Vanavond ben ik weer eens in mijn klassieke val getrapt als ik ergens bevlogen over ben: te snel praten. Er gaan dan zoveel gedachten tegelijk door mijn hoofd dat ik niet meer merk in welk tempo die uit mijn mond komen. Zo langzaamaan kan ik mij ook niet meer achter het excuus van jeugdig enthousiasme verschuilen…
Dus voor degenen die er vanavond niet bij waren, evenals degenen die er wel bij waren maar het niet konden volgen 🙂 nog even in een notendop. We hadden het in de commissie Financiën enzo over het herschrijven van de begroting, volgens een methode die door Peter Paul Verroen van PP in Taal is ontwikkeld. In essentie komt dit neer op een herwaardering van de doelenboom, zoals die al in de jaren ’70 door VU hoogleraar Gijs Kuypers is ontwikkeld. Vanuit een maatschappelijk doel redeneer je door naar een beleidsdoel en een operationeel doel, om uiteindelijk bij een instrument uit te komen dat helpt dit te verwezenlijken. Die instrumenten moeten een bepaalde output geven en aan de hand daarvan is na te gaan of de doelen die je je had voorgenomen zijn gehaald. Oftewel: terugredenerend naar het oorspronkelijke maatschappelijke doel.
In theorie klinkt het heel mooi, maar de essentie van wat ik probeerde te zeggen vanavond, is dat het hoogste wat je hiermee kunt bereiken meer transparantie en inzicht is. Welke politieke betekenis je daaraan toekent, is een heel ander verhaal. Uit de toelichtende presentatie, die sprak over manieren om de rollen van PS en GS vanuit de doelen af te bakenen, of een onderscheid tussen eigen beleid en afgeleid beleid, kreeg ik de indruk dat aan dit systeem te veel waarde wordt toegekend. De politieke werkelijkheid is immers veel complexer. Er zijn doelen zonder instrumenten en instrumenten zonder doelen. Met andere woorden, je houdt altijd lege cellen over – of je constateert dat een beleidsdoel en een maatschappelijk doel (naar boven) of operationeel doel (naar onder) feitelijk samenvallen.
Ik ben er erg voor om door middel van eenduidige presentatie van gegevens – ook nog consequent door de tijd heen – het inzicht, de vergelijkbaarheid en de controle te vergroten. Wie weet is het ook een goede manier om de begroting begrijpelijker te maken voor burgers en volksvertegenwoordigers. Maar ik blijf erbij dat het alleen een middel is en dat politiek zich uiteindelijk niks aantrekt van dit soort schema’s en structuren. Da’s overigens maar goed ook, want we zijn al genoeg besmet met de SMART doctrine.