Afgelopen zaterdag was het weer eens tijd voor de partijraad. Uiteraard zo vlak na 22 november een uitgebreide terugblik op de campagne en de uitslag. Er was een eerste evaluatie gemaakt door het campagneteam, die er kort gezegd op neerkomt dat, hoewel we balen van het verlies van één zetel, er toch een goede campagne is gevoerd. Voor een deel ben ik het daar zeker mee eens. De campagne was ten opzichte van de opgeheven vinger en de soms wat zure toon van vroeger, opgewekt en fris. Ook heeft Femke enorm hard gewerkt en veel (media)aandacht gekregen, niets dan lof!
Maar het blijft toch een merkwaardig soort redenering. Eigenlijk zegt zo’n evaluatie: hoewel de campagne prima was hebben we geen goed resultaat gehaald. "De peilingen waren immers nog veel slechter, zonder deze campagne hadden we er vijf gehad." Dat is echt een drogredenering. Natuurlijk is het waar dat vele andere factoren dan je eigen campagne bijdragen aan het resultaat, dus ook bij negen zetels had je geen verregaande conclusies kunnen trekken. Maar allereerst klopt de bewering over de peilingen gewoon niet: de Politieke Barometer (die het dichtst bij de einduitslag kwam) gaf GroenLinks sinds de val van het kabinet op een totaal van ruim 25 peilingen slechts één keer vijf zetels. Daar staan 4x 8 zetels en 10x 7 zetels tegenover. Daarnaast vind ik niet een willekeurige peiling maar het enige reeële cijfer waar je de uitslag tegen af zou moeten zetten de Kameruitslag van de vorige keer en ten opzichte daarvan is er opnieuw verlies. Dan is de ‘permanente’ campagne sinds 2003 – Linkse Lente, oppositie tegen Balkenende – gewoon niet geslaagd.
GroenLinks zit bovendien met twee lastige problemen bij verkiezingen die voor een belangrijk deel gaan om getting out the vote. We zijn in deze verkiezingen 50% (!) kwijtgeraakt van de mensen die in 2003 op ons hebben gestem. Bovendien hebben we een relatief grote aanhang onder 18-24 jarigen en een relatief lage aanhang onder 55+. Laat nou net de eerste groep een lage opkomst vertonen, terwijl de laatste groep juist bovengemiddeld naar de stembus gaat. De juichtoon in de evaluatie over alle nieuwe groepen kiezers die we hebben bereikt heeft duidelijk ook een keerzijde. Misschien kom ik op dit Binblog nog wel eens terug op de vraag wat dat betekent voor de groei-ambities van GroenLinks.
’s Middags mocht ik zelf de vergadering voorzitten, wat naar mijn idee best aardig ging. We hadden alleen wat te weinig tijd ingeruimd voor het bestuur (bleek achteraf) en misschien daarom wel werd om onduidelijke redenen een onschuldig voorstel om de kandidatenlijst voor de Eerste Kamer in te korten verworpen. Zoals Paul terecht schreef, de partijraad wil wel eens narrig en dwars zijn. De rest van de middag met plezier geluisterd naar senator Leo Platvoet over het middenbestuur en zeker naar Europarlementariër Joost Lagendijk met een fraai genuanceerd betoog over de toetreding van Turkije en de Armeens kwestie.