In het Waterland

Er is al zoveel over het congres geschreven, dat ik me maar niet aan nog een nabeschouwing waag. Laat ik het erop houden dat het geslaagd was, we een goed programma én lijst hebben (Bas op twee!!!) en het tegelijk een enorme uitdaging zal worden om dit geluid te laten horen tijdens de campagne en een mooie uitslag te boeken.

Vandaag was ik in Waterland – even voor het gemak, zonder iemand te willen beledigen: Purmerend en omgeving – voor een werkbezoek van de commissie wegen, verkeer en vervoer. Het is een regio die sterk gericht is op Amsterdam, zodat zowel in de ochtend- als de avondspits de wegen behoorlijk vol zijn. Gelukkig wordt veel gebruik gemaakt van het openbaar vervoer – er is volgens mij geen verbinding in Nederland waar het aandeel OV in het woon-werkverkeer zo hoog is als tussen Purmerend en Amsterdam. Voor de bussen is er grotendeels een vrije busbaan, die ligt echter maar aan één kant van de weg. Dit geldt zowel op weg naar Purmerend als naar Volendam. Dankzij de tidal flow (ja je leert nog eens een nieuw woord, denkt u aan de getijden) wordt die busbaan ’s ochtends noord-zuid gebruikt en aan het eind van de middag zuid-noord.

Toch blijven er knelpunten over waar de bus moet oversteken of op gedeelten waar nog geen vrije busbaan is en de bus zich met het autoverkeer moet mengen. Vandaag kregen we van de burgemeesters en wethouders uit de regio te horen wat hun wensen voor de bereikbaarheid zijn en vanuit de provincie werd toegelicht welke studies er inmiddels zijn verricht. De meest radicale oplossing voorziet in een rotonde en fly-over bij ’t Schouw, waar de N235 en N247 elkaar tegenkomen. Onze inspectie ter plekke leidde tot de unanieme conclusie bij de Statenleden dat we dat toch maar niet moeten doen vanwege de enorme impact op het landschap. Gelukkig zijn er nog voldoende minder ingrijpende maatregelen die ook de doorstroming kunnen verbeteren. Daar zal de komende tijd verder op gestudeerd worden om te kijken wat verkeerskundig het beste werkt. En gratis zal het ook niet zijn..

Begroting=politiek

Vanavond ben ik weer eens in mijn klassieke val getrapt als ik ergens bevlogen over ben: te snel praten. Er gaan dan zoveel gedachten tegelijk door mijn hoofd dat ik niet meer merk in welk tempo die uit mijn mond komen. Zo langzaamaan kan ik mij ook niet meer achter het excuus van jeugdig enthousiasme verschuilen…

Dus voor degenen die er vanavond niet bij waren, evenals degenen die er wel bij waren maar het niet konden volgen 🙂 nog even in een notendop. We hadden het in de commissie Financiën enzo over het herschrijven van de begroting, volgens een methode die door Peter Paul Verroen van PP in Taal is ontwikkeld. In essentie komt dit neer op een herwaardering van de doelenboom, zoals die al in de jaren ’70 door VU hoogleraar Gijs Kuypers is ontwikkeld. Vanuit een maatschappelijk doel redeneer je door naar een beleidsdoel en een operationeel doel, om uiteindelijk bij een instrument uit te komen dat helpt dit te verwezenlijken. Die instrumenten moeten een bepaalde output geven en aan de hand daarvan is na te gaan of de doelen die je je had voorgenomen zijn gehaald. Oftewel: terugredenerend naar het oorspronkelijke maatschappelijke doel.

In theorie klinkt het heel mooi, maar de essentie van wat ik probeerde te zeggen vanavond, is dat het hoogste wat je hiermee kunt bereiken meer transparantie en inzicht is. Welke politieke betekenis je daaraan toekent, is een heel ander verhaal. Uit de toelichtende presentatie, die sprak over manieren om de rollen van PS en GS vanuit de doelen af te bakenen, of een onderscheid tussen eigen beleid en afgeleid beleid, kreeg ik de indruk dat aan dit systeem te veel waarde wordt toegekend. De politieke werkelijkheid is immers veel complexer. Er zijn doelen zonder instrumenten en instrumenten zonder doelen. Met andere woorden, je houdt altijd lege cellen over – of je constateert dat een beleidsdoel en een maatschappelijk doel (naar boven) of operationeel doel (naar onder) feitelijk samenvallen.

Ik ben er erg voor om door middel van eenduidige presentatie van gegevens – ook nog consequent door de tijd heen – het inzicht, de vergelijkbaarheid en de controle te vergroten. Wie weet is het ook een goede manier om de begroting begrijpelijker te maken voor burgers en volksvertegenwoordigers. Maar ik blijf erbij dat het alleen een middel is en dat politiek zich uiteindelijk niks aantrekt van dit soort schema’s en structuren. Da’s overigens maar goed ook, want we zijn al genoeg besmet met de SMART doctrine.

Judith en Bas: ideale Euro-tandem

De teleurstelling dat Bas geen lijsttrekker is geworden, heb ik al helemaal verwerkt. Ik denk ook dat Judith het prima zal gaan doen. Nu mijn nummer twee nummer één geworden is, wil ik uiteraard dat mijn nummer één nummer twee wordt. Dus congresgangers: stem massaal voor Bas op twee, voor wederom een ijzersterk duo in Brussel!

Ik wil
Bas in het Europees Parlement omdat hij op een charmante, humorvolle, deskundige
en doortastende manier het GroenLinkse geluid zal laten horen in
Europa. Of het nu gaat over de toekomst van de democratie in Europa of
de aanpak van klimaatverandering, Bas weet écht waar hij over praat.
Zijn expertise wordt tot ver over de grenzen erkend. Ik ben ervan
overtuigd dat Bas onze ideale man in Brussel zal zijn. GroenLinksers,
die kans laten jullie toch niet lopen?

Bijgeloof

Eigenlijk ben ik helemaal niet bijgelovig. Maar voor Ajax maak ik graag een uitzondering. Mijn enige probleem is dat ik nog steeds geen ritueel heb gevonden dat een garantie biedt op succes.

Vroeger luisterde ik zondagmiddag op mijn slaapkamer naar Langs de Lijn. Als het slecht ging, keek ik boos naar de elftalposter boven mijn bed en sprak ik de jongens streng toe dat ze meer hun best moesten doen. Mijn aansporingen werkten feilloos. In mijn herinnering viel de winnende goal altijd tijdens het vier uur journaal, zodat daarna meteen naar Ajax werd overgeschakeld. Maar misschien had het er ook gewoon mee te maken dat Ajax in die jaren vrijwel onverslaanbaar was en een nederlaag sowieso een zeldzaamheid was.

Later dacht ik dat Ajax niet kon verliezen als ik maar in het stadion zat. Het heeft inderdaad lang geduurd voor het zover was, dus ik heb de gedachte heel wat wedstrijden kunnen koesteren. Nadat de eerste nederlaag een feit was, volgden evenwel nog vele moedeloos stemmende jaren met legio kansloze en pijnlijke nederlagen. Bovendien merkte ik dat ik sommige mensen beter niet meer mee kon nemen naar Ajax, want die hadden blijkbaar een slechte invloed – de zwarte lijst was geboren.

Dit seizoen heeft Ajax een paar keer onverwachte overwinningen behaald als ik bij een GroenLinks bijeenkomst was en de wedstrijd dus niet live kon zien. De zeges in Hamburg, Florence en Nijmegen heb ik alleen per sms meegekregen. Is dat dan de oplossing? Aan de andere kant is het voor mijn zenuwen niet goed om niks te kunnen zien van de wedstrijd en wordt het wel een heel gedoe om bij alle wedstrijden een GroenLinks activiteit te organiseren.

Vandaag heb ik bij de wedstrijd tegen Utrecht weer iets ontdekt. Ik zat, zoals gewoonlijk bij uitwedstrijden, via Eredivisie Live te kijken, maar ben twee keer even de kamer uitgegaan: de eerste keer om mijn mail te bekijken (0-1 Van der Wiel) en de tweede keer om thee te zetten (0-2 Vertonghen). Aanzwellend gejuich in combinatie met de stemverheffing van de commentator lokte mij terug en dan kon ik nog net de herhaling zien. De grote vraag is nu: volgende week weer? En zo ja, wat? Thee of mail? Of is het voldoende af en toe even bij de wedstrijd weg te gaan, om bijvoorbeeld de was op te hangen, de afwas te doen? Maar dan loop ik het risico te lang weg te blijven…

Pfff, bijgeloof is nog niet zo makkelijk!

Ruimtewinst in Koog

Ook deze week – maandag om precies te zijn – heb ik weer ontdekt in een werkgroep te zitten. Dit keer een werkgroep die zich gaat buigen over bouwen boven wegen, een samenwerking van de commissies Verkeer en Ruimtelijke Ordening. Van allebei ben ik lid, voor mij een mooie combinatie.

Dezelfde avond kon ik meteen een mooi voorbeeld van deze gedachte zien. Ik ging langs in de Koekfabriek in Zaandam voor een presentatie van de Taskforce Ruimtewinst. Dit is een club van onafhankelijke deskundigen, onder leiding van Heerhugowaards burgemeester Han ter Heegde die her en der in de provincie advies geeft bij ingewikkelde ruimtelijke vraagstukken.

Deze keer dus Zaanstad, om precies te zijn het gebied rondom station Koog-Zaandijk. Voor degenen die wel eens per trein naar de Zaanse Schans zijn geweest misschien een bekende locatie. Overigens niet een station dat veel warme herinneringen zal oproepen… Daarmee is meteen de eerste opgave genoemd: vergroten van de aantrekkelijkheid van het station en het gebied eromheen. Wat speelt er verder? De wensen van de sportclubs aan de westkant en dan met name van de korfbal om een betere accomodatie te krijgen, het zoeken van een locaties om nieuwe woningen te bouwen en betere positionering van de Zaanse Schans.

De Taskforce kwam met een aantal interessante oplossingen, die in de tjokvolle zaal de nodige discussie opriepen en dat is ook precies de bedoeling. De belangrijkste ingreep is de verplaatsing van het station naar het zuiden, op de kruising met de A8. Op die plek komt dan een transferium, zodat automobilisten vanuit het noorden daar kunnen overstappen op de trein (in 12 minuten naar het centrum van Amsterdam). Wonen, sporten en bedrijvigheid worden op de plek van de huidige sportvelden gecombineerd en de voetbalvelden gaan naar de Fortuinweg. Naar de Zaanse Schans komt een logischere en interessantere (loop)route, die gebruik maakt van het industrieel erfgoed dat je onderweg tegenkomt. Op de site van de Taskforce is het plan in detail te vinden.

Ik vond het erg inspirerend om deze avond mee te maken. Natuurlijk zullen er nog heel wat financiële en procedure hobbels te nemen zijn. Ook zal na het nodige rekenwerk blijken dat bepaalde onderdelen van het plan niet uit te voeren zijn. Maar het mooie is dat door een frisse blik van buiten, bewoners en politici in Zaanstad (en ook wij Statenleden) creatief aan het denken worden gezet. Da’s toch mooi meegenomen op de maandagavond!

Crisis? Provincie, doe er wat aan!

Gisteren heeft mijn VVD-collega Dré Kraak namens de vier coalitiepartijen gevraagd om provinciale maatregelen die de economische crisis tegen kunnen gaan:

De fractievoorzitters van de collegepartijen in Provinciale Staten hebben het college van Gedeputeerde Staten afgelopen 22 februari gevraagd om extra maatregelen in verband met de kredietcrisis.

De collegepartijen in PS – VVD, PvdA, CDA en GroenLinks – vragen GS om op zeer korte termijn met voorstellen te komen voor acties die de economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in de provincie Noord-Holland moeten stimuleren en behouden.

We weten uiteraard dat Noord-Holland in z’n eentje de wereld niet zal redden, maar het is wel tijd voor iedereen om een bijdrage te leveren. We krijgen vaak genoeg de klacht dat er zoveel geld bij de provincie ongebruikt blijft liggen. Er zijn volgens ons veel kansen om projecten waar de Staten al een besluit over hebben genomen, sneller uit te voeren.

Wat GroenLinks betreft wel met respect voor de belangen van mens en milieu. Het is geen oproep om maar lukraak te investeren. Want we hebben niks aan maatregelen die even de pijn verlichten, maar niet duurzaam en verantwoord zijn voor de langere termijn.

Beter op de OV-fiets

Goed nieuws voor de OV-fiets, een initiatief dat onze provincie van harte ondersteunt:

OV-fiets ongekend populair

UTRECHT – Het gebruik van de ov-fiets is in 2008 spectaculair gegroeid.
Het aantal abonnees steeg vorig jaar van 34.000 naar 51.000 ten
opzichte van 2007. Het aantal ritten steeg met 46 procent naar 480.000.
Dat liet de NS zondag weten.

Directeur Hugo van der Steenhoven van
de Fietsersbond zegt ‘aangenaam verrast’ te zijn door de snelle groei
van de ov-fiets. Van der Steenhoven noemt de combinatie van trein en
ov-fiets een ‘volwaardig alternatief voor de auto’.

De NS verwacht dat het gebruik van de ov-fiets nog meer zal toenemen. Het spoorwegbedrijf hoopt op een miljoen ritten in 2011.


Volgens de NS gebruikt het bedrijfsleven de ov-fiets steeds vaker als
oplossing voor het bereikbaarheidsprobleem. Bedrijven zouden ook milieu
en gezondheid aangrijpen als reden om te kiezen voor de ov-fiets.

De NS opende vorig jaar 42 nieuwe plekken waar de fietsen gehuurd kunnen worden. Er zijn nu bij elkaar 182 plaatsen.

De groei is indrukwekkend en ook goed om te lezen dat er weer zoveel nieuwe plekken geopend zijn. Het maakt me wel nieuwsgierig wanneer de 20 Noord-Hollandse treinstations die nu nog geen OV-fiets hebben (van Alkmaar Noord tot Zandvoort) aan de beurt zijn. Iets voor de rondvraag maandag…