Mediageniek bestuur

Afgelopen donderdag mocht ik op het Festival der Bestuurskunde een workshop organiseren over lokale en regionale politiek in de schijnwerpers. Van de vele deed ik dit met de pet op van bestuurslid van de NKWP, de beroepsvereniging van politicologen, omdat we deze workshop mede mogelijk hadden gemaakt (inhoudelijk en financieel). Aan het debat namen deel voormalig Helders burgemeester Stefan Hulman, oud-gedeputeerde Ton Hooijmaijers, en Kustaw Bessems, politiek redacteur van De Pers.

Ik ga geen poging doen tot samenvatting van de discussie, die ruim een uur geanimeerd verliep, met twee beschadigde maar zelfverzekerde (ex)bestuurders en een bedachtzame, scherpzinnige journalist. Wel een viertal observaties die voor mij de aanleiding voor het bedenken van deze workshop waren en die ook tijdens het Festival terugkwamen:

  1. Lokale en regionale politiek wordt meer en meer ontdekt door landelijke media. Er lijken verschillende oorzaken. Het aantal regionale kranten (en bijbehorende journalisten) is flink gedaald – zie bijvoorbeeld de overname door het AD van veel van dit soort kranten. Onder invloed van programma’s als Hart van Nederland is nieuws ‘om de hoek’ steeds nadrukkelijker in beeld. Nadeel is dat daardoor de specifieke situatie slecht bekend is, wat leidt tot slordige berichtgeving.
  2. Op lokaal niveau zijn voormalige landelijke politici actief, die hun oude kanalen blijven gebruiken om aandacht te vragen voor hun gemeente (bijv. Leers in Maastricht, Jorritsma en Duivesteijn in Almere of Cohen in Amsterdam). Soms worden plaatselijke ontwikkelingen ook gezien als een afspiegeling van grotere thema’s, denk aan de lijn-Marcouch tegenover de lijn-Baadoud of de verkiezingsresultaten van de PVV in Den Haag en Almere.
  3. Veel politici vinden het lastig om te gaan met plotselinge grote aandacht van de media voor hun gemeente of provincie. Zij zijn de berichtgeving, waarin veelal incidenten worden uitvergroot en  relletjes aangezet (Culemborg!) niet gewend en kunnen daar moeilijk mee omgaan. Velen beklagen zich over het eenzijdige beeld, met gebrek aan hoor en wederhoor. Niet voor niets gaan ook steeds meer wethouders en gedeputeerden op mediatraining.
  4. Als deze trend zich doorzet, kan dat voor politieke partijen aanleiding zijn het selectiebeleid te herzien of voor potentiële bestuurders hier nog eens een nachtje extra over te slapen. Wie hier pessimistisch naar kijkt, vreest risicomijdende, voorzichtige bestuurders en het einde van de grote idealen en gedurfde projecten. Een wat optimistischere visie houdt in dat politici juist steeds beter gebruik weten te maken van de media  (inclusief GeenStijl en andere weblogs) en daarmee juist meer kwaliteit aan de lokale en regionale democratie kunnen geven.

Met de kennis van nu kan dat efficiënter

Twee termen gingen in het afgelopen weekend regelmatig door mijn hoofd: ‘met de kennis van nu’ en ‘efficiënt’. Als ik mij niet vergis, was het Marianne Thieme die in het nachtelijke debat als eerste aan de premier vroeg over welke (nieuwe) kennis hij het nu had. Het Parool hekelde op de voorpagina zowel de regering als het Amsterdamse college van B&W, die beide met de kennis van nu een andere keuze zouden hebben gemaakt. Max Pam wijdde zijn Buitenhofcolumn aan de kennis van toen en de wetenschap van nu en vanochtend startte Femke Halsema een prijsvraag met de kennis van nu als slagzin.

Los van het feit dat de zogenaamde kennis van nu misbruikt wordt om weg te lopen voor verantwoordelijkheid, valt mij op dat meestal wordt bedoeld: met de inzichten van nu, of met de politieke verhoudingen van nu. Het gaat immers minstens zo vaak om het anders wegen of interpreteren van informatie als om de feitelijke afwezigheid van informatie (die later wel boven water is gekomen). Als het al om kennis gaat, dan gaat het om onvoldoende kennis van de gevolgen die een besluit zou kunnen hebben.

Efficiënt kwam naar voren bij het geslaagde bezoek dat we met De Toekomst aflegden aan de Eerste Kamer. Fractievoorzitter en gastheer Tof Thissen presenteerde dit als een belangrijk én verrassend antwoord van GroenLinks op de bezuinigingen die alle overheden de komende tijd te wachten staan. Simon Otjes schreef een mooie samenvatting van Tofs betoog en de discussie die erop volgde.

Ik merk een vergelijkbaar dubbel gevoel. Aan de ene kant vind ik het spannend om efficiëntie op een GroenLinkse manier in te vullen (die bijvoorbeeld ook aansluit bij de ideeën van Jos van der Lans). Aan de andere kant maak ik me zorgen over de verkeerde richting die het debat in kan slaan als het door anderen wordt overgenomen die bij efficiëntie vooral denken aan minder staat en meer markt. Wat dat betreft dreigt hetzelfde gevaar als toen GroenLinks zich voorzichtig op het liberale pad begaf. Overigens bepaald geen reden om het idee van efficiëntie weer te laten vallen: wij zijn geen partij van bange mensen…

Over de grens en weer terug

Je hebt van die wegen die zich weinig aantrekken van provinciale grenzen. Zo gaan de N206 en N208 door zowel Zuid- als Noord-Holland en ook de N205 komt dichtbij de grens met onze zuiderburen. De bereikbaarheid op deze wegen staat onder druk, met name omdat profiel en omvang van deze wegen in de afgelopen tientallen jaren nauwelijks zijn veranderd, terwijl de woningbouw en bedrijvigheid flink is toegenomen. In 2008 en 2009 is daarom gewerkt aan de Bereikbaarheidsstudie grensstreek om te bekijken welke maatregelen nodig zijn. In het zuiden gaat het met name om de verbinding tussen N206 en A44 (randweg Rijnsburg), in het noorden om de verbinding tussen N206 en N205, afwisselend benoorden Hillegom en bezuiden Bennebroek genoemd. Het komende jaar zullen we daar ook als Provinciale Staten besluiten over moeten gaan nemen. Zoals dat van GroenLinks verwacht mag worden, bepleiten we ook een grote rol voor het openbaar vervoer (bijv. verlengen van de Zuidtangent).

Op initiatief van GroenLinksers in Noordwijkerhout (Ton Hoffmans) en Bloemendaal (Richard Kruijswijk) vond vrijdag een werkbezoek aan het grensgebied plaats, met raadsleden en Statenleden. Aan het bezoek namen ook collega’s van D66 deel en net als in de peilingen bleken zij in nog groteren getale aanwezig dan vertegenwoordigers van mijn partij. Het maakt wel duidelijk dat zowel GroenLinks als D66 de problematiek belangrijk vinden en we hebben dan ook afgesproken de bereikbaarheid in de grensstreek heel snel in de Staten aan de orde te stellen. Het was (ondanks? dankzij?) het koude weer een erg geslaagd bezoek. Op de foto ziet u de fine fleur van GroenLinks aandachtig luisterend: Marcel Vissers (wethouder Noordwijkerhout), mijzelf, Meindert Fennema (commissielid Bloemendaal) en Onno van Ulzen (Statenlid Noord-Holland).

Van Berg en Dal naar hare majesteit

Donderdag (en vrijdagochtend) was ik in Berg en Dal wederom op het politicologenetmaal, het jaarlijkse congres voor mijn beroepsgroep. Dit 24-uurs congres wordt georganiseerd door de NKWP, alweer heel wat jaren gezamenlijk met de Vlamingen. Naast mijn formele verplichting als penningmeester om verantwoording af te leggen over jaarrekening en begroting, heb ik een paper gepresenteerd over ‘multi-level careers’. Oftewel: in hoeverre zijn politici gedurende hun carrière binnen een partij op meerdere niveaus actief (gemeenteraad, Staten, Tweede Kamer, Europarlement)? Mijn gedachte hierachter is dat door deze personele overlap ook de contacten tussen de verschillende niveaus vergemakkelijkt worden en men mogelijk ook meer oog heeft voor de belangen en standpunten van de volksvertegenwoordigers die op dat andere niveau actief zijn. Gebaseerd op de carrières van Nederlandse politici tussen 1979 en 2006 constateer ik overigens dat de uitwisseling redelijk is tussen lokaal/regionaal en nationaal/Europees redelijk is, maar tussen Den Haag en Straatsburg zeer beperkt is. Zo zit in de huidige Tweede Kamer niemand die daarvoor lid is geweest van het Europees Parlement en ook in de voorgaande jaren zijn zij op één hand te tellen.

De borrel, het diner en wederom de borrel waren erg gezellig en ik heb er als vanouds voor gezorgd als één van de laatsten richting bed te vertrekken. Het etmaal is altijd een leuke gelegenheid oude collega’s weer terug te zien en bij te praten. Gelukkig hoefde ik de volgende dag ook niet heel vroeg op te staan, want mijn workshop was alleen op donderdag. Bovendien moest ik voor het einde van het congres vertrekken om tijdig in het provinciehuis te kunnen zijn.


Ons prachtig gerestaureerde Paviljoen Welgelegen, waar we sinds februari dit jaar weer vergaderen, werd namelijk vrijdag plechtig geopend door niemand minder dan koningin Beatrix. Na vier inleidingen – door de commissaris van de Koningin, de restauratie-architect, de voorzitter van het Seniorenconvent en de ontwerper van de kroonluchters – werd het wandkleed van Arondeus onthuld dat de gemeente Amsterdam aan Noord-Holland heeft geschonken.

Zo zijn we weer officieel de hoofdbewoner van het paviljoen geworden. Na afloop werd er nog gezellig nagedronken (je zou haast denken dat ik van borrel naar borrel ga) en was er nog kort gelegenheid om met de koningin te spreken over ons fraaie nieuwe onderkomen. Over de inhoud daarvan uiteraard geen mededelingen, al kan ik melden dat mij geen staatsgeheimen ter ore zijn gekomen…

(foto Hein Struben)

Houd het IJmeer open

Dinsdagavond was ik in Almere te gast bij een debat van Milieudefensie over het IJmeer en de Schaalsprong Almere. Al een aantal maanden voert de milieuorganisatie actie om bouwen in het IJmeer en de aanleg van een IJmeerverbinding tegen te houden. Telkens mochten twee politici van dezelfde partij (PvdA, CDA en GroenLinks), maar van verschillende kanten van het water de degens kruisen. Een leuke opzet, die ook slaagde omdat een ieder – onder wie mijn CDA-collega Cornelis van Diest – zich vrij voelden hun eigen standpunten te uiten, ook waar dat stevig tegen de eigen partijgenoot inging.

Mij was met name een rol toegedicht bij het onderdeel bereikbaarheid en de al dan niet aanwezige noodzaak om een IJmeerverbinding aan te leggen tussen Almere en Amsterdam (Centrum? ZuidAs?). Maar voor we daar aan toe waren had ik me al verbaasd over een aantal merkwaardige argumenten die rondom het IJmeer steeds weer de kop op steken. Allereerst is daar de koppeling die gelegd wordt tussen buitendijks bouwen en het ontwikkelen van Almere tot een complete stad. Volgens mij betekent een complete stad dat je een mooie balans hebt in verschillende bevolkingsgroepen, in typen woningbouw en een breed scala aan sociale/economische/culturele voorzieningen. Vervolgens is de keus waar en hoe je dat gaat realiseren. Maar de stad is niet pas compleet als er drijvende woningen of woningen op palen in het IJmeer zijn gebouwd. Het tweede – meteen de link met het thema bereikbaarheid – is dat er een soort logica van de onvermijdelijkheid wordt voorgespiegeld, die ongeveer als volgt gaat: 1. de ecologische verbetering van het IJmeer is keihard nodig, maar 2. dat kost zeker een half miljard en dat dat hebben we niet zomaar, dus 3. moeten we ‘rode’ kostendragers zien te vinden, lees woningen buitendijks, wat leidt tot 4. de noodzaak om die nieuwe woningen te ontsluiten via een IJmeerverbinding naar Amsterdam (en 5. als die er toch ligt dan niet alleen OV maar ook meteen een weg). Waarbij ik mijn eigen vrees nog maar even weglaat dat (na)bij nieuwe infrastructuur vaak vanzelf meer verstedelijking  ontstaat.

De discussie over de bereikbaarheid spitste zich vooral toe op de IJmeerverbinding. Hoewel ik het volkomen terecht vind dat Almere grote nadruk legt op de bereikbaarheid (die de afgelopen jaren, zeker ook wat betreft OV verwaarloosd is), ben ik niet overtuigd van de absolute noodzaak van de IJmeerverbinding die van alle kanten werd bepleit. Allereerst denk ik dat Almere zich wat minder eenzijdig alleen op het westen (regio Amsterdam) zou moeten richten; met meer ontwikkeling aan de oostkant komen ook Amersfoort en Utrecht en daarmee de Stichtse Lijn in beeld. Ten tweede valt er nog veel meer te halen uit de bestaande verbinding via de Hollandse Brug, met slimme aanpassingen, keersporen en zoveel mogelijk verdubbeling van het spoor. Bovendien moet tegelijk met meer woningen ook worden ingezet op meer arbeidsplaatsen, zodat niet iedereen meer de trein of de auto in hoeft richting de grote drukte. Pas als die mogelijkheden benut zijn, komt een IJmeerverbinding mogelijk aan de orde… en dan alleen in de vorm van een tunnel!

Het nieuwe jaar is begonnen

De traditionele aftrap voor het nieuwe jaar is de receptie van de gemeente Amsterdam op 1 januari in het Concertgebouw. Vorig jaar helaas moeten missen, maar deze keer er weer bij. Na een aangename toespraak van Job Cohen met een aantal verwijzingen naar zijn voorganger Schelto Patijn was het de beurt aan theatergroep Flint voor een heus Amsterdams programma. Of eigenlijk: Jordanees. Muzikaal zat het erg goed in elkaar, maar ik merkte wel dat mijn aandacht na verloop van tijd verslapte en ik niet alles even geslaagd vond.

Ook in de wandelgangen waren de meningen over het programma sterk verdeeld. In diezelfde wandelgangen kwam ik heel wat bekenden tegen, met wie uiteraard de beste wensen voor het nieuwe jaar werden uitgewisseld. Ik vind het ook altijd leuk om zoveel beroemde hoofden bij elkaar te zien (al moest ik af en toe diep nadenken welke naam daar dan ook weer bij hoort).

Wat me ook opviel is dat GroenLinksers deze receptie steeds beter weten te vinden. We zijn blijkbaar toch wat over onze schroom heen. Welke gemengde gevoelens je ook kunt hebben over deze ons-kent-ons-grijze-pakken bijeenkomsten – met een aantal zeer schone dames ertussen – het is wel goed erbij te zijn. Mijn enige dilemma vooraf is of ik wel of niet een das om zal doen, al wordt die keuze eigenlijk steeds makkelijker, want ik vind het gewoon leuk om dassen te dragen. Het wachten is nu alleen nog op de enige echte duurzame C02 neutrale das in GroenLinks kleuren.

Harmen van hot naar her

Harmen_utrecht_3 De komende weken gaat het campagnegeweld dan echt losbarsten. Ik nodig iedereen uiteraard van harte uit mijn tour te volgen, wie mij live in actie wil zien kan binnenkort terecht bij de volgende happenings:

Verder zendt Radio Noord-Holland op 20 februari tussen 16.00 en 17.00 een lijsttrekkersdebat uit.