(Niet) OK

In haar vermakelijke boekje ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ beschrijft Paulien Cornelisse hoe de betekenis van het woord oké is veranderd:

Wanneer is het gebeurd? Dat ‘ja’ vervangen werd door ‘oké’? ‘Ik heb buikgriep.’ ‘Oké.’ Nou, niet zo oké, zou je zeggen, maar oké betekent hier niet meer dan ‘ik heb je begrepen.’
(…)
‘Oké’ heeft een stille opmars gemaakt. Wie eerlijk telt, zal waarschijnlijk merken dat hij of zij minstens dertig dat hij of zij minstens dertig keer per dag ‘oké’ zegt. Eerlijk zijn! Oké kan ook worden uitgesproken als ‘mmmké’ of ‘nké’, maar het gaat om hetzelfde woord.

Jaren geleden had ik een huisgenoot die, naar ik nu begrijp, zijn tijd ver vooruit was. Ongeveer op alles wat je zei antwoordde hij met okéé, wat afwisselend ‘inderdaad’, ‘no way’, ‘écht?’, ‘hmmm’, ‘zo zit het’, ’tsja’ en soms ook ‘ja’ kon betekenen. Hoe dan ook was het bedoeld om de conversatie op gang te houden en dat lukte meestal vrij aardig. Met enige vertraging ben ik het gaan overnemen, want hoewel ik de 30 keer niet haal, ontsnapt ‘oké’ mij regelmatig en dan het liefst uitgesproken zoals South Park’s Mr. Mackey: Mmkay…

Het begint mij op te vallen dat de betekenis van oké nog verder wordt opgerekt. In sommige gevallen word ik tot oké gedwongen in een situatie die ik dat allesbehalve vind.  "Uw saldo bedraagt -1.456 euro" OK "U kunt geen verbinding met het internet maken" OK. Bij gebrek aan alternatief druk ik werktuiglijk op het betreffende knopje. Oké staat dan voor: ik vind het niks, ik keur het af, maar ik kan niet ontkennen dat ik het heb gezien en ik moet toch verder. Heren (of dames) programmeurs, kunt u voor mij alstublieft een extra knopje maken, zodat ik niet hoef goed te keuren wat ik niet goed vind? Het zou mijn gemoedsrust zonder meer ten goede komen.

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

De veertigers

Om te beginnen wil ik nog even klagen over het organiseren van een partijcongres op zondag. Want ’s ochtends zit ik in de kerk (dit ter geruststelling van aankomend Perspectief-voorzitter Robert Heij), zodat ik de vaststelling van het programma moet missen. ’s Middags had ik graag naar Ajax-Heracles gewild, de volgende stap op weg naar het kampioenschap. Maar uiteindelijk vind ik de vaststelling van onze kandidatenlijst toch belangrijker, dus haast ik mij iets na elven van het Huis des Heren naar het Huis van de Partijdemocratie in plaats van het Huis van het Hogeschoolvoetbal.

De Arena was overigens geen gekke keuze geweest, omdat ik eigenlijk heel tevreden ben met de voorgestelde kandidaten en de precieze volgorde tussen 2 en 10 mij niet zo heel veel uitmaakt (terzijde: ik verwacht dat wij in juni 10 zetels gaan halen). Verwacht van mij dus geen meer of minder beredeneerde ranking the stars zoals bij Tom, Vincent of lijstjeskoning Arnoud. Aan het belangrijkste criterium "zitten er in de toekomstige fractie potentiële opvolgers van Femke" is voldaan en dat is een grote winst ten opzichte van 2006.

Sowieso denk ik dat Femke nog een stevige klus gaat krijgen als fractievoorzitter. Volgens mij had GroenLinks niet eerder in de hoge blokken zoveel kandidaten met uitgebreide bestuurlijke en leidinggevende ervaring. Aan de ene kant een groot voorrecht dat zij in deze fase kiezen voor de politiek en dan ook nog voor GroenLinks, maar ik kan me zo voorstellen dat zij de nodige eigen(wijze) ideeën meebrengen over proces en inhoud.

Zoals breder in de Nederlandse politiek – behalve bij de PvdA waar Bos heeft plaatsgemaakt voor de vorige generatie – zijn de veertigers dominant. Van de 11 kandidaten voor de eerste 10 plekken is meer dan de helft geboren in de jaren ’60. Opmerkelijk is dat de twee groene kandidaten juist van de iets oudere generatie zijn: zowel Liesbeth van Tongeren als Jaap Dirkmaat zijn van 1958 en daarmee generatiegenoten van ons vroegere groene geweten Wijnand Duyvendak (1957). Op Natasja van den Berg na zijn de jaren ’70 geheel afwezig, terwijl zittend Kamerlid Tofik Dibi en ervaren jongere Jesse Klaver de twintigers vertegenwoordigen.

Uiteraard is een goede balans belangrijk: tussen groen en rood, nationaal en internationaal, jong en oud, radicaal en pragmatisch, liberaal en radicaal en al die andere diversiteiten waar we bij GroenLinks patent op hebben. Maar ik zal dit keer vooral ook letten op de kandidaten die naar mijn idee een goed en succesvol team kunnen vormen. Iets van die persoonlijkheden hoop ik in de presentaties op het congres te zien – want de friendly lies die de supporters van een kandidaat op websites en in folders debiteren, hoef ik natuurlijk niet helemaal serieus te nemen…

Overigens ben ik van mening dat de Eerste Kamer behouden dient te blijven

Political Song XVI: Eric Bogle – And The Band Played Waltzing Matilda (1971)

Al zappend kwam ik eens een fragment tegen van André Rieu in Australië. Wie mij een beetje kent, zal weten dat ik niks heb met Weense walsen, laat staan in de übercommerciële uitvoering die Rieu eraan geeft. Maar toch bleef ik even kijken en zag zo hoe het publiek genoot van Walzing Matilda als slotstuk van het concert. Daarmee doe je het in Australië altijd goed, want dit door Banjo Paterson eind 19e eeuw geschreven lied geldt immers als officieus volkslied. Voor de echte liefhebbers: een matilda schijnt een plunjezak te zijn en waltzing is afgeleid van ‘auf die Walz gehen‘ (op stap gaan).

Begin jaren ’70 verwerkte Eric Bogle, een Schotse singer-songwriter die kort daarvoor naar Australië was geëmigreerd, dit thema in And The Band Played Waltzing Matilda. Net als in een aantal andere songs van Bogle is de oorlog een belangrijk thema en dan met name de zinloosheid en wreedheid daarvan. Er wordt verhaald van de slag die Australische en Nieuw-Zeelandse legers in 1915 (Eerste Wereldoorlog) leverden om Gallipoli te veroveren door de ogen van een soldaat die daarbij verminkt raakte. Het was de eerste grote militaire operatie van beide landen en vele duizenden soldaten stierven. Om die reden is ANZAC day (25 april) nog altijd een belangrijke herdenkingsdag.

Gezien de tijd waarin het lied werd geschreven, zagen sommigen er ook een aanklacht tegen de Vietnam oorlog in. Velen hebben And The Band Played Waltzing Matilda gecoverd, zoals Liam Clancy, Joan Baez en The Pogues. Ik twijfelde nog of ik die laatste versie hier zou plaatsen, maar koos uiteindelijk voor Eric Bogle’s origineel:

Sociale veiligheid in de bus

Naar aanleiding van berichten van de NOS heb ik schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de sociale veiligheid in de bussen. We hebben het inmiddels over ruim 600 incidenten (althans dat aantal is geregistreerd) per jaar. In het verleden is er een Meerjarenprogramma Sociale Veiligheid gemaakt, om zowel de feitelijke veiligheid als de beleving daarvan te verbeteren. Ook heeft een commissie onder leiding van Ruud Vreeman overheid en vervoerders geadviseerd hoe het openbaar vervoer weer veiliger zou kunnen worden. Ik ben vooral benieuwd wat er concreet met die plannen gebeurt.

Niet onverwacht bleek veiligheid een onderwerp dat door de media gretig werd opgepikt. Afgelopen dinsdag mocht ik in het programma ‘De Peiling’ een uurtje op Radio Noord-Holland in discussie met luisteraars. Waar ik nog probeerde af en toe het probleem wat genuanceerd te benaderen, vlogen mij de oplossingen voor breedgeschouderde types, harde klappen en OV-commando’s om de oren. Gelukkig klonk er af en toe ook nog een wat ander geluid, dat de nadruk legde op onderling begrip en praten met elkaar, maar ik begreep ineens weer waar de aanhang voor de PVV vandaan komt…

Political Song XV: Jean Ferrat – Nuit et brouillard (1963)

Vandaag overleed op 79-jarige de chansonnier Jean Ferrat, geboren als Jean Tenenbaum. Vermoedelijk een naam die weinigen wat zal zeggen. Zelf ontdekte ik hem pas een jaartje of twee geleden en het was meteen raak. Nu heb ik al een grote liefde voor de Franse taal en de chansons, maar de schitterende stem en voordracht van Ferrat maken het nog eens extra speciaal (waardoor ik hem die rare snor vergeef).

Ferrat zal vooral blijven voortleven dankzij het lied "La Montagne", in Nederland door Wiegersma vertaald en door Sonneveld gezongen als "Het Dorp". Maar Ferrat maakte zoveel meer moois: Aimer à perdre la raison, Que serais-je sans toi?, La femme est l’avenir de l’homme, J’arrive où je suis étranger en Tu aurais pu vivre encore un peu. De dichter Louis Aragon, van wie Ferrat vele teksten op muziek zette, was een grote inspiratiebron.

Jean Ferrat was een overtuigd socialist, die zich regelmatig in het publieke debat mengde. Zijn kritiek werd hem lang niet altijd in dank afgenomen: in de jaren ’60 werden zijn liederen door de Franse radio en televisie geboycot. In "Potemkine" werd de muiterij op een Russische kruiser in 1905 bezongen, die voorloper zou blijken van de revolutie. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de deportatie van de joden, waarvan de familie van Ferrat slachtoffer werd en die een pijnlijke episode in de Franse historie bleef, klinkt ontroerend en opzwepend in "Nuit et Brouillard":

On me dit à présent que ces mots n’ont plus cours
Qu’il vaut mieux ne chanter que des chansons d’amour
Que le sang sèche vite en entrant dans l’histoire
Et qu’il ne sert à rien de prendre une guitare

Mais qui donc est de taille à pouvoir m’arrêter ?
L’ombre s’est faite humaine, aujourd’hui c’est l’été
Je twisterais les mots s’il fallait les twister
Pour qu’un jour les enfants sachent qui vous étiez

Vous étiez vingt et cent, vous étiez des milliers
Nus et maigres, tremblants, dans ces wagons plombés
Qui déchiriez la nuit de vos ongles battants
Vous étiez des milliers, vous étiez vingt et cent

Een rondje langs de velden

Je hoort wel eens wethouder zeggen dat verkiezingen eigenlijk een hinderlijke onderbreking zijn bij het besturen van een gemeente. Maar omdat het zo hoort, waren er 3 maart verkiezingen en die leverden op heel wat plekken in Noord-Holland behoorlijke verschuivingen op. De goede resultaten die GroenLinks vrijwel overal behaalde, zijn echter nog geen garantie op collegedeelname (ook niet in de gemeenten waar dat de afgelopen 4 jaar het geval was). Op basis van berichten die ik her en der verzameld heb, een korte impressie van de stand van zaken. Ook meteen een uitnodiging om een reactie achter te laten om te
laten weten hoe in jouw gemeente de onderhandelingen verlopen!

In Drechterland lijkt Sjon Wagenaar als aanvoerder van de GroenLinks/D66 combinatie, na heel wat jaartjes oppositie nu toch op weg naar het wethouderschap. Ondanks het verlies van één zetel, mag GL/D66 waarschijnlijk de plek van de PvdA gaan innemen. Een paar kilometer naar het westen ziet het er voor GroenLinks minder goed uit: de VVD praat in Hoorn nog met vrijwel alle andere partijen, maar niet met de partij van demissionair wethouder Jan de Boer. Een schuchter verzoek van D66 om GroenLinks bij de gesprekken te houden, werd niet gehonoreerd.

Een andere gemeente waar GroenLinks al jaren meebestuurt, Haarlemmermeer, stevent af op een college van VVD, CDA, D66 en PvdA. Zonde dat daardoor de alom gewaardeerde wethouder Herman Tuning niet verder kan. Positief nieuws is dat in provinciehoofdstad Haarlem (van 4 naar 7 zetels!) GroenLinks na afwezigheid sinds 2006 weer deel uit gaat maken van het college, in elk geval samen met D66 en verder met PvdA of VVD. Weer wat noordelijker zit GroenLinks nog bij de laatste zes partijen die in Heerhugowaard gaan uitmaken wie de komende vier jaar gaan besturen. Winnaar Burgerbelang had zich al snel onmogelijk gemaakt bij de rest, GroenLinks kan bogen op vele jaren college-ervaring.

Die ervaring zit ook in Zaanstad, waar GroenLinks al 8 jaar meedoet en ook nu de tweede ronde gesprekken ingaat met PvdA en VVD. In Amsterdam trekt vooral het vertrek van Cohen en de zoektocht naar een nieuwe burgemeester (Halsema en Van der Laan hebben al bedankt) de aandacht, maar het zal ook nog puzzelen zijn om een nieuw college te vormen. GroenLinks en PvdA zijn net de meerderheid kwijt en hebben een derde partij nodig: dat zal waarschijnlijk niet de VVD, maar D66 worden.

Voorlopige conclusie: op veel plekken komen we waarschijnlijk in het college of blijven we erin, maar er zijn ook gemeenten waar GroenLinks na jaren trouwe dienst ingeruild wordt. To be continued.

Naar de Tweede Kamer?

Vandaag precies drie jaar geleden waren de verkiezingen voor Provinciale Staten. Op die dag werd ik voor de tweede keer gekozen, met dank aan mijn plek bovenaan de lijst met heel wat meer stemmen dan de eerste keer. Ik nam me toen voor dat dit mijn laatste periode zou zijn en ik na acht jaar op zoek zou gaan naar iets anders. Of dat in Den Haag zou zijn, of ergens als bestuurder (wethouder? gedeputeerde?), daar was ik toen nog niet uit.

Door de val van het kabinet en de vervroegde verkiezingen (anders zou de Tweede Kamer volgend jaar na de Statenverkiezingen zijn gekozen) werd ik gedwongen sneller dan gedacht mij over de vraag "wat hierna?" te buigen. Eerlijk gezegd was de keuze niet zo moeilijk, al klonk het idee straks deel uit te maken van de eerste fractie van GroenLinks als regeringspartij wel aantrekkelijk. Maar ik bedacht mij dat ik ook nog zoveel andere dingen leuk vind, dat ik er nog niet aan toe ben om full time politicus te worden. Bovendien vind ik het wel zo netjes om deze periode in Noord-Holland af te maken, zeker na alle gedoe dat we achter ons hebben.

Daarnaast weet ik ook niet zeker of ik me in het tegenwoordige waan-van-de-dag politieke klimaat van de Tweede Kamer thuis zou voelen. Vandaag zal ik de deadline voor de kandidaatstelling dan ook laten verlopen. De commissie-Vos hoeft van mij geen brief te verwachten. Overigens heb ik formeel en informeel al heel wat goede namen voorbij horen komen, dus we gaan een hele mooie lijst krijgen.

Maar wat dan wel? GroenLinks is nog niet van mij af… Ik heb mijn keuze gemaakt en meld me over enige tijd als kandidaat voor "de andere kant", oftewel de Eerste Kamer.