Westfrisiaweg

Afgelopen donderdag 6 maart vergaderden we in Heerhugowaard over de Westfrisiaweg. Dit is de verbinding tussen Alkmaar en Enkhuizen (en dan door naar Lelystad, Kampen, Zwolle, maar wij gaan alleen over het deel in onze provincie uiteraard).

De discussie heeft zich in de afgelopen maanden vooral toegespitst op de keuze voor het laatste deel van het tracé tussen Markerwaardweg en Enkhuizen. Wordt het noord of zuid? Beide keuzes hebben hun eigen voor- en nadelen.

  1. natuur en milieu: hoe kan zo zorgvuldig mogelijk met nieuw en oud landschap worden omgegaan, de schade beperkt worden en waar onvermijdelijk gecompenseerd worden?
  2. economische ontwikkeling: hoe ziet de toekomst van de West-Friese regio eruit wat betreft bedrijvigheid, wat zijn de kansrijke en belangrijke sectoren om te behouden?
  3. ruimtelijke ordening: welke keuzes zijn in het streekplan gemaakt voor woningbouw, natuur, infrastructuur, landbouw, bedrijventerreinen?

Was het maar zo eenvoudig dat je dit kunt optellen en aftrekken en er dan als vanzelf een voorkeur voor noordtracé of zuidtracé uitrolt. Voor ons is daarnaast ook van belang dat er nu draagvlak in de regio is (terwijl men er niet om bekend staat het vaak eens te zijn). Je moet als Staten dus met goede argumenten komen om een andere keuze te maken dan de gemeenten in het Regioakkoord hebben gemaakt. Ik sluit niet uit dat die argumenten er zijn, maar het is ook niet moeilijk om in te schatten wat de eventuele consequenties van zo’n keuze zouden zijn. Wordt vervolgd.

Wederom Connexxion

Gisteren is bekend geworden dat het openbaar vervoer in Noord-Holland Noord ook de komende jaren door Connexxion gereden zal worden. Ik moet het nog in detail bekijken, maar mijn eerste indruk is dat er een heel aardig pakket is aangeboden.

Het persbericht van de provincie beschrijft het als volgt:

Vanaf half december neemt het aanbod van busvervoer in het noordelijk deel van Noord-Holland met 20% toe. Bovendien worden nieuwere, milieuvriendelijker lagevloerbussen ingezet die voorzien zijn van goede reisinformatiesystemen. Dit is het resultaat van de aanbesteding van de concessie Noord-Holland Noord door de provincie. Connexxion zal het busvervoer in deze regio verzorgen.

Na alle commotie eind vorig jaar, met acties van West-Friesland mist de bus en het demonstratieve opstappen van de SP-collega’s lijken de doemscenario’s die toen werden geschetst bepaald geen bewaarheid geworden. Integendeel.

Het laat wat mij betreft ook zien dat aanbesteden op de manier zoals de provincie het doet – eerder toegepast in Haarlem/IJmond en de Gooi & Vechtstreek – positieve effecten heeft. Dat het wel degelijk zin heeft om de vervoerder uit te dagen kwaliteit te bieden. Daarover ga ik ook graag nog eens een keer het debat met mijn collega’s in de Tweede Kamerfractie aan.

Met een sisser

Voor het eerst sinds jaren weer een minister naar de Eerste Kamer geroepen, maar dat liep op een teleurstelling uit. Het ging over uitspraken van Guusje ter Horst over mogelijke stemdwang voor Statenleden bij de Senaatsverkiezingen. In de pers was de indruk gewekt dat Ter Horst de instructie om op de nummer één van de lijst te stemmen in strijd met de Grondwet vindt. Vandaar deze actie van de SP, die zelf het nodige te stellen had met dissident stemgedrag.

Zoals ik een paar dagen geleden schreef waren de uitspraken van Ter Horst dubbelzinnig: hoewel volksvertegenwoordiger vrij van last zijn, mogen partijen wel onderlinge regels opstellen en verwachten dat hun leden zich daaraan houden. Een beetje van dit, een beetje van dat. Niet zo stellig en zeker niet alleen gericht op de SP. Tiny Kox, de fractieleider van de SP in de Senaat, kreeg dan ook het verwijt dat hij wel een erg zwaar middel had ingezet en bovendien de brief van Ter Horst niet echt goed gelezen had. Waarop het debat doofde als een nachtkaars.

‘Heeft nou niemand tegen u gezegd: meneer Kox, dit is een canard?’ vroeg Gerard Schouw (D66) wanhopig. Dan moet de minister maar niet van die ‘onzorgvuldige brieven’ sturen, snauwde Kox terug.

Nieuwe partijraad

Vandaag voor het eerst naar de partijraad in nieuwe samenstelling. Echt een bijeenkomst om erin te komen en aan elkaar te wennen. Dat zal het zeker in het begin nog wel zijn met een groot aantal nieuwelingen. ’s Ochtends begon het wat moeizaam met een wel erg lange bespreking van de notulen en daarna naar mijn smaak erg veel detail gedoe en geneuzel over de voortgang van het Toekomstproject. Hopelijk lukt het ook in deze partijraad wat in de vorige partijraad in het laatste jaar goed lukte: debatteren op hoofdlijnen over de onderwerpen die er echt toe doen en waar de PR een echte rol in te spelen heeft.

Helaas kan ik daaraan niet meer vanuit het bestuur van de partijraad mijn bijdrage aan leveren. Had het graag gewild en mij ook weer verkiesbaar gesteld, maar meeste stemmen tellen en daar zat ik niet bij. Gelukkig zijn met Ap en Maarten wel twee van de oude bestuursleden in het nieuwe bestuur vertegenwoordigd. Nou ja, heb ik weer tijd om andere dingen te doen…

Vrij van last?

Vorig jaar hadden wij een vervelend incident rondom de Eerste Kamerverkiezingen, wat uiteindelijk leidde tot het vertrek van Cheryl Braam uit de fractie. Naast deze niet eerder vertoonde ongeldige stem ging er  op heel wat andere plekken in het land ook het een en ander niet zoals gepland. Düzgün Yildirim werd door een voorkeursactie van Gelderse SP Statenleden in de Senaat gekozen, maar was vervolgens niet welkom in de fractie. Jan Laurier (GroenLinks) en Hans Klein Breteler werden gekozen met hulp van stemmen uit Zuid-Holland; zij werden na enig rumoer en gemor wel in de fractie geaccepteerd. 

Naar aanleiding van de affaire-Yildirim legde Toine van Bergen aan minister Ter Horst voor of partijen van hun Statenleden mogen vragen op de nummer één van de kandidatenlijst te stemmen, of dat dat in strijd is met de Grondwet ("stemmen zonder last"). Ter Horst geeft een dubbelzinnig antwoord: aan de ene kant zijn leden vrij hun stem uit te brengen en kunnen zij niet gebonden worden door hun partij hun stem op een bepaalde manier uit te brengen. Maar dan komt het anderzijds: partijen kunnen leden die zich niet aan interne afspraken houden (de regels van de vereniging) wel uit een fractie zetten en vervolgens royeren: De Kieswet stelt geen eisen aan de wijze waarop politieke partijen zich intern organiseren en welke eisen zij aan hun leden stellen c.q. onder welke voorwaarden het lidmaatschap van de partij mogelijk is.

In de media viel vervolgens te lezen dat Ter Horst stemdwang in strijd acht met de grondwet en dat spitste zich vooral toe op de SP, waarop de Eerste Kamerfractie van die partij besloot een interpellatie aan te vragen (een in dat huis weinig gebruikt middel). Immers, stelt Tiny Kox, andere partijen doen het niet veel anders dan de SP: ook PvdA, CDA, VVD en GroenLinks hebben interne afspraken over het stemgedrag bij de Eerste Kamerverkiezingen. Waarom dan alleen de pijlen op de SP gericht? Sterker nog, de SP vraagt aan Ter Horst uit te spreken dat dergelijke afspraken geen probleem zijn:

Bent u, alles afwegende, van mening dat u zich in de toekomst niet meer dient te bemoeien met afspraken binnen politieke partijen in het algemeen en over het verkiezen van leden van de Eerste Kamer door de leden Provinciale Staten in het bijzonder, omdat dat het eigen terrein van de politieke partijen is en dat het niet aan de regering is daar invloed op te willen uitoefenen? En bent u, alles afwegende, bereid uit te spreken dat de geldende regels van GroenLinks, PvdA, CDA, VVD en SP inzake de verkiezing van de Eerste Kamer níet in strijd zijn met de Grondwet?

Ik heb er een dubbel gevoel over, zij het iets anders dan onze minister. Aan de ene kant vind ik dat je als Statenlid bij deze verkiezing eigenlijk een doorgeefluik bent van de stem van de kiezer. Dat wil zeggen dat je niet op eigen titel veranderingen moet gaan aanbrengen in de volgorde van de lijst. Die lijst is immers democratisch door jouw partij vastgesteld. Bovendien: wie heeft erom gevraagd, namens wie doe je dat, zo’n voorkeursstem uitbrengen? Zeker in een grote provincie als Noord-Holland of Zuid-Holland, waar de stemmen zwaar meewegen, neem je als individu daarmee een ingrijpende beslissing. Aan de andere kant: we hebben nu eenmaal getrapte verkiezingen, die erop neer komen dat wij voor één dag gewone kiezers zijn in een gewoon stemhokje. Net zoals vele kiezers door een voorkeursstem ervoor kunnen zorgen dat een kandidaat die een "onverkiesbare" plek staat toch in de Tweede Kamer komt, hebben ook wij die mogelijkheid. Oftewel: net zoals gewone kiezers kunnen ook wij aangeven dat de volgorde van de lijst die door een partijcongres is vastgesteld ons niet bevalt.

Al met al weegt voor mij het eerste argument zwaarder: ik vind het niet mijn taak om door mijn stemgedrag een verandering in de beoogde samenstelling van de senaat te bewerkstelligen. (Het is uiteraard ook mogelijk dat ik op een VVD-er stem, al valt dat bij 55 uitgebrachte stemmen wel erg snel op). Op het moment dat ik stem vertegenwoordig ik de duizenden kiezers die op GroenLinks hebben gestemd en aan wie ik geen mandaat gevraagd heb om op wat voor manier dan ook af te wijken van de lijstvolgorde. Je zou een hoop gedoe kunnen voorkomen door gewoon maar één hokje GroenLinks te hebben, al heeft dat ook z’n nadelen.

Ik vind het dus niet zo gek dat partijen aan hun Statenleden vragen op de eerste persoon op de lijst te stemmen. Al zou ik daarbij wel de ruimte willen laten voor het stemgedrag dat vele GroenLinks kiezers in den lande ook tentoon spreiden: het stemmen op de eerste vrouw van de lijst. Want ook bij GroenLinks komt het wel eens voor dat de lijsttrekker niet van het vrouwelijke geslacht is.

Raads- en statenledendag

Gisteren was ik in het Centrum voor de Kunsten in Beverwijk, waar we als Statenfractie de raads- en statenledendag organiseerden. Deze dag is bedoeld voor (de naam zegt het al) raadsleden en statenleden uit Noord-Holland, maar ook alle andere politieke vertegenwoordigers en de burgemeesters die in onze provincie wonen. Met een opkomst van ongeveer 40 mensen was het een geslaagde middag.

Na de opening door dagvoorzitter Peter Tange gaven onze gedeputeerde Albert Moens en ikzelf een kort overzicht van de gebeurtenissen in de provincie sinds de verkiezingen van vorig jaar. Vanuit de zaal een aantal kritische vragen en vooral ook een oproep om als raadsfracties en Statenfractie meer samen te werken en af te stemmen. Precies ook één van de redenen om een dag als deze te organiseren, dus daar ga ik graag mee aan de slag.

In het vervolg hadden we drie workshops, over water, de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening en over openbaar vervoer. De laatste workshop had ik zelf georganiseerd, met als kernvraag: hoe maken we OV een echt aantrekkelijk alternatief voor de auto? Een interessante inleiding op dit thema werd gehouden door Onno Pruis, zelfstandig adviseur verbonden aan inno-V. Het ontnuchterende antwoord was dat het met name in stedelijk gebied wel mogelijk is om dat te realiseren, maar in landelijk gebied veel moeilijker. Onno gaf een aantal stelregels bij de afweging tussen auto en OV, bijv. dat de reis met het OV niet veel langer mag zijn dan de tijd die je voor die reis in de auto doorbrengt en de wachttijd danwel overstaptijd niet meer dan de helft van de totale reistijd mag zijn. Op veel plekken zal dat lastig te realiseren zijn. Ook kwam een aantal aspecten van het huidige OV (comfort, gemak, betrouwbaarheid) die nog onvoldoende zijn.

In de discussie kwam aan de orde dat het OV bovendien ingewikkeld georganiseerd is. In Noord-Holland hebben we met verschillende concessies te maken, met verschillende looptijden en bovendien het feit dat de provincie voor een deel van de concessies verantwoordelijk is en de Stadsregio Amsterdam voor een ander deel. De workshop biedt heel wat aanknopingspunten hoe we als GroenLinksers samen kunnen werken om die kluwen te ontrafelen.

Na een korte terugmelding vanuit de drie workshops was het tijd voor het napraten met een drankje. Voldaan en best een beetje moe kon ik rond 17.30 huiswaarts. Volgend jaar weer!

Muziek als campagnewapen

Niets zo belangrijk – of in elk geval veelbesproken – als de muziek die je uitkiest voor je politieke campagne. Bij GroenLinks herinner ik mij nog een nummer van J-Lo waarmee een congres werd afgesloten (ben slecht in titels van nummers) en de fameuze clip voor de Europese verkiezingen met op de achtergrond Sag mir wo die Blumen sind. Wat een ontoegankelijke intellectualistische boodschap, maar wat een wonderschone en ontroerende beelden en muziek!

Tony Blair voelde de tijdgeest goed aan toen hij in 1997 koos voor Things can only get better als zijn lijflied voor de campagne, net als Bill Clinton een jaar eerder met Don’t stop thinking about tomorrow. Maar Hillary lijkt toch een klein foutje gemaakt te hebben (na dat afschuwelijke nummer van die afschuwelijke Céline Dion) met haar nieuwste campagnelied, al is het een mooi product van Hollandse bodem. Iets met een non geloof ik: