Net als Simon was het mij ook opgevallen dat het op de Planeet zo stil is over de stukken die vlak voor het weekend zijn verschenen over de toekomst van onze partij. Komt het door de vakantie? Dat is des te opvallender omdat er in de aanloop naar het Toekomstproject en in de afgelopen maanden toch veel discussie over was (of is dat mijn verkokerde partijraadsblik?).
Nou ja, hoe dan ook, laat ik dan mijn poging wagen om de discussie wat leven in te blazen. Twee opmerkingen vooraf. Eén: ik ontkom niet aan het feit dat het makkelijk kritiek leveren is van de zijlijn. Ik vind dat er door heel wat GroenLinksers met enthousiasme en inzet aan is gewerkt en in het stuk komt een aantal belangrijke dilemma’s en uitdagingen terug. Twee: over inhoud wordt binnen GroenLinks al (te) veel gepraat, dus ik beperk me tot het deel over strategie en organisatie. Vandaag strategie en dan houdt u organisatie nog van mij tegoed (moet ik nog wat langer op kauwen).
Het uitgangspunt is helder: we zijn voor te veel mensen ‘goede tweede’ en we willen ook voor hen ‘eerste keus’ worden. Een stem op GroenLinks wordt door heel wat kiezers overwogen, maar in het stemhokje pakt de feitelijke keus toch anders uit. Er is geen andere partij in Nederland waar het potentieel en het feitelijke stemmenaandeel zo ver uit elkaar ligt. What to do?
In het stuk worden zes aspecten onderscheiden die invloed kunnen hebben op de partijkeuze. Twee daarvan hebben met ratio (strategie) te maken, vier met gevoel (sympathie). Nog los van het feit dat het raar is strategie en ratio zo nadrukkelijk gelijk te stellen, zijn de genoemde aspecten ook wat raar ingedeeld. Identificatie met inhoud en issues wordt geschaard onder gevoel, vertrouwen wordt onder ratio gezet. Ook in de uitleg van de zes aspecten komt deze verwarring steeds terug. Want bij de onderdelen die over het gevoel gaan, wordt telkens weer op inhoudelijke afwegingen teruggegrepen. Volgens mij ligt de uitdaging ook eerder in het verbinden van ratio en gevoel dan in het ontrafelen van die twee, zoals hier lijkt te gebeuren.
Waar ik vooral scherpte mis, is bij de issues waar GroenLinks zich op moet richten. Er wordt geconstateerd dat het profiel te ‘waterig’ is en meer focus nodig is. Maar de uitwerking is mij niet duidelijk. Aan de ene kant wordt (terecht) geconstateerd dat meer focus betekent ‘sommige dingen niet doen’. Mijn vertaling daarvan: GroenLinksers willen overal een mening over hebben (en die is meestal ook nog prima onderbouwd ook). Aan de andere kant lijkt de suggestie te zijn dat we op de thema’s waarop onze boodschap niet duidelijk is, een meer onderscheidend profiel moeten krijgen. Oftewel: ook uitleggen dat GroenLinks tolerant is en sociaal en internationaal. Strategie betekent naar mijn smaak: écht keuzes maken en dat wordt hier toch weer uit de weg gaan. Het lijkt mij essentieel om de thema’s die we laten vallen, eens expliciet te benoemen!
Doorgaans worden drie strategieën van politieke partijen onderscheiden: het behalen van stemmen, regeringsdeelname en realiseren van een programma. Die strategieën kunnen elkaar versterken, maar ze bijten elkaar tegelijk ook. Hoe veel van je politieke idealen ben je bereid op te geven om aan een regering mee te mogen doen? Hoever ga je in het aanpassen, afzwakken of opleuken van je boodschap om zoveel mogelijk kiezers te trekken? Bovendien is een kleine partij soms een aantrekkelijker coalitiepartner dan een grote partij die met een grote verkiezingswinst en bijbehorend wensenlijstje komt aanzetten.
Ik heb het gevoel dat het probleem dat in ‘Scoren in de Linkerbovenhoek’ niet werd opgelost, nog steeds boven de markt hangt. Want de suggestie wordt opnieuw gewekt dat je trouw kunt blijven aan je ‘niche’ positie in de hoek van het politieke spectrum, maar wel veel meer kiezers kunt trekken en ook nog eens meebesturen. Als we maar de juiste kandidaten vinden om de boodschap uit te dragen, overal maatschappelijke coalities aangaan en vertellen dat GroenLinks ‘best belangrijk’ is.
Ik ben geneigd in deze romantische gedachte niet te geloven. Een échte herbezinning op onze ideeën is nodig, vanuit het strategische perspectief van regeringsmacht. Mijn voornaamste probleem is dat de kool en de geit weer gespaard worden. Dat zal vanuit duurzaamheid ongetwijfeld goed te verdedigen zijn, maar is hét recept voor nog heel wat jaren leuk meedoen, maar als het erop aankomt telkens tweede keus zijn.