideramstel is een afdeling in Amsterdam, dus niet een dorpje ergens diep in de provincie waar u nog nooit eerder van gehoord had. De aankondiging van deze bijeenkomst suggereerde bijna dat ik in hoogsteigen persoon de toekomst van GroenLinks vertegenwoordig, maar zo gek zou ik het zelf nooit maken.

Ik had een inleiding voorbereid – onderwerpen daaruit heb ik al eens op dit weblog besproken en andere komen hier vast nog wel aan de orde – waarin ik op vriendelijk kritische manier keek naar hoe GroenLinks er nu voorstaat. En vooral ook hoe de komende jaren er voor ons uitzien. U had er natuurlijk eigenlijk gewoon bij moeten zijn, maar ik zal hier nog even mijn belangrijkste opmerkingen samenvatten.

De grote uitdaging is om ideeën en macht effectief met elkaar te verbinden. Er is denk ik geen andere partij waarin het inhoudelijke debat zo goed gevoerd en waar zo veel mensen met creatieve ideeën rondlopen. Maar op de beslissende momenten zijn we nog wel eens te aardig, te bescheiden en slagen we er niet in onze successen te claimen, de aandacht te krijgen die we verdienen en bovenal een en ander concreet in de praktijk te brengen. We lopen daardoor het risico dat anderen met onze ideeën aan de haal gaan en hoewel je aan de ene kant pragmatisch blij kunt zijn dat er dan iets gebeurt, is het ook wel zuur om niet zelf te kunnen incasseren. Het probleem dat heel veel mensen overwegen GroenLinks te stemmen, maar relatief weinig dat ook daadwerkelijk doen, heeft voor mijn gevoel mede hiermee te maken.

Ook valt mij op dat GroenLinks bij veel mensen een imago heeft dat nauwelijks meer met de realiteit overeenkomt. Hoe kom je af van het beeld dat je een partij van potveerders bent, vele CPB rapporten die het tegendeel bewijzen ten spijt? Hoe kom je af van het beeld dat je zuur en dogmatisch bent en altijd met het vingertje staat te wijzen naar anderen die het verkeerd doen? We hadden iedereen die dat denkt eens moeten uitnodigen naar de Discussie in de Tent te komen. Hoe kom je af van het beeld dat je een partij ben van luchtfietserij en onhaalbare plannen? Heel veel GroenLinks bestuurders bewijzen dagelijks het tegendeel. Zelf maakte ik tijdens de provinciale campagne regelmatig mee dat ik als ‘compliment’ kreeg dat ik voor een GroenLinkser zulke redelijke dingen zei. Terwijl ik naar mijn idee een heel gewoon GroenLinks geluid laat horen.

Het was een erg geïnspireerde avond met een leuke discussie die ging van heel abstract over de ideologie van GroenLinks tot heel praktisch over de taken van de provincie. Met een biertje (nou vooruit nog eentje dan) nog nagepraat en kort na middernacht nog in gedachten verzonken op de fiets terug naar mijn deel van de stad.

Nog een keer partijraad

Zoals ik een tijdje terug meldde, had ik me opnieuw kandidaat gesteld voor de partijraad. Vanavond was in Amsterdam de ledenvergadering die de nieuwe delegatie moest kiezen. In totaal mag Amsterdam 11 mensen afvaardigen (van de 80) en ook nog eens 4 reserves. Met een exact aantal van 15 kandidaten zou dat moeten lukken, ware het niet dat je wel 1/3 van de stemmen nodig hebt om gekozen te worden. Uiteindelijk bleken er 12 mensen voldoende stemmen te hebben, dus hebben we maar 1 reserve – de ervaring leert dat dat wel erg krap is… Zelf werd ik tot mijn grote vreugde met een Albanese meerderheid gekozen voor wat mijn derde en laatste periode gaat worden: 48 van de 49 stemmen. Ook mijn gewaardeerde Bos en Lommerse collega Dewi kreeg een groot aantal stemmen, dus ons stadsdeel zal de komende twee jaar goed vertegenwoordigd zijn.

Op de ledenvergadering werden voorts twee nieuwe leden voor het federatiebestuur gekozen en legden de raadsfractie en onze wethouders Maarten en Marijke verantwoording af over het afgelopen jaar rood-groen. De naar mijn smaak niet erg boeiende discussie sleepte zich voort en zo werd het toch nog redelijk laat. Ik besloot tegen mijn gewoonte in de borrel maar eens over te slaan en verstandig op de fiets naar huis te stappen.

Dilemma (I)

Afgelopen dinsdag gingen we als Statenfractie op bezoek in de Gooi- & Vechtstreek om met onze GroenLinks collega’s daar te overleggen. Ik vind dit soort ontmoetingen altijd erg leuk en nuttig. Elkaar live spreken heeft toch iets meer dan contacten via mail of telefoon. Vaak merk ik bij dit soort gelegenheden dat er eigenlijk weinig contact is tussen de raadsfracties in een regio, dus als wij vanuit de Staten kunnen bijdragen aan die contacten is dat mooi meegenomen. In de komende maanden zullen we op deze manier alle regio’s in de provincie bezoeken.

Op de agenda stonden heel wat onderwerpen, maar één daarvan nam ruim de meeste tijd in beslag: de voorgenomen gemeentelijke herindeling. Vanuit Gedeputeerde Staten is het voorstel gedaan om vier gemeenten – Bussum, Naarden, Weesp en Muiden – tot één nieuwe gemeente samen te voegen, de zgn GV-4 variant. Drie van de vier betrokken gemeenteraden zijn hier voor, Bussum is tegen (daar wil men alleen met Naarden, de GV-2). Bij GroenLinks ligt het nog een beetje ingewikkelder: in Muiden hebben we geen raadsleden, mijn partijgenoten in Weesp (voor) en Bussum (tegen) denken net als de rest van de raad, in Naarden neemt GroenLinks een minderheidsstandpunt in (tegen).

Dit illustreert een lastig dilemma waar we als Statenfractie vaker tegenaan lopen. Van ons wordt verwacht dat we vanuit een regionaal perspectief denken en over gemeentegrenzen kunnen kijken. Vanuit dat perspectief is de voorgestelde GV-4 variant, gezien de uitdagingen van het Naardermeer, Groene Uitweg, Bloemendalerpolder/KNSF en de verbinding Almere-Amsterdam een logische optie. Ook is duidelijk dat de optie waarbij aan de ene kant Naarden en Bussum fuseren en aan de andere kant Muiden en Weesp geen oplossing is. Want twee zwakke broeders samenvoegen levert niet ineens een krachtige gemeente op.

Hoe weeg je je eigen regionale/provinciale verantwoordelijkheid, de standpunten van de gemeenteraden en last but not least de opvattingen van je eigen partijgenoten? Het mag duidelijk zijn dat we daar dinsdag niet het definitieve antwoord op hebben gevonden. Maar het goede aan dit overleg was wat mij betreft wel dat we met respect en begrip voor elkaars standpunten hebben gesproken en ons dilemma voor de raadsfracties ook heel duidelijk was.

Amsterdamse partijraadsleden gezocht

Menigmaal heb ik hier gemopperd over de partijraad en vaak heb ik me ook afgevraagd wat mij ooit bezield had mij daarvoor kandidaat te stellen. Maar zeker na de laatste partijraadsvergadering overheerst bij mij weer het positieve gevoel. Dat betekent niet dat het altijd even opwindend, ontspannen en gezellig is, maar wel dat ik weer weet waarvoor ik het doe. Toen ik de vraag kreeg of ik mij nog een keer kandidaat wilde stellen, was de keuze dus ook gauw gemaakt.

Maar met de rest van de Amsterdamse delegatie (we mogen in totaal 11 leden leveren) gaat het nog niet zo vlot. Vandaar deze oproep:

Kandidaten gezocht voor de Partijraad

De termijn van de huidige Partijraad verstrijkt binnenkort. Daarom kun je je nu kandidaat stellen voor de Partijraad in de samenstelling 2008-2009.

Op de Algemene Ledenvergadering van 25 oktober 2007 wordt de Amsterdamse delegatie naar de Partijraad gekozen. Die delegatie zal bestaan uit 11 leden en 4 reserves.

Voor alle informatie over de Partijraad klik je hier. Informatie over de huidige Amsterdamse delegatie vind je op de website.

Lijkt het je wat? Meld je aan als kandidaat bij Wim Molenaar, tel: 552 34 79.

Het lijkt mij goed als de ledenvergadering van 25 oktober echt iets te kiezen heeft, dus meld je aan! Als je interesse hebt en je wilt meer weten, neem dan gerust contact met mij op en ik praat je helemaal bij.

Bericht uit de tent

In groep 8 gingen we een weekend met de hele klas naar Schiermonnikoog. Daar moest ik aan terugdenken bij dit weekend op de Utrechtse Heuvelrug, dat de toepasselijke naam Discussie in de tent heeft meegekregen. Het geeft een echt schoolkamp gevoel zo met elkaar op een kluitje en de dag afsluiten met een bonte avond.

Dit gevoel begint als je om een uur of 10 in Driebergen op de bus stapt, waar nog net niet ‘van voor naar achter van links naar rechts’ of het ‘potje met vet’ werd ingezet. Misschien komt dit op de terugreis… De eerste workshop ging over leiderschap en of wij dat binnen GroenLinks wel accepteren. De niet algemeen gedeelde conclusie was dat leiderschap niet echt een probleem is, maar dat we wel eens wat minder wantrouwig mogen zijn. Als je accepteert dat er een verschil in tempo is tussen de ‘gewone’ leden en de ‘elite’, waarbij de laatste gisteren moet reageren en de eersten daar graag nog een paar weken over willen discussiëren, moet je de leiders ook gunnen dat ze hun eigen keuzes maken.

’s Middags ging het over het kiezerspotentieel. Waarom stemmen al die mensen die vinden dat wij de beste ideeën over milieu hebben ook niet allemaal op ons? Hoe slaag je erin van potentiële stemmers echte stemmers te maken in plaats van dat zij naar SP of PvdA gaan? Veel vragen, helaas nog weinig antwoorden. Het maakt in elk geval wel duidelijk dat scoren in de linkerbovenhoek leuk gevonden is, maar dat daar weinig kiezers te vinden zijn.

Nu met gezwinde spoed naar de tent terug, want ik mag iets gaan zeggen over stijl en identiteit van GroenLinks…

Partijraad nieuwe stijl

Als definitieve bevestiging dat het nieuwe politieke seizoen echt is begonnen, vandaag vergadering van de partijraad. Net als Paul weet ik niet precies waar het aan lag, maar het was deze keer echt een prettige en ontspannen bijeenkomst.

’s Ochtends bespraken we het rapport ‘Scoren in de linkerbovenhoek’ van de commissie-Van Ojik over de afgelopen campagnes en met een voorzichtige blik naar de toekomst. Ik kon het als voetballiefhebber niet nalaten om te benadrukken hoe lastig het is daar te scoren – de meeste penalty’s gaan in elk geval laag in de hoek, of het nou links (Marijnissen) of rechts (Wilders) is. Leuke discussie en goede reacties ook zowel van Bram van Ojik als van Henk Nijhof.

’s Middags was het na een uitgebreid verslag van de eerste maanden van de Eerste Kamerfractie door mijn favoriete parlementariër Tof Thissen tijd voor een uurtje zelfreflectie. De partijraad ging in groepjes uiteen om te praten over het eigen functioneren en dat leverde heel wat zinnige inzichten op. Ik vat ze kort samen: kritischer zijn over wat de taak van de PR is, minder over procedures en meer over inhoud, verantwoording van de fracties beter organiseren (agendering + inhoud) en zelfdiscipline – al dan niet bijgestuurd door het bestuur van de partijraad.

Voor het eerst sinds tijden ging ik met een prettig gevoel naar huis. Als het zo doorgaat, wil ik nog best twee jaar verder als partijraadslid.

Cicero’s sandalen

Allereerst mijn oprechte dank voor alle bemoedigende woorden! Ze sterken mij in de gedachte dat we, hoe pijnlijk ook, de juiste beslissing hebben genomen. Tegelijk neemt ook mijn onbegrip voor en boosheid over Cheryls keuze toe. Ik ben vanavond bezig alle mailtjes te beantwoorden die in de afgelopen drie weken bij de publieksdienst van GroenLinks zijn binnengekomen en op één na geven ze allemaal dezelfde boodschap: Cheryl, stel je zetel ter beschikking.

Vandaag, te beginnen met een interview voor radio Noord-Holland (7.05 – je hoort dat ik nog niet helemaal wakker ben), aan media-aandacht geen gebrek gehad. Ook de receptie bij mijn werkgever Veldkamp had de handen vol aan alle telefoontjes en bezoek van journalisten. Allemaal dezelfde vragen: waarom deze breuk (zie persverklaring), wat vinden wij ervan dat iemand de zetel meeneemt (schande) en wat wordt het politieke programma van Cheryl Braam (tsja het grote raadsel). De leukste vraag vond ik nog wel of ik verwachtte dat door dit gebeuren de provincie weer wat meer in de aandacht zou komen te staan…

Voor mijn eindexamen kreeg ik ooit het boekje Vleugels voor onze sandalen met ‘gedachten en kronkels’ van strafpleiter, filosoof en politicus Cicero. Deze wijze woorden wilde ik u op deze avond niet onthouden:

Sommigen gebruiken de term ‘blunder’, anderen ‘angst’. Wie minder deernis heeft, spreekt over ambitie, hebzucht, haat, koppigheid. De gestrengsten hebben het over ‘vermetelheid’. Van misdaad gewaagt niemand. Maar als wij aan deze, ons aller kwaal een geschikte, écht toepasselijke naam moeten geven, dan stel ik voor: ‘Hier heeft het blinde noodlot toegeslagen, het maakte zich meester van ’s mensen onachtzame geest die niets kan voorzien noch beletten. Wie verbaast er zich dan over dat menselijke plannen door ontontkoombare goddelijke besluiten ondersteboven worden gehaald?’