Wordt het ooit nog wat met de kilometerheffing?

Al sinds ik in de Staten zit (2003) wordt gesproken over de kilometerheffing. Als provincie zijn we hier al jaren voorstander van en hebben we ook al aangeboden in onze regio proef te draaien. Maar Den Haag werkt niet erg mee, tegenwoordig vooral dankzij de conservatieve coalitie van SP, PVV en VVD.

Telkens is er weer wat: de technische haalbaarheid, de milieuwinst, de lasten voor de automobilist, het provinciale belastinggebied of de juiste plek voor regionale experimenten. Ik hoop maar dat van al dat uitstel geen afstel komt, maar echt positief kan ik niet worden van dit soort berichten:

Geen groen licht voor kilometerheffing

DEN HAAG – Het kabinet heeft woensdag niet het groene licht gekregen van de Tweede Kamer om door te gaan met de voorbereidingen voor de kilometerheffing. Het venijn zat in de staart van een debat in de Kamer met staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën en minister Camiel Eurlings van Verkeer.

Aanleiding is een nieuwe provinciale belasting die in de maak is. Met de komst van de kilometerheffing verdwijnen namelijk de zogenoemde opcenten op de wegenbelasting. Dat scheelt de provincies jaarlijks ruim 1 miljard euro inkomsten. Zij overleggen met het kabinet hoe dat verlies te compenseren.

De Kamer, met voorop de coalitiepartijen PvdA en CDA, wil echter niet dat de automobilist ‘dubbel’ gaat betalen, tegen de afspraken in. Kamerlid Lia Roefs (PvdA) vreest dat in de provincie de klap het hardst zal aankomen. Ook CDA-collega Ger Koopmans waarschuwde De Jager, een partijgenoot, daarvoor.

Volgens de staatssecretaris zou de pijn kunnen meevallen. De autorijder zou sowieso jaarlijks 2 miljard euro goedkoper uit zijn met de kilometerheffing. Hij noch Eurlings kon de Kamer echter geruststellen. Het debat werd niet afgerond, omdat de bewindslieden andere verplichtingen hadden. Na een heftig overleg besloot de verkeerscommissie later dat er donderdag verder wordt gepraat.

SP, VVD en PVV, die opnieuw geen spaan heel lieten van de plannen voor de kilometerheffing, zouden echter wel eens weg kunnen blijven, kondigde de liberaal Paul de Krom aan. Donderdag is de laatste dag voor het zomerreces. Als de Kamer niet alsnog instemt met de plannen van Eurlings voor onder andere enkele techische experimenten, lopen die enkele maanden uitstel op. De bewindsman waarschuwde dat de planning om de heffing vanaf 2011 in te voeren, daardoor niet kan worden gehaald.

Eerder vroeg het CDA om een beter voorstel voor de omzetting van de aanschafbelasting (BPM) op auto’s in een flexibele CO2-heffing. Hij verwees naar recente kritiek van ANWB, VNO-NCW en MKB Nederland op de milieuwinst van de maatregel die de aanschaf van minder vervuilende auto’s moet bevorderen. Volgens Eurlings was VNO-NCW-voorman Bernard Wientjes ‘zeer content’ over het voorstel. De Jager zei dat de milieuwinst ‘substantieel hoger’ is dan wordt beweerd.

Het zit erop

Althans, voorlopig. We zijn aanbeland in wat in politiek jargon het reces heet. Wat dus iets anders schijnt te zijn dan vakantie.

Afgelopen maandag de laatste Statenvergadering, die ondanks het aanvangstijdstip van 10.00 toch weer behoorlijk laat werd. Aan het eind van deze vergadering kozen we Bart Heller (unaniem) als nieuwe gedeputeerde, als opvolger van Albert Moens. Daarna was het tijd voor de traditionele barbecue om het politieke jaar af te sluiten.

Overigens was er ondanks het reces dinsdag nog een fractievergadering op locatie, met lokale vertegenwoordigers uit de regio Waterland. Fraai decor hiervoor was dit keer boerderij Achtervennen in Ilpendam. We kregen vers van de pers het nieuws dat GroenLinks een paar minuten eerder was toegetreden tot het college van B&W in Waterland. Verder wisselden we actuele zaken uit de provinciale en lokale politiek uit.

Donderdag was in restaurant Groenendaal het afscheid van Albert Moens. Het was een gezellige bijeenkomst, met een rake speech van Albert. Hier wel de traditie in ere gehouden (in tegenstelling tot de barbecue een paar dagen eerder) om als één der laatsten te vertrekken. 

Over het vertrek van Albert en de opvolging door Bart nog het volgende. Ik kreeg laatst de vraag waarom dat niet in bredere kring gecommuniceerd is. Ik begrijp die vraag en ben in principe ook een groot voorstander van openheid in dit soort zaken. Het formele antwoord is dat de fractie gaat over de keuze van een gedeputeerde en invulling van een tussentijdse vacature, maar er valt iets meer over te zeggen. Gezien het feit dat het nieuws over Alberts vertrek vertrouwelijk was – en zodra het in iets bredere kring bekend werd ook meteen naar de pers werd gelekt – leek het ons goed dit onderling te bespreken en was het niet mogelijk de afdelingen van GroenLinks erbij te betrekken.

Het was ook zaak op korte termijn een opvolger te vinden, vanwege het naderende reces. Na uitgebreide discussie in de fractie over de te volgen procedure en het profiel van de opvolger, kwamen we allemaal tot de conclusie dat Bart de best denkbare kandidaat was. We zijn dan ook heel blij dat hij de komende jaren in het college de GroenLinks kleuren wil verdedigen. Uiteraard zullen wij de gang van zaken graag op een provinciale ledenvergadering nader toelichten.

Valencia

Eens in de vier jaar mag iedere Statencommissie op buitenlands werkbezoek. Het reisdoel van de commissie Ruimtelijke Ordening en Grondbeleid  was dit keer Valencia. We hebben genoten van het prachtige weer, een wonderschone stad en heerlijk gegeten en gedronken. Dit ter geruststelling van degenen die zouden kunnen denken dat we ons te weinig vermaakt hebben…

Reden om Valencia uit te zoeken is het zogenaamde Valenciaanse model. In reactie op stagnerende bouwproductie, lange procedures en lage kwaliteit van nieuwbouwlocaties werd in 1995 de LRAU ingevoerd, de Ley Reguladora de la Actividad Urbanistica. Met deze nieuwe wet zijn een aantal procedures bij de ontwikkeling van nieuwe locaties samengevoegd, krijgen de grondeigenaren een sterkere positie en – cruciaal – komt het initiatief te liggen bij de ‘urbanisador’ om een plan in te dienen. Voor verdere uitleg van de LRAU (die overigens inmiddels is opgevolgd door de LUV) verwijs ik graag naar het werk van Demetrio Muñoz Gielen, tijdens deze reis ook onze begeleider – zowel qua RO als taal.

We hebben een groot aantal projecten gezien en kregen toelichting van wethouders uit Valencia en Torrent. De Generalitat de Valencia zorgde voor de regionale insteek, terwijl ook een projectontwikkelaar en een groep felle tegenstanders aan het woord kwamen. Ter lering en vermaak bezochten we ook nog het Nationaal Park Albufera.

Wat heb ik nu geleerd? Gedurende de verschillende presentaties en discussies heb ik een lijstje gemaakt met voor- en nadelen van het Valenciaanse model. Ik vat ze even kort samen:

Voordelen

  • snelle ontwikkeling, ook binnenstedelijk
  • verkorting en vereenvoudiging procedures (minder bij LUV)
  • ruimte voor eigen initatief, ook zonder grondpositie
  • realisatie infrastructuur en publieke voorzieningen op kosten van urbaniseerder
  • overheid kaderstellend, urbanisador uitvoerend
  • collectieve belangen gewaarborgd

Nadelen

  • té snelle/te veel ontwikkeling
  • locatiekeuze van de urbanisatie
  • plannen te algemeen (alles kan…)
  • voldoende bescherming individuele belangen?
  • controle lokale ontwikkelingen (nauwe banden politiek-ontwikkelaar)
  • gebrekkige regionale regie

Het aardige is dat je enerzijds inspiratie opdoet en bedenkt hoe een aantal zaken ook in Nederland ingevoerd zouden kunnen worden. Anderzijds kom je er door deze ervaring ook achter dat sommige dingen in Nederland nog helemaal zo slecht niet geregeld zijn…

Zomaar een zaterdag in Utrecht

Toen we rond vieren nog niet klaar waren met stemmen over een motie die volgens mij helemaal niet ingediend had moeten worden, vond ik het mooi geweest. Naar huis. Eigenlijk had ik dat al een half uur eerder willen doen, want ik heb nog het nodige voor te bereiden voor de Statenvergadering van maandag.

Gelukkig heeft René al goed verslag gedaan van deze middag, dus dat stuk zal ik overslaan. Ik deel ook helemaal zijn scepsis over dit soort vergaderingen en de ergernis over sommige collega-partijraadsleden. Op dat soort momenten merk ik dat ik eigenlijk weer achter die voorzitterstafel zou willen gaan zitten om de boel eens bestraffend toe te spreken en oeverloos gedoe om niks af te kappen. Maar ja, ik ken mijn plek…

Connexxion van twee kanten in het nauw

De druk op Connexxion wordt verder opgevoerd…

Provincie betaalt Connexxion niet vanwege staking

Haarlem/Velsen – De provincie Noord-Holland betaalt Connexxion niets zolang de bussen niet rijden. De vervoerder loopt daardoor inkomsten mis. Om wat voor bedrag het gaat, konden provincie en Connexxion maandag niet zeggen.

De provincie is opdrachtgever voor het openbaar vervoer in de regio’s IJmond/Haarlem, Noord-Holland-Noord en Gooi- en Vechtstreek. Ze heeft daarvoor een contract afgesloten met Connexxion.

Er wordt betaald per gereden uur. Voor de bussen die niet reden tijdens de CAO-acties, betaalt de provincie niet.

24 uur terug in de wetenschap

Net als medepoliticoloog Simon Otjes was ik donderdag en vrijdag op het politicologenetmaal in Berg en Dal. Inmiddels ben ik een ervaren etmaalganger geworden, het was voor mij alweer de 9e keer. Net als de vorige keren weer een gezellige en inspirerende bijeenkomst. Omdat ik penningmeester ben van de NKWP, de beroepsvereniging van politicologen, moest ik al om 10.30 aanwezig zijn voor de bestuursvergadering, na een korte lunch gevolgd door de Algemene Ledenvergadering. Zonder kleerscheuren kwamen zowel de rekening 2007 als de begroting 2008 erdoor, zodat ik weer aan de slag kan. Ook werd ik in deze vergadering voor een periode van drie jaar herkozen.

Daarna het echte werk: de workshop over ‘ Domestic and European level interaction in the process of European integration’. Het was erg leuk weer eens diep in dit onderwerp te duiken en te discussiëren over een groot aantal interessante papers. Prettig ook om te merken dat de ontwikkelingen in de wetenschap een dusdanig rustig tempo hebben dat ik het allemaal nog prima kon volgen. Tegelijk ook wel een licht teleurstellende constatering dat discussies waarvan ik had gehoopt dat die nu toch wel voorbij zouden zijn nog met enthousiasme opgerakeld worden.

In elk geval heeft het nieuwe inspiratie gegeven om de laatste letters van mijn proefschrift nu toch eindelijk op te gaan schrijven en sowieso nog een of twee toegankelijke artikelen erover te schrijven. Opdat ik mijn jubilieumeditie van het etmaal in 2009 als doctor zal meemaken.