Holland Acht

Manifest van de commissarissen van de vier randstadprovincies en de burgemeesters van de vier grote steden over de modernisering van de Randstad, gericht tot regering en parlement

In een Manifest van de commissarissen van de vier randstadprovincies en de burgemeesters van de vier grote steden wordt gepleit voor een drastische bestuurlijke modernisering van de Randstad. Deze groep, de zogenaamde Holland Acht, richt zich specifiek tot de regering en het parlement.

Tot een aantal jaren geleden behoorde de Randstad bij de top van de grootstedelijke regio’s in Europa. In 1999 nam Randstad Holland tussen twintig vergelijkbare Europese grootstedelijke regio’s nog de vijfde plaats in met de groei van de welvaart. Vier jaar later is die groei gekelderd naar een 19e plaats, de op een na laatste. Veertien plaatsen verlies!

Ook op het gebied van de capaciteit van het railsysteem, het aandeel high-tech werkgelegenheid en de groei van de arbeidsproductiviteit behoort de Randstad tot de hekkensluiters in Europa. Randstad Holland moet een positie in de top-5 hebben om ook in de toekomst het welvaartsniveau voor haar inwoners op peil en de economische motor van Nederland draaiend te houden. Alleen zo is een sterke internationale concurrentiepositie veilig te stellen. Dat schrijft de ‘Holland Acht’ aan de regering.

Een belangrijke oorzaak van de achteruitgang is het ontbreken van een slagvaardige bestuursstructuur. De Randstad is een onoverzichtelijke bestuurlijke lappendeken. Vier provincies, vier grootstedelijke regio’s, vier grote steden, zo’n honderdveertig andere steden en plattelandsgemeenten, en een dozijn departementen. Geen van hen is in staat om zelf voor de Randstad belangrijke besluiten te nemen.

Om de teloorgang van de Randstad te keren, is een flinke herschikking van de rollen van de verschillende overheden noodzakelijk. Voor de realisatie is het nodig, dat op korte termijn een onafhankelijke commissie van start gaat. Een commissie, met draagvlak in de maatschappij, die heel concreet moet nagaan welke mogelijkheden er zijn en wat haalbaar is. De onafhankelijke commissie zal nog dit najaar door het kabinet moeten worden ingesteld. Voor de zomer van 2006 zullen de bevindingen en aanbevelingen gereed moeten zijn. Gedragen door het kabinet, de overheden in de Randstad en burgers en bedrijfsleven kan dan in 2007 het kabinet tot besluitvorming kunnen komen.

– De bestuurders in de vier randstadprovincies en de vier grote steden zijn van mening dat er nu wat moet gebeuren om tot effectieve besluitvorming te komen.
– Er is haast bij. In 2007 moet het kabinet tot een besluit komen. Dat is in het belang van de burgers en het bedrijfsleven in de Randstad.
– Wij roepen het kabinet op zich achter deze analyse te stellen en op korte termijn een onafhankelijke commissie in te stellen.

De ‘Holland Acht’:

Jan Franssen Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland
Harry Borghouts Commissaris van de Koningin in Noord-Holland
Boele Staal Commissaris van de Koningin in Utrecht
Michel Jager Commissaris van de Koningin in Flevoland
Job Cohen Burgemeester van Amsterdam
Ivo Opstelten Burgemeester van Rotterdam
Wim Deetman Burgemeester van Den Haag
Annie Brouwer-Korf Burgemeester van Utrecht

Interessant initiatief. Weet nog niet zeker of ik het helemaal met de oplossing eens ben – met name die onafhankelijke commissie is gedoemd hetzelfde lot te ondergaan als alle andere commissies die dit tot nu toe hebben geprobeerd. Maar de analyse klopt volgens mij heel aardig en er moet zeker iets gedaan worden aan de enorme bestuurlijke drukte van een schier oneindige rij overlegorganen (vaak in ongeveer dezelfde samenstelling). Al die praatclubs zijn bovendien allesbehalve democratisch en transparant.

We wachten af!

Zijn we nou echt zo rijk? Of valt dat erg mee?

Binnenkort zal in de vakcommissies de begroting voor 2006 besproken worden. Eén van de grote discussiepunten lijkt te worden hoeveel geld we nu eigenlijk hebben: oftewel, is Noord-Holland echt zo rijk of lijkt dat maar zo? Een maand geleden stond ondermeer in het Haarlems Dagblad dat de provincie een reserve van ruim 130 miljoen ongebruikt op de plank heeft liggen. Ton Hooijmaijers, de gedeputeerde van Financiën, ontkende dat meteen, al maakte zijn verhaal het er voor mij niet zoveel duidelijker op.

Met enige vertraging – of het moet zijn dat RTV Noord-Holland er pas nu aandacht aan besteed – reageert ook de Statenfractie van de VVD boos richting vooral de PvdA op de suggestie dat de provincie ontzettend rijk zou zijn:

Gesteggel over ’te’ rijke provincie

HAARLEM De VVD in Noord-Holland is boos op de PvdA. Volgens VVD-statenlid Rijpkema vist de PvdA in troebel water door te beweren dat de provincie barst van het geld en daar niets mee doet.
Het provinciebestuur wil de motorrijtuigenbelasting verhogen, maar de PvdA vindt dat onnodig, omdat er nog zoveel reserves zijn. Coalitiepartij VVD vindt dat de PvdA suggestief is en de overheid in een kwaad daglicht zet.

Een groot deel van de reserves in de provincie zou zijn belegd in aandelen van nutsvoorzieningen en een deel voor projecten als het Wieringerrandmeer en de Zeesluis bij IJmuiden.

Wordt ongetwijfeld vervolgd. Ik hoop in elk geval dat duidelijk wordt welk deel van dat geld echt nodig is voor toekomstige uitgaven en welk deel vrij zou kunnen komen als de Staten dat zouden willen.

Zo kom je nog eens ergens

Vandaag hadden we een combinatie van werkbezoek en fractievergadering in het Verzetsmuseum. Ondanks dat ik geboren Amsterdammer ben en toch alweer wat jaartjes (dichtbij) Amsterdam woon, was ik nooit in dit museum geweest. (Als compensatie heb ik meteen een folder meegenomen met daarin 37 Amsterdamse musea, met vast nog een hoop daarbij waar ik nooit een voet binnen heb gezet)

We kregen uitleg en een privé rondleiding van de directeur, Liesbeth van der Horst. Maakte een gedreven indruk en het museum zelf vond ik ook erg de moeite waard. Om nog eens terug te komen en in iets meer tijd te bekijken. Vooral goed is dat erg sterk de persoonlijke beleving centraal is gesteld: waarom maakten mensen in de oorlogsjaren bepaalde keuzes? Ook de mooie tijdelijke tentoonstelling over joodse kinderen die in de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg borduurt daar op voort. Met onder andere geld van de provincie – als we daar 31 oktober mee instemmen maar dat zal heus wel – wordt nu gewerkt aan uitbreiding met een deel over de Nederlandse kolonies in oorlogstijd.

De fractievergadering zelf was erg kort – voor onze nieuwe fractiemedewerker Petra overigens goed te weten dat dit eerder uitzondering dan regel is . Over de Statenvergadering van eind september viel weinig te zeggen en dat gold ook voor recente commissies. We verdeelden onderling de bezoekjes aan discussiebijeenkomsten, conferenties e.d. waarbij de 12e november nog een interessant dilemma oplevert, omdat dan zowel de Provinciale ledenvergadering is als de landelijk actie tegen de A6-A9 verbinding. Daar mogen we natuurlijk niet ontbreken, mede omdat dit een belangrijk punt was dat we binnengehaald hebben in de college-onderhandelingen (met de Uitweg als concreet resultaat). We besloten dat Bart en Klaas naar Weesp toegaan en de rest – onder wie ondergetekende die het ook leuk had gevonden om actie te voeren – naar Alkmaar.

Een avondje OV

Nog namijmerend over het ‘defungeren’ van de Helderse burgemeester Jeroen Staatsen en over de verstandige woorden van Bot die hij zo schielijk weer moest intrekken, mocht ik weer over tot de orde van de dag: commissie Wegen, Verkeer en Vervoer.

Een bescheiden agenda – dit begint haast gewoon te worden, maar straks met de begroting 2006 is dat wel anders – met maar een paar echt serieuze onderwerpen. Met de stichting BONRoute konden we zonder veel problemen akkoord gaan. Ook de voorstellen van GS om eindelijk ‘onze’ € 4 miljoen extra voor openbaar vervoer te besteden waren prima (zie ook de GroenLinks website). Een goede mix van exploitatie, reizigersinformatie, doorstroming en experimenten met tarieven. Heb er samen met Bart steeds achteraan gezeten als het geld weer naar de reserves dreigde te gaan dus prettig dat het nu uitgegeven wordt!

Mocht nog over twee andere onderwerpen het woord voeren. Allereerst de evaluatie van de aanbesteding (busvervoer) in Noord-Holland Noord en hoe die ervaring was gebruikt bij de recente aanbestedingen in het westen en zuiden van de provincie. Een weinig inspirerend stuk met nogal wat gemeenplaatsen. Interessant gaat de komende tijd de discussie worden of de ‘ontwikkelfunctie’ bij de provincie of bij de vervoerder thuishoort. In gewoon Nederlands: bedenken wij het lijnennet of doet degene dat die de bussen gaat rijden? Het tweede was het programma bereikbaarheid kust, waar we erg tevreden over zijn. Inzet is vooral om vervoer per fiets, trein en bus te stimuleren, terwijl zonder extra asfalt ook de doorstroming voor de auto verbetert en dat is erg prettig voor de mensen die aan of dichtbij de kust wonen. Na het succes bij Zandvoort en Bloemendaal wordt het project uitgebreid naar de andere badplaatsen.

Zo waren we netjes om 22.00 klaar en kon ik met een aantal collega’s de bus en trein richting huis nemen.

Gezonde Euroscepsis

… is de titel van een artikel van mij dat verschenen is in het laatste nummer van De Helling het tijdschrift van het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Ik betoog daarin dat zowel de voorstanders als de tegenstanders aan de haal zijn gegaan met de massale nee-stem in het Grondwet referendum. Mijn focus is vooral op de linkse interpretatie van de tegenstem, namelijk dat Europa teveel ‘markt en munt’ is en te weinig ‘mens en milieu’. Een nee betekent dan geen halt voor Europa, maar ontwikkelen van integratie in een andere richting. Iets te snel geconcludeerd wat mij betreft.

Mijn conclusie is dan ook:

Het pleidooi van ondermeer Kathelijne Buitenweg en Femke Halsema voor een kopgroep van landen die het Europa van ‘mens en milieu’ verder willen uitbouwen, loopt op de zaken vooruit. Allereerst is de vraag: wie zit daarop te wachten? Niet de linkse kiezers. Zij wezen in grote meerderheid de Grondwet – met een begin van zo’n sociale en groene uitbouw – af. Het zijn de linkse kiezers die, net als de rest van de bevolking, weinig verwachtingen hebben van een Europees sociaal model. Deze linkse kiezers vinden dat problemen van werkloosheid, armoede en vergrijzing geregeld horen te worden binnen de eigen verzorgingsstaat. Het staat een politieke partij natuurlijk vrij om voor de troepen uit te lopen en niet onnadenkend de publieke opinie of de eigen achterban te volgen. Maar er is nog een tweede en fundamenteler bezwaar tegen een kopgroep: naast het hierboven al genoemde gevaar van permanente ongelijkheid tussen de verschillende lidstaten, is de grote vraag hoe een Europa van meerdere snelheden aan democratische eisen kan voldoen. Haast onvermijdelijk wordt dat een ingewikkeld netwerk van grotere of kleinere groepen landen die intensiever met elkaar samenwerken en dat leidt tot ondoorzichtigheid en oncontroleerbaarheid. Mogelijk heel efficiënt, maar vanuit democratisch oogpunt een weinig aanlokkelijk toekomstperspectief.

De Helling, nr. 3, herfst 2005, pp. 8-10

Vanaf vandaag in de betere boekhandels

De kurken van het randmeer

Voor de tweede keer in korte tijd weer in de Kop van Noord-Holland, om precies te zijn Den Oever. Dit keer braaf met het openbaar vervoer, trein naar Alkmaar en dan de Qliner naar Leeuwarden (opletten dat je vóór de Afsluitdijk uitstapt). Laatste stukje mocht ik overigens in de dienstauto van Hans Schipper meerijden. Onderwerp van de middag: de stand van zaken van het Wieringerrandmeer.

De aanleiding voor de bijeenkomst was een voorstel van Piet Bruystens (Ouderenpartij), gedaan bij de behandeling in de Staten van het randmeerplan, om een gezamenlijke bijeenkomst met de raden van Wieringen en Wieringermeer te houden. Belangstelling vanuit de Staten bleek overigens bescheiden, vooral leden van de commissie Ruimtelijke Ordening en Natuur, Landschap, Water en Milieu.

In tegenstelling tot de oorspronkelijke opzet geen workshops, maar de gehele middag plenair. Na de opening door de nieuwe projectleider Anneke Swart een voordracht van Taco Vergeer over water en ecologie. Eén van de keuzes die nog gemaakt moet worden is hoe IJsselmeer en randmeer via een kanaal verbonden worden, waarbij zowel de kwaliteit van het water (niet te zout) als de kosten (hoog bij de oude variant van een lang kanaal) een belangrijke rol spelen. Wat ik ook interessant vond is dat het realiseren van de gehele Noordboog – ecologische verbinding van IJsselmeer naar Noordzee – essentieel is om de ecologische zones aan noord- en zuidkant van het randmeer te laten slagen. Tweede presentatie was van Piet van Hemmen, die met name probeerde een beeld op te roepen van hoe het gebied er straks uit komt te zien, met name waar het de inpassing van de woningen een in een groene en blauwe omgeving betreft. Hoogdravend, zeer abstract gehalte, met naar mijn smaak wat erg weinig concrete inhoud. Zijn voorbeelden ondermeer uit omgeving Rotterdam (Nesselande) van andere woningen in waterrijke omgeving maakten mij niet erg duidelijk wat de bedoeling van zijn betoog was. De kernvraag: voor wie gaan we dit bouwen en hoe staat het met de behoefte (inclusief analyse van maatsschappelijke baten en kosten) bleef onbeantwoord.

Na koffiepauze was het de beurt aan Ton de Fouw om het bestuurlijke traject te schetsen. Omdat volgend jaar april de Wet Voorkeursrecht Gemeenten afloopt – die ervoor zorgt dat vrijkomende gronden in het randmeer gebied eerst aan de gemeente dienen te worden aangeboden, is er enige haast om allerlei procedures af te ronden. Met name gaat het dan om het structuurplan van de twee gemeentes en de herziening van het provinciale streekplan. Projectleider Anneke Swart zorgde voor enige ophef door de raads- en statenleden te verzoeken niet al te moeilijk te doen in de komende tijd, want dan zou de procedure weleens vertraagd kunnen worden. Zoiets kun je beter niet zeggen

Alles bij elkaar goed om even bijgepraat te worden, maar heel veel nieuws heb ik niet gehoord. Na een klein uurtje napraten met een forse sprint de bus terug – gaat 1x per uur – gered en zo nog best aardig op tijd thuis. Onderweg kon ik mooi projecten als de Stad van de Zon en de aanpassing van de Alkmaarse ring (N242) bekijken.

Bussen op aardgas

GroenLinks wil meer schone bussen op aardgas

In diverse media viel recent te lezen dat staatssecretaris Van Geel (Milieu) wil dat bussen in binnensteden zo snel mogelijk op aardgas gaan rijden. In 2006 is alvast een bedrag van ongeveer 12 miljoen euro beschikbaar om het gebruik van gas als brandstof door lagere overheden te stimuleren.

Aardgas is een schonere brandstof, met minder uitstoot dan de schoonste dieselbussen. De overschakeling biedt dus milieuvoordelen, maar ook financieel kan het aantrekkelijk zijn. Het gebruik van andere brandstoffen en daarmee geringere afhankelijkheid van de internationale oliemarkt zou ook nog kostenbesparend kunnen werken.

In de regio Haarlem-IJmond zullen vanaf december alle bussen op aardgas rijden. De fractie van GroenLinks is van mening dat deze gelegenheid aangegrepen moet worden om ook elders in Noord-Holland meer bussen op aardgas te laten rijden. Statenlid Harmen Binnema vraagt Gedeputeerde Staten actie te ondernemen en voorstellen bij Van Geel in te dienen voor de subsidie van 12 miljoen.

Schriftelijke vragen:

1. Welk deel van de bussen in de Noord-Hollandse concessiegebieden voldoet op dit moment aan de norm voor de schoonste dieselbussen, Euronorm 5?

2. Is het college van GS bereid in om voorstellen in te dienen om bussen schoner te maken en hierbij een beroep te doen op de € 12 miljoen die Van Geel beschikbaar stelt?

3. Ziet u praktische bezwaren indien aardgas op bredere schaal als brandstof gebruikt zou gaan worden?

In Amsterdam is een experiment gaande met een aantal bussen die op waterstof rijden. De eerste resultaten hiervan lijken erg positief te zijn.

4. Heeft u zich op de hoogte gesteld van de eerste resultaten van de Amsterdamse proef, of bent u bereid dat te doen? Deelt u ons optimisme over dit experiment?

5. Bent u bereid na te gaan in hoeverre ook in de Noord-Hollandse concessiegebieden waterstof als brandstof tot de mogelijkheden behoort?

Naast bovengenoemde middelen loopt er ook een subsidieprogramma CO2-reductie personenvervoer, uitgevoerd door SenterNovem in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hier kunnen vervoerders voorstellen indienen om de CO2 uitstoot te beperken.

6. Is u bekend of Connexxion inmiddels een aanvraag heeft gedaan voor dit subsidieprogramma? Zo nee, bent u bereid dit programma onder de aandacht te brengen en Connexxion te stimuleren een aanvraag in te dienen?